Onze gevederde vrienden in boeken van Jennifer Romeijn belooft ons een bibliografie van twee eeuwen aan vogelboeken. Het is geen dik boek, zo’n 135 pagina’s en zal waarschijnlijk een hoop boekentitels bevatten, zo bedacht ik van tevoren. Toch wist ik dat ik het wilde lezen toen het uitkwam en dat zal ik dus even toelichten.
Ik heb iets met vogels. Dat heb ik hier en hier al eens uitgelegd en als iemand de moeite neemt om alle vogelboeken eens op een rij te zetten dan wil ik dat weten. Als u wat fronst bij de schijnbaar belegen titel waarin het ouderwetse ‘gevederde vrienden’ wordt gebruikt, niet doen; het is een verwijzing naar een boek dat uiteraard in de lijst voorkomt, Onze gevederde vrienden van P.G. Buekers.
Voor we aan de bibliografie toekomen geeft Romeijn een korte geschiedenis van vogelboeken in Nederland. Dat begint eigenlijk in 1770 waarin vader en zoon Sepp met uitgever Cornelis Nozeman een vijfdelig werk uitgeven met de titel Nederlandsche vogelen; volgens hunne huishouding, aert, en eigenschappen beschreeven; alle naer ’t leeven geheel nieuw en naeuwkeurig getekend, in ’t koper gebragt, en natuurlyk gekoleurd.
Dat ‘naer ’t leven getekend’ was dan wel op basis van veelal opgezette exemplaren, maar wel waar mogelijk op ware grootte. Het was dan ook een groots werk. Ik heb het origineel te koop zien staan voor een bedrag ver buiten mijn budget maar uitgeverij Lannoo heeft er een facsimile van uitgegeven op ware grootte en op kleiner formaat. Het verhaal vertoont sterke overeenkomsten met de beroemde uitgave van Audubon, die zijn vogels ook naar het leven tekende op ware grootte. Die boeken zijn nog vele malen zeldzamer, maar de Nederlandse uitgave was er eerder, Audubon gaf zijn laatste boek in 1838 uit, Nozeman in 1829.
De auteur geeft in haar boek aan dat met dit boek een zelfstandige publicatie beoogd is, als basis voor verder onderzoek en om te bekijken welke ontwikkelingen de publicatie van Nederlandse vogelboeken doorgemaakt heeft. Voor die ontwikkelingen wordt de algemene boekenmarkt in zijn geheel bekeken en krijgen ontwikkelingen als fotografie en de verandering van mentaliteit aparte hoofdstukken. Ieder hoofdstuk wordt verduidelijkt met een grafiek waarin belangrijke momenten in de geschiedenis van de boekenmarkt of de fotografie worden gekoppeld aan de verschijning van vogelboeken in die jaren.
Met name de verandering van mentaliteit vond ik interessant. Ik was bekend met de ontwikkeling van de Vogelbescherming Nederland. Dat begon met de oprichting in 1892 met de ‘Bond ter Bestrijding eener Gruwelmethode’, om het dragen van vogelveren op hoeden door de dames van die tijd tegen te gaan. Dit was ik al tegengekomen bij de freules Cécile en Elsa. In de beginjaren van de Vogelbescherming bestond het bestuur ook nog uit (adelijke) dames en was de boodschap duidelijk;
‘Is het niet onaesthetisch en onzedelijk, zich te tooien met lijken? Met lichamen van onschuldige, nuttige schepselen, aan wie het leven ontnomen wordt, het heerlijke, hun door God geschonken leven, om gedurende enkele maanden aan onze ijdelheid te voldoen. Koopt die hoeden niet!’
In de loop der jaren werden de bakens wat verzet en ging men zich meer richten op publiciteit. Er kwam een blad, De Lepelaar (later Vogels) waar ik zelf nog op geabonneerd ben geweest.
Tegenwoordig is het jagen op vogels een favoriete bezigheid van veel mensen. Jagen, in de zin van vogels spotten. De leraar en natuurkenner Jac. P. Thijsse heeft daar fors aan bijgedragen, onder meer via de Verkade-albums, maar ook Nico de Haan en cabaretier Hans Dorrestijn profileren zich als liefhebbers.
Dan de lijst zelf; is het leuk om een kleine veertig pagina’s door te nemen met boektitels over vogels? Ik vind dus heel erg van wel. Onvermijdelijk heten talloze boeken ‘Vogels’ (je verwacht het niet), maar de eerste twee titels vind ik al een feest;
Beschryving van een zeldzaam duifsoort, genoemd de Ceilonische kaneelduif
Beschryving van eenen zeldzaamen Afrikaanschen nog niet beschreeven en naakthalsigen nimmerzat of wulp, aan de Kaap de Goede Hoop genoemd bosch-kalkoen
Later in de tijd worden de titels minder poëtisch, maar mijn gekoesterde boek en inmiddels versleten Zien is kennen! (zie de foto’s hieronder) komt er uiteraard in voor en ik keek op van een specifieke titel als De vogels van Noordwijk. Keek ik daar al van op, even later kwam mijn eigen woonplaats voorbij in de titel De vogels van Nieuwegein.
Kortom, er viel voor mij genoeg te herkennen en te beleven in deze bibliografie en ik ben daar nog niet klaar mee, dat is het fijne.