archiveren

Boekenweekgeschenk

De eerlijke vinder van Lize Spit is het Boekenweekgeschenk van 2023. Ik heb nog nooit iets van Spit gelezen dus ik was benieuwd en ik vond het een prima verhaal.

Jimmy Sluis is een jongen uit een gebroken gezin die zo zijn eigen routines en obsessies heeft. Zijn vader was een verzekeringsagent die wat dorpelingen benadeeld heeft en is vertrokken. Jimmy is een meesterverzamelaar en heeft een vaste route langs allerlei automaten om te kijken of daar nog muntjes in zijn achtergelaten. Met die muntjes kan hij chips kopen. Niet om de chips, maar om de flippo’s.

Flippo’s? Jazeker, we zitten in een flashback naar eind vorige eeuw toen die dingen een rage waren. Jimmy kan zijn geluk niet op als hij uit een geldautomaat een pak Belgische francs ziet steken waar hij enorm veel chips mee kan kopen om zijn verzameling flippo-albums compleet te maken. Niet alleen zijn verzameling, hij legt eenzelfde verzameling aan voor zijn vriend Tristan Ibrahimi, die met zijn grote familie uit Kosovo over land naar België is gevlucht.

Als eerlijke vinder worden hij zo een gevierd verzamelaar en plaatselijke roem zal zijn deel zijn, zo stelt hij zich het tenminste voor. Helaas, er komt een kordate dame het gevonden geld terug eisen en Jimmy is terug bij af;

Net was Jimmy nog op het gemeenteplein gehuldigd, het applaus was zelfs nog niet uitgedoofd, en nu moest hij alles terugdraaien. Tristan moest zijn opengevallen mond weer dichtdoen en de net overhandigde albums aan Jimmy teruggeven, de burgemeester slikte zijn speech weer in, de gemeentearbeiders klapten alle tafeltjes weer dicht en draaiden het tafelpapier weer op de rol, de hele ceremonie was een vergissing, al die flippo’s moesten opnieuw in de chipszakken, de zakken weer de aanhangwagen in…

De belevingswereld van Jimmy staat in schril contrast met die van Tristan. Hij is in de klas aan Jimmy toegewezen en Jimmy kwijt zich goed van deze taak. Hij leert hem de taal en zorgt dat hij bij blijft over de behandelde stof in de klas. Dan wordt Jimmy uitgenodigd om te blijven slapen bij Tristan.

Je voelt de hele tijd dat er iets speelt en uiteindelijk wordt het duidelijk; het gezin krijgt geen verblijfsvergunning en moet terug naar het land van herkomst. Als Jimmy bij Tristan aankomt met spullen voor de logeerpartij neemt hij ook de flippo-albums voor Tristan mee om ze officieel te overhandigen. Daar is echter nog geen tijd voor.

Tristan heeft namelijk met zijn zus Jetmira een plan bedacht en Jimmy moet daarvoor een proef ondergaan. Dat plan moet de uitzetting voorkomen en Jimmy staat bovenaan de lijst met personen die hier het beste bij kunnen helpen. Jimmy aarzelt maar doorstaat de proef. Hierna gaat hij voor het eten met Tristan groenten uit de tuin halen voor het eten van die avond. Tristan vraagt of hij een slak durft te eten en houdt hem voor Jimmy’s mond. Omdat Jimmy ongeveer weet wat voor ontberingen Tristan al met zijn familie heeft moeten doorstaan wil hij niet weigeren en stopt hij de slak in zijn mond;

Hij zou niet kokhalzen, hij moest dit kunnen. Jimmy dacht aan zaken waarbij deze kleine hap in het niet zou vallen…Als je de teleurstelling over zijn vader, die nooit had gebeld om naar zijn schoolresultaten te vragen, zou laten inkoken tot een hapje ter grootte van een slak, dan zou dat taaier zijn dan dit.

Jimmy vindt zowaar een moment om de flippo-verzameling aan Tristan te overhandigen, maar niet nadat ze hun zelfbedachte hapje Papriprak hebben klaargemaakt, met chips als hoofdingrediënt. De logeerpartij van die avond verloopt wat anders dan Jimmy het zich had voorgesteld en ook hier komen de twee belevingswerelden mooi tegenover elkaar te staan, Spit doet dit best goed.

