Het werd tijd om eens wat van Dostojewski in huis te halen. Dat werden de Verzamelde Werken van de Russische Bibliotheek. Niets logischer om dan maar te beginnen met Deel 1: Romans en verhalen.
Na ruim 550 pagina’s, twee romans en wat novellen verder weet ik dat ik opgewekt aan de andere 10 delen verder kan gaan. Ik heb een flinke dosis Russische melancholie tot me genomen en er valt iets van een lijn in de verhalen te ontdekken. Het gaat veelal over eenzame, arme en/of verwarde zielen. Rondom dat gegeven weet Dostjewski een mooie sfeer te scheppen.
Het eerste verhaal heet dan ook Arme Mensen en is een briefroman tussen een arme ambtenaar en een weesmeisje. Zij schrijven elkaar hartstochtelijke brieven waarin ze elkaars vriendschap bezingen. Uiteindelijk vertrekt het meisje met een landheer voor een huwelijk waar ze geen nee tegen kan zeggen. Dat leidt prompt tot een verscheurde Russische ziel bij de achterblijver:
Mijn hart is zo vol, zo vol van tranen…Zij verstikken mij, verscheuren mij!…Vergeet mij niet, vergeet niet uw arme Warenka!…Ach, ik had liever dat ze mijn hart uit mijn borst rukten, dan dat ze jou meenamen!…Langzaam zul je wegkwijnen van heimwee. Je zult daar sterven, ze zullen je in de koude aarde begraven en er zal niemand zijn die tranen om je vergiet daarginds!
En dat gaat twee-en-een-halve pagina lang zo door. Toch houd ik daar van. Ik verwacht bij de Russische klassieker emoties, zwaar aangezet zoals hun tongval, hun muziek, hun klimaat. Soms schrijnt het en wringt het, soms jubelt en straalt het.
Een mooie vondst is De Dubbelganger. Iemand komt een getrouwe kopie van zichzelf tegen. Deze dubbelganger intrigeert in zijn leven en neemt het langzaam over, tot wanhoop van de hoofdpersoon. Uiteindelijk moet iemand het veld ruimen en gehoorzamen aan een onvermijdelijk vonnis. Alsof je Kafka opnieuw leest…
Naast deze twee romans staan er nog acht kortere verhalen in het boek. Een terugkerend thema is het feit dat een schijnbaar futiele gebeurtenis opgeblazen wordt tot grote proporties, waardoor de hoofdpersonen moeizame discussies met elkaar aangaan. Een roman in negen brieven geeft daar een fraai voorbeeld van. Twee bekenden proberen af te spreken maar lopen elkaar telkens mis. De verhoudingen worden er niet beter op:
Mijn beste geachte vriend Iwan Petrowitsj, Uw brief heeft mij tot in het diepst van mijn ziel bedroefd. En schaamt u zich eigenlijk niet, mijn dierbare, maar onrechtvaardige vriend, mij zoiets te schrijven, mij, die u meer dan iemand anders altijd het beste toewenst, mij zo haastig te beoordelen…
“Tot in het diepst van mijn ziel”, “dierbaar maar onrechtvaardig”; grote emoties, ook hier weer. Zo hoort het. Subtiliteiten overboord, ruim baan voor de lyriek. Dat geldt ook voor het prachtige verhaal Een schuchter hart. De relatie tussen twee vrienden wordt op de proef gesteld als één van de twee aankondigt te gaan trouwen. Dostojewski trekt alle registers open en wat mij het meest trof hierin was zijn beschrijving van de stad en de rivier. Zo stelde ik mij de Russische klassiekers voor:
Het was reeds laat in het schemeruur, toen Arkadi naar huis terugkeerde. Bij de Newa aangekomen, bleef hij een ogenblik staan en, langs de rivier turend, boorde hij zijn blik in de nevelige, vorstkoude verte, die plotseling dieprood was getint door de laatste, purperen weerschijn van het bloedende avondrood dat aan de mistige horizont wegstierf. De nacht daalde over de stad en heel het onmetelijke, door de bevroren sneeuw bobbelig geworden oppervlak van de Newa werd in de laatste stralen van de zon als bezaaid door ontelbare miriaden fonkelende ijsnaalden. Het vroor twintig graden…Een witte damp sloeg van de afgejakkerde paarden en van de zich voortspoedende mensen…
Hoe mooi ook, Dostojewski heeft ook zijn burleske kanten zoals het laatste verhaal laat zien, De vrouw van een ander en de man onder het bed. Het is wat het is, een man en vrouw liggen op bed, onder het bed liggen twee mannen die nog worden aangevallen ook door het kleine keffertje van mevrouw. Keffertje wordt gewurgd, de heren komen er mee weg.
Om mijzelf en de lezer voor een overdosis te behoeden zal ik niet alle delen achter elkaar lezen. Ik zal mij beheersen. Toch kijk ik uit naar het volgende deel en doe geen beloften. Ik pak snel een ander boek.