
Laat ik er maar voor uitkomen. Ik houd van vogels. Toen ik het boek Vogels van formaat van Reinjan Mulder tegenkwam moest het gelezen. Het gaat over het duurste boek ter wereld, met handgetekende vogels, Birds of America van John James Audubon. Ik heb al honderd jaar het onvolprezen Zien is kennen in de kast staan, ook met handgetekende vogels, maar da’s toch anders.
Het boek telt maar 57 pagina’s en veel foto’s en toch is er veel over te vertellen. Het begint allemaal in het Teylers Museum in Haarlem, in 1833. Martinus van Marum, directeur, krijgt bezoek van de zoon van John James Audubon. Zoon is op zoek naar intekenaars voor een projectje van zijn vader, namelijk om alle vogels van Noordelijk Amerika op ware grootte weer te geven in een aantal boeken. Van Marum is enthousiast en is niet bang om een groot deel van zijn budget uit te geven als hij dat nodig acht. Dat doet hij en dat blijkt uiterst zinvol.
Audubon werd geboren op Haïti uit een Frans dienstmeisje en een gegoede Fransman. In Amerika kwam hij een vogelkenner tegen en als tekenaar zag hij mogelijkheden. Het project was geboren. Hij reist het hele land door om zoveel mogelijk vogels af te kunnen beelden. Dat is niet te onderschatten, want er waren in die tijd delen waar nog geen blanke was geweest. Hij voelde zich dan ook woudloper en Amerikaan pur sang.
Zijn kunst dan. Anders dan zijn voorgangers beeldde Audubon zijn vogels af in hun natuurlijke omgeving, in plaats van tegen een neutrale achtergrond. De tekeningen zitten dan ook vol details, zoals de langpootmug die opgejaagd wordt, de bessen die worden verschalkt enzovoort. Ik zat mij net te bedenken dat ik de tekeningen af en toe wat dik aangezet vond, toen dat direct bevestigd werd door Audubon zelf:
‘De posities’ schrijft Audubon, ‘waarin ik vogels afbeeld, lijken soms misschien een beetje overdreven, maar daar kan alleen iemand over vallen die niet vertrouwd is met de gevederde stammen, want geloof me, niets kan veranderlijker zijn dan de houding en posities van vogels. De reiger die zichzelf opwarmt in de zon, kan zijn vleugels soms een heel stuk laten zakken, alsof ze los zitten.’
Ik zeeg gerustgesteld weer achterover, want eigenlijk vind ik de tekeningen schitterend. Nog een klein stukje dan:
Wanneer Audubon twee mezen afbeeldt, is dat niet zomaar een mannetjesmees en een vrouwtjesmees, nee, hij laat een echtpaar zien, een man en zijn vrouw, met hun getut en al het lief en leed dat zij samen delen. Niets menselijks is zijn vogels vreemd.
Toch werd het boek weinig verkocht. Mensen haakten af, moesten lang wachten of vonden het te duur. Naast het Teylers Museum was er in die tijd nog maar één Europese intekenaar, een Italiaanse groothertog. Door die kleine oplage wordt het boek duur. Er zijn 28 exemplaren uit elkaar gehaald, 11 verbrand of vernietigd door oorlog en 14 exemplaren in het niets verdwenen (hier vestig ik al mijn hoop op). In 1973 waren er nog 134 volledige exemplaren bekend, 94 in de V.S. en 17 in Engeland. Inmiddels wordt het aantal complete sets op 119 geschat. Die zeldzaamheid heeft zijn prijs, er is begin 2012 een boek geveild voor bijna $ 8 miljoen.
Was Audubon nog van belang als wetenschapper? De meningen zijn verdeeld. In de V.S. werd hij gezien als een poseur. Zo werd hij tijdens een presentatie fijntjes gewezen op het feit dat een ratelslang, mooi weergegeven door hem, niet in bomen klimt. In Engeland kreeg hij wel erkenning. Toch heeft de man niet veel nieuwe vogels ontdekt. Er staan vogels in het boek die hij nooit in Amerika heeft gezien, maar die hij uit Britse musea heeft nagetekend. Hij heeft vrij veel vogels, die ook nu nog voorkomen in Amerika, over het hoofd gezien. Van de ongeveer duizend soorten heeft hij de helft niet weergegeven. Dat is vrij veel voor iemand met zijn pretenties. Aan de andere kant, er zijn argumenten dat hij van groot belang is geweest voor Darwin en zijn theorie. Het wordt keurig uiteengezet in het boek.
Tegenwoordig bestaat er een National Audubon Society, met meer dan 70 natuurreservaten door Amerika. Dat levert een mooie tegenstrijdigheid op, want bedenk dat Audubon iedere vogel die hij heeft weergegeven eerst geschoten en opgezet heeft, ook de zeldzame soorten als de trompetkraanvogel. Hij heeft eens duizenden goudplevieren op een dag gedood en hij schiet meeuwen:
Het mannetje wordt meteen dodelijk door hem geraakt en stort neer, maar het vrouwtje ontkomt nipt aan de dood. Treurend hipt zij om zijn kwijnende lichaampje heen. Met een tweede schot schiet Audubon dan ook haar maar neer. Vredig naast elkaar geven zij de geest. Vol authentiek aandoende deernis, als een beul die over het lot van zijn gehangenen treurt, schrijft Audubon: ‘Daar, zij aan zij, zoals in het leven zo ook in de dood, daar zweefden de verrukkelijke vogeltjes.’
Het kan verkeren. Op 16 juni 1838 zijn alle delen van het boek verschenen: 435 platen met 1065 vogels. Martinus van Marum heeft het laatste deel niet meer binnen zien komen, maar heeft Nederland een prachtwerk bezorgd.
Een belachelijk lange bespreking eigenlijk. Maar ja. Ik houd van vogels.

De vogels op ware grootte

De blauwe gaai