
Het verscheiden van The Iron Lady was een mooie aanleiding om Mijn jaren in Downing Street 10 te lezen van Margaret Thatcher. Ik heb er even aan getwijfeld of dat een goed idee was, het boek telt ruim 900 pagina’s…
Maar ik vond een modus. De begrotingsperikelen en campagnestrategieën van de jaren tachtig kunnen mij gestolen worden, dus daar ben ik diagonaal doorheen gegaan. Dat is ouwe koek. Maar verder viel er toch veel te genieten, de dame heeft wat meegemaakt.
Zo is er een aanslag op haar gepleegd door de IRA en heeft zij medewerkers en vrienden verloren die door hen vermoord zijn. De Falkland-oorlog komt voorbij in al zijn facetten. Het is razend interessant om te lezen hoe de lijnen lopen in de internationale politiek op zo’n moment, Thatcher heeft te maken met Scargill’s oproer, de grote mijnwerkersstaking. Het is fascinerend om te lezen hoe ze daar mee om gaat en haar standpunten ferm blijft verdedigen.
Zij opereert natuurlijk op diverse podia op de hele wereld. Haar goede verstandhouding met president Reagan komt aan bod, zij vertelt over de eerste ontmoetingen met Gorbatsjov en over de voorzichtige toenadering tot het Oostblok. Het is geweldig om te lezen hoe zij samen met de Franse president Mitterand naar de verzamelde ministers van Buitenlandse Zaken loopt, in de verwachting dat zij een bepaalde kwestie samen hebben opgepakt. Niks ervan, de Franse minister was breeduit aan het vertellen over zijn buitenlandse tripjes en kreeg vervolgens door Mitterand de pan uitgeveegd. Dat soort dingen wil ik lezen.
Maar ook wordt duidelijk hoe lastig het is om zowel in binnen- en buitenland de zaken op orde te houden. Het geeft een prachtige inkijk in de keuken van nationale en internationale politiek. Het is ook zeer aannemelijk dat Thatcher dit zelf heeft geschreven of volledig geregisseerd heeft. Zij komt er prachtig vanaf. Een sterke vrouw met vaak het gelijk aan haar zijde. Desondanks heb ik er van genoten. Gelukkig heb ik nog een stapeltje biografieën van andere wereldleiders tegoed.
Vertaling door M. Benninga, F.J. Bruning en C. Darlang