archiveren

Jaren zestig

9029092963.01._SX450_SY635_SCLZZZZZZZ_
Utopia Avenue van David Mitchell is een boek over het succes van een Britse band in de jaren zestig. Een dik boek van bijna 650 pagina’s over die muzikale periode kan ik onmogelijk laten liggen, zeker als er zoveel lovende woorden over gesproken worden. Of ik mij daarbij aansluit gaan we zien.

Dean is een bassist zonder band en die wordt door een manager, Levon, samengebracht met folkzangeres en toetseniste Elf, met de gitarist Jasper en met drummer Griff. Zo wordt de band Utopia Avenue geboren. Ze schrijven bijna allemaal nummers voor de band en boeken al snel hun eerste successen. Dan begint er een werkelijk duizelingwekkend verhaal waar alle ingrediënten van een band uit de jaren zestig wel in zitten.

In grote lijnen dan; vroeg succes, maar de tweede single doet weinig. Er is een grote afhankelijkheid van de platenmaatschappij die botst met de eigen wil van de bandleden;

‘Nee, nou moet jíj eens fokkin goed luisteren!’ Griff boog zich naar voren. ‘Wie reizen d’r midden in de nacht stad en fokkin land af terwijl jij knus in je bedje ligt te pitten? Wij…Dus als jij die dertienduizend pietermannen terug wilt zien, laat je óns die fokkin single uitkiezen. Óns. En “Abandon Hope” is de volgende single.’
…’Dus waar jullie mee dreigen,’ vatte Günther samen, ‘is het volgende. “Doe wat wij zeggen, anders saboteren we onze eigen carrière”?’

Dan gaat het lopen en volgen er optredens, ook internationaal. Er komt een optreden bij het programma Fenklup bij de AVRO, met een interview door Henk Teuling (hier weeft Mitchell mooie dingen door elkaar; een bestaand programma, andere omroep, niet bestaande presentator). Tijdens een reis naar Italië wordt Dean gearresteerd voor drugsbezit en belandt in de cel. Het komt hun populariteit allen maar ten goede.

Ze worden zo groot dat ze in de Verenigde Staten belanden. Uiteraard logeren ze in het beroemde Chelsea Hotel in New York en ontmoeten ze alle grote artiesten van die tijd. Hun optredens zijn een belevenis en waar dit eindigt zult u echt zelf moeten lezen.

Dat lijkt het verhaal, maar er is zoveel meer te vertellen. Allereerst de talloze verhalen die naast die grote hoofdlijn bestaan. Het auto-ongeluk van Griff en de relatie tussen Dean en zijn gewelddadige en alcoholistische vader. Het neefje van zangeres Elf en de relaties die zij aangaat. Een belangrijk verhaal is Klop Klop, die in het hoofd van gitarist Jasper de Zoet bestaat, samen met de Mongoliër die hem in eerste instantie voor de dood behoedt.

Mitchell-lezers kijken op van de naam De Zoet en dat klopt, de auteur gebruikt personages uit andere romans in Utopia Avenue, in dit geval een nazaat van Jacob de Zoet uit zijn roman De niet verhoorde gebeden van Jacob de Zoet. Ik zag de term ‘Cloud Atlas’ ook voorbij komen en Crispin, de zoon van actrice Tiffany Hershey waar Dean het bed mee deelt, komt weer voor in de roman Tijdmeters.

Mitchell doet nog meer, hij trekt alle registers open. Crispin is een onhebbelijk ventje en op een feest met allerlei beroemdheden schiet hij denkbeeldig Jimi Hendrix, Brian Jones en Keith Moon dood. Inderdaad artiesten die iets te snel het tijdige met het eeuwige verwisselden. Het is mooi gevonden om David Bowie op de trap naar boven tegen te komen, als diens carrière in de lift zit. Uiteraard komen we hem tegen op de trap naar beneden bij tegenslag in zijn leven. Mitchell weeft al die bekende artiesten knap door zijn verhaal, maar soms wordt het iets teveel uitgemolken. Elf komt in het Chelsea Hotel ene Lenny tegen, die haar uitnodigt voor het feest van Janet. Wat had het subtiel geweest om het daarbij te laten…liefhebbers zijn immers bekend met de affaire van Leonard Cohen en Janis Joplin in dat hotel wat tot een prachtige songtekst leidde…Mitchell legt het echter helemaal uit en we maken het hele feest mee.

Daar is het dus soms wat teveel van het goede. Dat geldt ook voor de krantenartikelen die in het boek zijn opgenomen, zoals over Dean’s arrestatie in Italië. Via dat artikel lezen we alles voor de tweede keer. Verder bekroop mij af en toe het gevoel dat alles wat ik in muzikanten-biografieën heb gelezen over die tijd in dit verhaal geperst moesten worden. De werkelijkheid is juist soms fantastischer dan de roman zelf.

Dat neemt niet weg dat het verhaal met vaart geschreven is en dat ik het met plezier gelezen heb.. Mitchell springt heen en weer in de tijd, maar je raakt nooit de draad kwijt, alles is helder. Niet zo helder als de onvermijdelijke lsd-trip die zo bij die tijd hoort en die Dean bij Jerry Garcia van The Grateful Dead ondergaat;

Het broodje is een echt, zacht sponzig broodje dat in- en uitademt, in- en uitademt. ‘Jouw grote misvatting,’ zegt het broodje tegen Dean, ‘is dat je ervan uitgaat dat je brein een bubbel van bewustzijn genereert die je “ik” noemt…In de schaduw van een muziektent plast Dean diamanten…

Vertaling; Harm Damsma en Niek Miedema

 

7affdc65f7014c5597167307141444341587343
Ik ben nog net een kind uit de jaren zestig, maar dat was niet de reden om De jaren zestig van Geert Buelens aan te schaffen. Mijn niet aflatende enthousiasme voor geschiedenis was dat wel. Met zijn 840 pagina’s en kleine lettertype was het een grote, maar erg bevredigende, ‘klus’. Achterin het boek staat een uitgebreid notenapparaat die ik er zeker bij zou houden én er hoort een website bij het boek, waarop bij ieder van de 23 hoofdstukken veel geluidsfragmenten, videobeelden en soms hele films te beluisteren en te bekijken zijn. U kunt even vooruit met dit boek.