De oplossing die Tristan en Jetmira hebben bedacht en waarin Jimmy een rol moet gaan spelen ga ik niet weggeven, maar Spit bouwt mooi de spanning op naar de climax van het verhaal. Achterin het boekje lezen we nog dat de novelle gebaseerd is op het verhaal van de familie Zenelaj. Dit gezin kwam in november 1998, op de vlucht voor de Kosovo-oorlog, In België terecht en werd door het dorp Viersel opgevangen. Het gezin werd uitgewezen, maar na massaal protest van het dorp werd hun uiteindelijk toch asiel verleend. Dit is geen spoiler voor de afloop van dit verhaal overigens.

eaef5c0dd654e3f593358335541444341587343_v5
Remco Campert schreef met Somberman’s actie het Boekenweekgeschenk 1985. Toen was het recept ook om een korte novelle van goed 90 pagina’s te schrijven en dat gaat Campert prima af.

Het is de 156e dag van Somberman’s werkloze bestaan. Hij deed de boekhouding van een groot warenhuis, maar dat ging failliet. Campert zag het Vroom & Dreesmann-debacle al vroeg aankomen blijkbaar. Somberman’s naam is niet toevallig gekozen. Hij weet niet wat hij met zijn tijd aan moet en gaat weinig vrolijk door het leven. Zijn vrouw, Bezig, heeft wel werk. Zij is receptioniste van een hotel en Somberman is licht jaloers op het feit dat zij wel werkt;

Soms betrapt hij zich op het verlangen dat ze ook haar ontslag zal krijgen, zo ver gaat het al bij hem. Waarom de een wel werk en de ander niet?…Zou het niet veel eerlijker verdeeld zijn als niemand werk had?
Even vermeit hij zich met die gedachte. Voor zijn ogen verschijnt een zonnig beeld van gelukkige families die wandelen in een park. Er klinkt hemelse muziek. Somberman en Bezig lopen er ook, hand in hand, het lijkt wel of ze zweven.
Dit is de dood, beseft Somberman huiverend, en razendsnel doet hij het beeld verdwijnen.

Somberman heeft een vriend, Domoor, die af en toe langs komt. Hij werkte ook in het warenhuis maar was net op tijd met pensioen. Bezig mag Domoor niet, het is een kleurloze man volgens haar. Soms zoekt Somberman haar op in het hotel, zoals wanneer hij zijn haar heeft laten knippen. Zwart, bij de kapper die officieel dicht is op dinsdagmiddag maar wel een borreltje schenkt.

Af en toe gaat Somberman naar een café, waar hij Blufkaak en zijn actievoerende zoon en kraker Lubbe ontmoet. Daar staat het meisje Soeza achter de bar en Somberman vraagt haar in een opwelling mee uit. Zijn vrouw Bezig ziet volgens hem wat in de barman Harry, dus hij mag ook wat afspreken nietwaar? Zo leert hij langzamerhand ook de andere kant van het leven kennen en hij bloeit zowaar een beetje op;

Hij denkt aan zijn nacht met Soeza en heeft moeite een Tarzankreet te onderdrukken. Alles wijst erop dat zijn nieuwe leven is begonnen en hij verbaast zich over zijn onverhoeds teruggekeerde vitaliteit, want op de keper beschouwd zijn de omstandigheden nauwelijks veranderd.

Dat gaat verder. Lubbe is erachter gekomen dat Somberman in het warenhuis heeft gewerkt en wil hem daarover spreken. Hij stemt toe en bevindt zich ineens in een krakersbeweging die het warenhuis wil bezetten. Hij geeft hen nuttige tips en verschijnt zelfs op het journaal. Domoor zit op de bank het journaal te kijken;

Domoor valt bijna van de bank van verbijstering. Het is Somberman! Domoor staat op en loopt naar het televisietoestel toe. Even heeft hij het gevoel dat er iets mis is met het toestel, een technische storing van kosmische aard. Somberman hoort nu thuis te zitten en met zijn vrouw naar het journaal te kijken, in plaats van eròp te zijn.

Domoor heeft weing tijd meer over om van zijn verbazing te bekomen, maar dat moet u zelf maar gaan lezen. Net als hoe het Somberman vergaat. Hij heeft zijn kleurloze leven wat invulling weten te geven en wacht tot de politie het warenhuis in komt. Dan gaat hij over tot wat we nu kennen als Somberman’s actie, maar ook die geef ik niet weg hier. Al met al een vermakelijk boek waarin Campert met een vleug humor een licht tragisch leven neerzet.

c55ab340402e37a5975797a3067444341587343_v5
Ik had het Boekenweekgeschenk van dit jaar nog liggen en omdat ik een liefhebber ben van de boeken van Ilja Leonard Pfeijffer, was ik ook benieuwd naar Monterosso mon amour. Het blijkt nogal eens lastig om in zo’n 90 pagina’s een onderhoudend verhaal te schrijven maar Pfeijffer is wat mij betreft daarin geslaagd.

