De handel en wandel van de boekenjood is een informatief boekje van 128 pagina’s van taalhistoricus en journalist Ewoud Sanders. Het gaat over straatboekhandelaren die lang boekenjoden zijn genoemd, of ze nu joods waren of niet. Er zijn er niet veel die hun sporen hebben nagelaten maar een aantal wel en die worden in dit boek genoemd.
Allereerst wordt echter de term boekenjood toegelicht. Die komt terug in varianten als boekjood, boekejood, boekejoodje maar ook als boeksmous en boekesmous. Smous is een oud scheldwoord voor ‘jood’ en gaat via het Jiddische Mousje terug op de Hebreeuwse naam Mose (‘Mozes’).
In de late Middeleeuwen vestigden de eerste joden zich in Nederland. Ze verdienden vaak de kost als venter of marskramer. Daarbij verkochten ze vaak almanakken, centsprenten en ander goedkoop drukwerk en zo ontstaat langzamerhand de boekhandelaar.
De oudste vindplaats voor de term boeksmous is een schimpdicht uit 1748, gericht tegen Isaak Thirion (1705-1765);
Op dat de Boeksmous Tirion,
By ’t opgaan der Oranje Zon:
Wat geldt zouw streyken in zyn Laatje,
Zo druckt hy ’t laffe Koffie praatje.
Waar tegenwoordig de term boekenjood als denigrerend of beledigend wordt ervaren was dat vroeger niet altijd het geval. Vincent van Gogh portretteerde ‘Blok den boekenjood’ en benoemde hem ook als zodanig, maar er is geen enkele reden om aan te nemen dat dit neerbuigend bedoeld was.
Sanders gaat in op de handel en wandel van de boekenjoden en geeft aan waar zij hun kramen hadden. In de grotere steden natuurllijk, waar in Amsterdam de Oudemanhuispoort en in Den Haag de ‘zuilengaanderij’ van het Binnenhof bekende locaties waren. Het waren vaak handelaren met grote kennis van zaken maar ook met verschillende rollen. Zo wordt de boekenjood als noodbank beschreven, maar ook als heler, als opkoper aan huis, als ‘eindstation’, als vakman, als kamergeleerde, als bron voor schrijvers en als grappenmaker.
Het wordt nog leuker als Sanders het gaat hebben over bekende boekenjoden, zoals die op het Binnenhof. Zo was er de familie Blok met Simon als stamvader (1786-1861). Hij had twee zoons die hem opvolgden in het vak, David Blok senior (1823-1904) en Jozef Blok (1832-1905). De eerste was een volbloed aanhanger van Thorbecke en was erbij toen een menigte naar het paleis van koning Willem II trok om herziening van de grondwet te eisen. Jozef Blok, die door Van Gogh geportretteerd werd, stond bekend als de boekhandelaar die nooit las. Van zijn kraam bestaan mooie schilderijen van Theo Mesker, die ook in het boekje staan afgebeeld.
Een apart hoofstuk wordt gewijd aan zeven fictieve boekenjoden, zoals ze voorkwamen in boeken en toneelstukken aan het begin van de vorige eeuw. Zo is daar het boek Levi de boekenjood van Wilhelmina Riem Vis. De afbeelding op de omslag van dit boek staat ook op de omslag van het boek van Sanders. De dialogen zijn om van te smullen, zoals in het boek De ongelofelijke avonturen van Bram Vingerling van Leonard Roggeveen. Bram heef zijn oog laten vallen op een boek dat een gulden kost;
‘Dat is een boekie, jongeheer’, vervolgt de boekhandelaar…’dat menige perfesser in z’n bibeloteek zou wille hebbe. Ik weet precies wat dat boekie waard is, jongeheer, en als ik ’t voor een guldentje wil verkoope, weet ik best, dat dat nog veuls te goedkoop is, vèuls te goedkoop, verstaat uwee dat?’
Het laatste hoofdstuk gaat over de ondergang van het woord boekenjood. Het staat nog in onze woordenboeken, maar tegenwoordig met de toevoeging dat het een ‘beledigend’ woord is. Termen als boekenjood, brillejood of voddenjood waren ooit heel gewoon en werden zeker voor de Tweede Wereldoorlog als neutrale aanduiding gebruikt, ook door joodse schrijvers. Na de oorlog lag dat anders, toen duidelijk werd welk lot de joden had getroffen.
Een leuk informatief boekje met prachtige illustraties en foto’s van een aantal vergeten boekhandelaren.