archiveren

Berlijn

9403118415.01._SX450_SY635_SCLZZZZZZZ_
In Berlijn laat muziekjournalist Leo Blokhuis zien wat de invloed is van de muziek die in de loop der jaren in de Duitse hoofdstad is gemaakt. Het is de plek waar verschillende muziekstijlen samen zijn gekomen. Theater- en klassieke muziek, popmuziek en het gebruik van (vaak primitieve) elektronica zorgen voor iets wat kosmische Musik wordt genoemd en Blokhuis toont de invloed aan op de hedendaagse popmuziek.

Het vertrekpunt is de Eerste Wereldoorlog en de staat van het land Duitsland in die tijd. De Weimarrepubliek is jong en er is politieke onrust. Rosa Luxemburg, een jonge politica wordt vermoord en hier duiken we meteen de muziek in. Bertold Brecht schrijft een lied over de moord, ‘Ballade vom ertrunkenen Mädchen’. We nemen dan een reuzensprong naar David Bowie, die het nummer ook heeft vertolkd als ‘The Drowned Girl’. En dat is ook de opzet van het boek, om de hele boog te maken van de ontwikkeling tot aan de muziek van David Bowie en de muziek die deze vernieuwer in Berlijn heeft gemaakt, tot aan zijn invloed en de invloed van andere Duitse bands op de muziek van nu.

In die vroege periode zijn vernieuwers belangrijk zoals de componisten Arnold Schönberg en Paul Hindemith. Componisten, maar ook schilders als Kandinsky en Kokoschka passen in dat beeld. Het gaat hen om het uitdrukken van emoties en expressionisme, niet zozeer om mooie klanken en beelden. De Amerikaanse componist Edgar Varèse komt naar Berlijn en hij experimenteert met elektronische muziek, net als Hindemith. Frank Zappa is fan van Varèse en wordt door hem beïnvloed. Ook de film is belangrijk en films als ‘Metropolis’ inspireren bands Queen en Kraftwerk.

In de Tweede Wereldoorlog vluchten veel kunstenaars naar het buitenland. Veel kunst wordt in Duitsland door Hitler en zijn bewind als Entartet beschouwd en wordt verboden. Maar er gebeurt ook iets belangrijks, voor de muziek wel te verstaan;

In de donkeren jaren waarin de nationaalsocialisten voor een creatieve kaalslag in Duitsland zorgen, bloeit er nog een roos door de scheur in het zwarte asfalt. Harold Bode werkt in 1937…aan het Warbo Formant Orgel.

Dat orgel overleeft de oorlog niet maar Bode ontwikkelt door en komt met de Melochord. Als Bode in Amerika belandt bouwt ene Robert Moog verder op zijn werk en een beetje muziekliefhebber weet dan dat de eerste commerciële synthesizer het licht ziet. Het geluid van de Moog is op talloze hits te horen (‘I Feel Love’ van Donna Summer en ‘Autobahn’ van Kraftwerk om maar iets te noemen).

Na de oorlog is de scheiding tussen de Duitslanden een feit en wordt de muur gebouwd. Berlijn is cultureel kapot en achtergebleven geallieerden worden op hun rock-‘n-roll getrakteerd door Nederlandse indo-rockers, maar ook door The Beatles die daar optreden. Gelukkig wordt er volop geëxperimenteerd en Pierre Schaeffer is daar een voorloper in. Hij gebruikt concrete geluiden voor zijn opnames, zoals treingeluiden in zijn ‘Etude aux chemins de fer’. Zijn invloed op Kraftwerk en Bowie is onmiskenbaar. Amon Düül is zo’n experimentele band die oerklanken gebruikt in zijn optredens. Ook Popol Vuh is een band die bekend wordt met zijn dromerige muziek en is een vertegenwoordiger van de kosmische Musik.

De Duitse experimentele muziek slaat aan in Groot-Brittannië. Brian Eno is fan en Mike Oldfield laat zich met zijn ‘Tubular Bells’ ook inspireren. David Bowie wordt ook aangetrokken door de ontwikkelingen in Berlijn en verhuist naar de stad. Blokhuis besteedt relatief veel aandacht aan de drie ‘Berlijnse albums’ die Bowie uitbrengt en die, soms tot verdriet van zijn platenmaatschappij, afwijken van wat hij daarvoor uitbracht. Ook zijn vriendschap met Iggy Pop en diens belangrijke album ‘The Idiot’ worden toegelicht. Blokhuis legt uit hoe de invloeden van de Berlijnse muziekscene doorwerken in hun muziek, met name de invloed van groepen als Kraftwerk en Neu!. Ook Kraftwerk krijgt veel aandacht en dat is niet voor niets. Hun invloed op groepen als U2, The Human League en Orchestral Manoeuvres in the Dark is onmiskenbaar. Tenslotte besteedt Blokhuis nog aandacht aan de Neue Deutsche Welle. Dat is de stroming die de punk en new wave voortzet in Duitsland. Een groep als Einstürzende Neubauten is de grondlegger van de industrial; muziek met een straffe Motorik-beat gemaakt met bouwmateriaal, elektrisch gereedschap, gebroken glas en metalen voorwerpen. Blokhuis waagt zich aan beluistering;

…feit is dat je veel doorzettingsvermogen nodig hebt om het debuutalbum Kollaps uit 1981 integraal te beluisteren. Ik heb het gedaan, huisgenoten en passanten kwamen regelmatig vragen wat er precies gesloopt werd, terwijl de Poolse bouwvakkers bij de buren zich waarschijnlijk afvroegen of iemand hen in de zeik zat te nemen. Maar toch, bleef ik mezelf voorhouden: luister, vrij van alle bestaande conventies die over muziek bestaan, omarm Varèses definitie van muziek, namelijk dat het ‘georganiseerd geluid’ is en vind iets niet meteen ‘gek’ of ‘raar’.

