Alonso Quijano leest alle ridderromans die er zijn, het slaat hem volledig in de bol en hij besluit een dolende ridder te worden. Opkomend voor de zwakkeren, onrecht recht zetten, dat soort werk. Don Quichot van La Mancha van Miguel de Cervantes wordt het archetype van de eenzame ridder, zwervend op een schonkig paard. Naast hem een schildknaap, Sancho Panza op zijn grauwtje (het mooiste woord voor ezel dat ik ken).
Of dit alles klopt laat ik lekker in het midden, evenals de beschouwingen over de vele manieren waarop je dit boek kan lezen. Avonturenroman, allegorie, satire, hoogromantisch meesterwerk, het komt allemaal voorbij. Ik ben onbevooroordeeld begonnen aan de ruim 1000 bladzijden en ik heb me geen moment verveeld.
Het boek bestaat uit twee delen. Deel één bestaat voornamelijk uit de potsierlijke avonturen die het duo beleeft. Door de waan van Don Quichot worden windmolens reuzen, herbergen kastelen en een kudde schapen een groot leger. Hij stort zich in ieder gevecht en knecht Panza draaft er met de moed der wanhoop achter aan. Ze komen er nooit ongeschonden vanaf. Dat mag hem de pret niet drukken, het is ter meerdere eer en glorie van Doña Dulcinea de Toboso, de vrouwe van het geknechte hart van Don Quichot. In het verhaal overigens een mooi boerenmeisje die van deze hele toestand niets afweet.
Waar de avonturen in deel één rechtoe-rechtaan zijn, wordt het in deel twee allemaal wat vreemder. De avonturen hier worden vaak in scene gezet door anderen. Hemelvaart op een houten paard, Sancho Panza wordt gouverneur over een denkbeeldig eiland, gesprekken met een bronzen hoofd, het kan niet op. De schildknaap wordt tevens vriendelijk verzocht om zichzelf ruim 3000 maal te geselen om een betovering te verbreken en hij mag zich 24 maal de neus plat laten drukken, 12 maal laten knijpen en 6 maal laten prikken in ledematen en lendenen om een dode tot leven te wekken. Hij krijgt het wel voor zijn kiezen. Uiteindelijk keren ze beiden terug naar hun dorp, waar Don Quichot ziek wordt, weer bij zinnen komt en de geest geeft.
Ik heb dit verhaal met stijgende verbazing zitten lezen. Wat begon als een mooie avonturenroman ontwikkelde zich tot een verhaal waarbij de hoofdfiguren beiden sympathie opwekken. Laat gezegd zijn, dat zeg ik zelden over romanfiguren. De Don in zijn koppige halsstarrigheid (eigenlijk standvastigheid) en moed, de schildknaap die hem tegen beter weten in trouw volgt, hopend op een gouverneurschap of ander geldelijk gewin. De waan die overheerst, maar soms wordt afgewisseld met verstandige raad en gesprekken, de onnozelheid van de knecht die toch als gouverneur ineens voldoet. Het is een constante strijd tussen feit en fictie. Uiteindelijk de terugkeer van het verstand van Don Quichot net voor zijn dood, waarbij Sancho Panza niets liever wil dan de waan weer in vluchten, op avontuur met zijn baas.
Cervantes construeert het zo dat hij niet de verteller is. Dat is Benengeli, een schrijver van Arabische origine. Dat stelt Cervantes in staat zijn eigen werk op de hak te nemen. In het tweede deel leren Don Quichot en Sancho Panza namelijk dat hun avonturen al zijn uitgegeven in deel één, maar dat dit de nodige fouten bevat. Een mooie reden voor de echte auteur om zijn hoofdpersonen één en ander recht te laten zetten.
Ik heb verder genoten van de talloze spreuken en spreekwoorden waar Sancho Panza mee strooit:
“Zonder juk op zijn nek, likt een os zich het best”
“Tussen zeggen en doen, verslijt je een schoen”
En ga zo maar door, je zou er op af kunnen studeren. Ook de titels van de hoofdstukken mogen er wezen:
“Hoofdstuk 28 Over dingen waarvan Benengeli zegt dat wie ze leest ze zal weten, mits hij ze aandachtig leest”
“Hoofdstuk 73 Over de voortekenen die Don Quichot opving toen hij zijn dorp binnenreed, alsook andere voorvallen die deze grootse geschiedenis luister en geloofwaardigheid verlenen”
Dit zijn zo wat terzijdes bij een verder machtig verhaal; een reusachtige cocktail van moed, trouw, waanzin, liefde, bedrog, lust en vriendschap (niet noodzakelijk in deze volgorde) die mij het boek achter elkaar deden uitlezen. En wat is er mooier dan een schrijver die solidair is met zijn schepping tot aan het eind. Cervantes stierf niet lang na de dood van zijn anti-held, De vernuftige edelman Don Quichot van La Mancha.