De helft van de hoofdstukken heeft als titel één van de jaren uit de sixties, de andere helft gaat over een thema, zoals Liefde, Werk, Spel, Macht of Geweld. Verder staan er talloze lijstjes in het boek, variërend van random lijstjes als “10 liedjes uit 1967” tot interessante overzichten als “10 keer geweld in beeldende kunst, muziek, film en literatuur”, “10 nieuwe huizen voor de moderne kunst” of “10 iconen van de protestmuziek”. Zo kom je aan talloze tips over films, muziek, boeken en kunstwerken.

Vraag je iemand om iets uit de sixties te noemen dan komen onherroepelijk de maanlanding, de moorden op Kennedy en Martin Luther King voorbij, The Beatles en Woodstock, kortom, alles waar ik ook op werd getriggerd toen ik dit boek zag. Uiteraard staat het er allemaal in, maar dat is niet de grote verdienste van dit boek. Ik werd echt gegrepen door mij onbekende verhalen en verbanden, zoals de razendsnelle bouw van Brasilia, de hoofdstad van Brazilië;

Het was natuurlijk een waanzinnig plan: een nieuwe stad bouwen in het hart van het ongerepte, vrijwel onbewoonde binnenland van Brazilië…Tot er een leider opstond die zo megalomaan en visionair was als het plan zelf. Juscelino Kubitschek, een francofiele boekenwurm van Tsjechische afkomst, had als burgemeester van Belo Horizonte blijk gegeven van een ongekende werkkracht en bezat ook nog eens bovengemiddelde bestuurlijke talenten en een opvallend modernistische smaak.

Dan heb je mij en lees ik door. Het boek is vergeven van dit soort verhalen. Soms gaat het behoorlijk snel en moet je er wel je aandacht bijhouden. Waar ik op pagina 139 nog bij de Chinese Grote Sprong Voorwaarts zat, ben ik op pagina 140 al weer bij een concert van Van Morrison op de Rockpalast Nacht.

Dat is wat mij betreft ook de grote aantrekkingskracht van dit boek. Het zwerft over de hele wereld en er worden verwijzingen gegeven naar lijstjes en/of foto’s elders in het boek. Een kenmerkend fragment;

Moderniteit werd ook afgemeten aan kleder- en haardracht. Veel Afrikanen bleven zich in lokale gewaden tooien, maar in de wereld van politiek, diplomatie, economie, media en kunsten werden westerse pakken en jurken geacht uit te stralen hoezeer de drager deel uitmaakte van de moderne wereldcultuur. Een West-Duits fotoboek van Robert Lebeck
[► 10 documentaire fotoboeken] toont hoe de Nigeriaanse omroepster van de eerste tv-zender uit zwart Afrika een…’modern’ kapsel heeft, terwijl op de belendende bladzijde een geluidstechnica in de studio van dezelfde omroep ‘nog een traditionele’ haartooi draagt.

Veel aandacht is er voor muziek en kunst. Natuurlijk, The Beatles, Elvis, Jimi Hendrix, daar wil ik over lezen, maar interessanter zijn de stukken over jazz uit Polen, de muziekcultuur in Japan en Singapore of het even inzoomen op het fenomeen ‘de twist’. Ook de happenings en performances zaten niet direct in mijn geheugen;

Marta Minujín was betrokken bij sommige van de meest uitdagende en agressieve happenings van het decennium. Suceso Plástico (Plastic Event, 1965) was zelfs voor haar doen exuberant. In een voetbalstadion…van Montevideo werden – op tonen van een mis van Bach – motorrijders, twintig volumineuze vrouwen, twintig atleten en twintig huwelijksparen met plakband omwikkeld terwijl jonge zangeressen in het publiek mannen gingen kussen. De artieste zelf arriveerde per helikopter van waaruit ze de deelnemers onder meer bestookte met sla, bloem en vijfhonderd levende kippen. Wie dit teveel vond worden, kreeg geen respijt. Pas acht minuten na het einde van de happening gaf de artieste het signaal dat de deuren van het stadion opnieuw geopend mochten worden. Het zou jaren duren voor Minujín zich opnieuw in Uruguay durfde te vertonen.

Aparte vermelding betreft nog een hoofdstuk over het jaar 1968, wat een uitzonderlijk roerig jaar was met talloze studentenopstanden bijvoorbeeld. Dit hoofdstuk is volledig opgebouwd uit telexberichten, waarin je in sneltreinvaart een stortvloed van gebeurtenissen over je heen gekieperd krijgt.

Dat geldt voor het hele boek eigenlijk. Er staat erg veel informatie in, dus neem er de tijd voor. Beluister de muziek (op de website staan Spotify-fragmenten waar je kan doorklikken naar Spotify voor het complete nummer), bekijk wat fragmenten of een hele film. Ik heb het boek uitgelezen maar ben er zeker nog niet klaar mee en dat zijn vaak de leukste boeken wat mij betreft.