Het is met 227 pagina’s geen dik boek en er zitten veel prachtige illustraties in, maar de grote meerwaarde zit hem erin dat Blokhuis in kort bestek een heldere uiteenzetting geeft van de ontwikkeling van de muziek in Berlijn vanaf de Eerste Wereldoorlog tot nu. Hij schetst ook het tijdsbeeld waarin die muziek gemaakt werd en het allerbelangrijkste; Blokhuis heeft een lange Spotify-lijst gemaakt met alle muziekfragmenten die hij in het boek noemt (zoek op Spotify naar Leo Blokhuis Berlin). Je gaat van Schönberg en Stockhausen via Marlene Dietrich en Bertold Brecht naar David Bowie, Kraftwerk, Brian Eno en U2. Neem de tijd om ook te luisteren naar Einstürzende Neubauten en Neu!, Amon Düül, Wolf Biermann en Pierre Schaeffer. Dat is zeer de moeite waard.

 

9029080779.01._SX450_SY635_SCLZZZZZZZ_

Het heeft even geduurd voordat ik Berlijn Alexanderplatz van Alfred Döblin uithad. Dat heeft niets met de kwaliteit van het verhaal te maken. Die is prima. Soms moet de aandacht wel eens even ergens anders zijn dan bij de wereldliteratuur, zo gaat dat soms.

 

Het verhaal dan. Het mooie is dat daar eigenlijk weinig woorden aan vuil gemaakt hoeven te worden. Het is eenvoudig. Franz Biberkopf komt vrij uit het gevang waar hij vast heeft gezeten omdat hij zijn vriendin heeft doodgeslagen. Hij is vast van plan een fatsoenlijk leven te gaan leiden. Als dat gaat lukken heb je geen roman, dus gelukkig mislukt dat. Zo ontstond Berlijn Alexanderplatz.

 

Biberkopf ontmoet in en om de Alexanderplatz allerlei schimmige figuren. Hij wordt geholpen door Joden, komt in contact met dames van lichte maar sympathieke zeden en laat zich in met dieven en souteneurs. Franz doet zijn best om fatsoenlijk te zijn, maar het is duidelijk dat dit niet gaat lukken. Er volgt een neerwaartse spiraal waar hij niet ongeschonden uitkomt.

 

Wat blijft er dan over? Veel. Een soort filmisch portret van Berlijn en de Alexanderplatz in het bijzonder. Dat gaat soms met flitsen, advertentieteksten, beschrijvingen van voorbijgangers, nieuwsberichten enzovoort. Het bruist aan alle kanten. Een kleine proeve van de schrijfstijl:

 

Lijn 68 gaat over de Rosenthalerplatz, Wittenau, Nord-bahnhof, Heilanstalt, Weddingplatz…Limonades en bessesap tegen engros-prijzen, dr. Bergell, advocaat en procureur. Lukutate, het Indische verjongingsmiddel, Fromms akt, de beste gummispons, waarvoor hebben de mensen eigenlijk zoveel gummisponsen nodig.
Gisterenmorgen hebben in een der donkere zijstraten van het Stettiner Bahnhof in een der vele kleine hotels een man en een vrouw zelfmoord gepleegd…Daar is het grote restaurant van Achinger waar men voor weinig geld eten kan en het bier goedkoop is.

 

Het gaat over Franz Biberkopf, zijn vriendinnen en zijn kompanen in het kwaad, maar het gaat eigenlijk om Berlijn zelf. De sfeer wordt prachtig neergezet. Niks grandeur, maar een milieu van arbeiders, nietsnutten, hoertjes en pooiers. Biberkopf zwerft ertussen en tracht het hoofd boven water te houden. Döblin geeft dat soms prachtig weer, zoals wanneer het hoertje Mieze vermist blijkt en Franz en Eva het hier over hebben:

 

‘Eva, wat zou er dan toch met Mieze gebeurt zijn? Snap je dat nou? Dood. Iemand heeft haar doodgemaakt, nu weten we het, ze is dus helemaal niet van me weggelopen…’
Franz denkt aan Mieze, wordt ineens bang, krijgt een doodsschrik, daar is het weer, een machtig maaier is de Dood, met bijlen en palen komt hij, hij pijpt op een fluitje, doet dan zijn kaken uit elkaar, heel wijd uit elkaar, neemt een bazuin en blaast er op, later zal hij pauken nemen en er mee slaan en dan zal de zwarte donkere stormram komen, roem, roem, iedere keer weer opnieuw, roem, roem.

 

Een machtige maaier is de Dood. Die frase loopt als een lithanie door het boek heen en geeft aan waar het naar toe gaat. Alsof Schubert’s Winterreise in een nieuw jasje gestoken is. Machtig is het stuk waar Franz zijn gevecht met de Maaier voert, een gevecht dat hij alleen beleeft. Ga het vooral lezen.

Nog even speciale aandacht voor de vertaling. Er is gekozen voor de vertaling van Nico Rost. Hij heeft Döblin persoonlijk gekend en de schrijver, die de Nederlandse taal voldoende beheerste, was een bewonderaar van deze vertaling. Dat is bijzonder, want de vertaling is bijna een bewerking. Rost heeft zich vrijheden veroorloofd, heeft soms zelfs zinsnedes of een alinea laten vervallen, maar heeft een dermate vloeiend verhaal afgeleverd dat de sfeer van de cultuurmetropool prachtig is weergegeven.

Vertaling: Nico Rost