archiveren

Metro

9400402848.01._SX450_SY635_SCLZZZZZZZ_
Metronome van Lorànt Deutsch is een boek over Parijs door de eeuwen heen. Vanaf de eerste nederzetting tot aan de bouw van de moderne wij La Défense. Deutsch doet dat aan de hand van de namen van verschillende Parijse metrostations. Velen hebben ze wel gezien, maar wie of wat zit er achter namen als Invalides, Châtelet, Etienne Marcel? Een originele invalshoek, hoewel ik de titel er dan weer een beetje bijgesleept vind. De auteur;

Mijn boek wil in zekere zin een instrument zijn dat de maat tikt en de tijd ritme geeft.

Hij had het iedere andere titel mee kunnen geven maar hier stopt dan ook alle kritiek van mijn kant. Wat rest is een prachtig boek van bijna 400 pagina’s dat ik in één adem uit las. Wat een rijkdom aan feiten en wetenswaardigheden. Het begint al bij de eerste nederzetting, waarvan ik dacht dat het op het eilandje in de Seine was gebouwd, het Île de la Cité. Fout! De eerst nederzetting ontstond verderop, bij het huidige Nanterre, in de westelijke banlieue van Parijs. De Romeinen gingen op het eilandje bouwen, waaronder natuurlijk een arena. Deutsch geeft haarfijn aan waar deze heeft gelegen in het huidige Parijs. Gevochten werd er, tegen de Galliërs en de Romeinen waren onder de indruk van hun onverschrokkenheid. Ze doopten het strijdtoneel “Het terrein van Mars” en zo heet het nog steeds. Ik wist niet dat er onder de Eiffeltoren resten lagen van Gallische strijders.

En zo gaan we door de eeuwen heen. Na de Romeinen kwamen de Franken en er ontstaat een constante strijd over het groeiende Parijs en de overige rijksdelen. Deutsch vertelt met vaart en humor over de politieke situatie, maar ook over het ontstaan van monumenten als de kerk Saint-Germain-des-Prés. De Vikingen proberen Parijs in te nemen maar dat valt ze vies tegen. Het wordt zelfs zo gek dat ze wel Frankrijk verder in trekken, maar op de terugweg hun boten aan wal trekken en ermee om Parijs heen lopen!

Onder Filips II bloeit Parijs op, maar deze neemt al wel op zeventienjarige leeftijd keiharde maatregelen tegen de Joden. De Hallen worden aangelegd en Deutsch vertelt en passant ook meteen hoe ze weer verdwenen. Van nog veel meer zaken vertelt hij wat er nog van te zien is en dat is meteen de grote kracht van dit boek, Je wordt mee de geschiedenis in genomen, je leest bijvoorbeeld over de moord op Lodewijk van Orléans;

Hij heeft geen tijd om verder nog iets te zeggen. Hij wordt uit het zadel getrokken, valt op zijn knieën, probeert weer op te staan, maar wordt met bijlen, zwaarden en knuppels doodgeslagen.

Spannend, maar Deutsch gaat vervolgens verder in een omkaderde tekst;

Waar werd hertog Lodewijk van Orléans vermoord?

Al is er niets over van hôtel Barbette, zoals ik al zei, het steegje dat naar de zij-ingang leidde is er nog altijd. In deze impasse des Arbalétriers, ter hoogte van de rue des Francs-Bourgeois 38, is de misdaad gepleegd.

Ik ren dan meteen naar de computer om het op te zoeken, het was dus hier. Zo trekt hij voortdurend zijn geschiedenisverhaal het heden in. Je moet met dit boek eigenlijk door de stad zelf heen lopen.

Hij doet het ook met de beruchte gevangenis de Bastille. Ik citeer;

Iedereen is het erover eens en zal het u bevestigen: met uitzondering van de paar funderingsstenen die in de metro te zien zijn, is er niets van de Bastille over…Maar dat is niet waar! Er bestaat nog een cel, een van die smerige hokken die zich in de kelders van de vesting bevonden, daar waar het koninklijke gezag de eigenzinnige types en weerspannige geesten opsloot.

En vervolgens legt hij haarfijn uit waar die cel zit, onder een Koreaans restaurant…Zo gaat het maar door, ik kan mij voorstellen dat zelfs een notoire Parijsbezoeker hier nog wat van kan opsteken. Nog eentje dan. Wellicht heeft u in Parijs op Place de la Bastille de grote gedenkzuil wel eens gezien, de Colonne de Juillet. Opgericht tussen 1835 en 1840 als gedenkteken voor de Parijse opstanden van juli 1830. Maar Deutsch geeft hier weer een mooi weetje, want hij stelt de vraag wat wij onder die zuil vinden?

De geschiedenis maakt soms vreemde kronkels. Tussen de vijfhonderdvier martelaars van de julirevolutie uit 1830 die onder de zuil zijn begraven, liggen een paar Egyptische mummies, die ouder zijn dan twee- of drieduizend jaar! Ze waren door Bonaparte van de veldtocht in Egypte mee teruggebracht en onder de grond verstopt in een park vlak bij de nationale bibliotheek…precies op de plaats waar na de julidagen de lijken van de revolutionairen werden begraven. Toen men de helden van de revolutie onder de zuil wilde leggen, dacht niemand eraan om ze uit te zoeken, en ze namen alle lichamen mee zonder er al te veel naar te kijken. En zo komt het dat er vandaag de dag misschien een of andere farao onder de place de la Bastille ligt…

Ik smul van dit soort verhalen, zeker als ze met zoveel vaart en humor als hier gebracht worden. Aanrader!

Lees ook het verhaal van Bettina

Vertaling; Martine Woudt