Het thema van de Boekenweek 2022 is Eerste liefde en daar draait het om in dit boek. Carmen is de vrouw van een gepensioneerde diplomaat en zo rond de zestig jaar. Kinderen hebben ze niet en ze vindt eigenlijk dat ze een weing opzienbarend leven heeft geleid;

Ik heb over de wereld gereisd zonder de wereld te zien, ik heb tennisballen in een net geslagen en sherry ontdekt, ik ben zomaar opeens oud geworden zonder daarvoor moeite te doen.

Ze organiseert lezingen voor de plaatselijke bibliotheek, is verder niet ongelukkig maar het grote gebaar ontbreekt gewoon. Als op één van die lezingen de schrijver Ilja Leonard Pfeijffer optreedt en spreekt over het Italiaanse Monterosso, denkt Carmen terug aan haar eerste liefde die ze daar ooit ontmoette.

Kinderen waren ze nog en Carmen en Antonio waren onafscheidelijk op hun vakantie. Ze hebben onder water zelfs hun eerste zoen uitgewisseld. Na die lezing besluit Carmen alleen naar Monterosso te gaan voor een korte voorjaarsvakantie. Haar man Rob vindt het allemaal prima.

Eenmaal daar aangekomen vindt ze snel de online besproken Bed & Breakfast van Tiziana. Ze raken in gesprek, ook over die eerste liefde en Tiziana wordt enthousiast en wil Antonio voor haar vinden. Daar was het Carmen nu niet om te doen, hoewel ze ooit had beloofd om terug te keren naar Monterosso;

‘Echt, Tiziana, het is goed zo…Ik heb geen enkele behoefte om mij in mijn nadagen op te dringen aan een Italiaanse heer van min of meer mijn leeftijd die zijn eigen leven heeft, met hypotheeklasten, huisdieren, pensioenpremies en waarschijnlijk ook een vrouw, en die er met zekerheid niet op zit te wachten om het wrede verval waaraan een vroegere vakantieliefde ten prooi is gevallen met eigen ogen te aanschouwen.’

Dat mag zo zijn, ondertussen is Carmen natuurlijk wel naar de zee gegaan en heeft daar een jongen ontmoet, Oronzo, die haar doet denken aan de jonge Antonio. Oronzo trekt even bij Carmen en Tiziana in het Bed & Breakfast in, omdat de oma waarbij hij woont opgenomen is in het ziekenhuis vanwege een virus dat ineens overal heerst. Door dat virus zijn er ook beperkingen en kan Carmen niet terug naar Nederland vliegen. De actualiteit is keurig in het verhaal opgenomen.

De lijntjes komen in het verhaal uiteindelijk keurig bij elkaar. Misschien ziet u hem aankomen, misschien niet maar het leest prettig weg. De leuke twist zit op het einde, als Carmen weer naar huis vliegt. Op het vliegveld van Genua ziet ze, u gelooft het niet, de schrijver Ilja Leonard Pfeijffer weer;

Hij ziet haar niet. Hij is te druk met zijn espresso en met het negeren van het gewone volk.

Natuurllijk zitten ze naast elkaar en komen ze met elkaar in gesprek. Ze herinnert hem aan de lezing in de bibliotheek én aan het feit dat ze voorkomt in één van zijn boeken, de relatie gaat nog veel verder terug. Uiteindelijk is de les dat alles op een misverstand berust.

Ik ben niet altijd enthousiast over de Boekenweekgeschenken maar ik heb dit met plezier gelezen. Het is onmiskenbaar Pfeijffer en het bevalt me dat hij zichzelf met enige zelfspot opvoert in het boek.

af5444d19985d8a59734d2b7941444341587343_v5
Wat wij zagen van Hanna Bervoets is het Boekenweekgeschenk van 2021. Anders dan vorig jaar is dit weer een fictieverhaal en wel één die midden in deze tijd staat. Het is namelijk het verhaal van Kayleigh, die moderator is bij Hexa. Hexa is een onderaannemer voor een groot internationaal platform, waarvan de naam nooit genoemd mag worden.

Als moderator bepaalt ze volgens een vastgesteld aantal regels welke content wel en welke niet op internet getoond mag worden. Dat is nog best lastig;

Een pedofiel doodwensen mag, een politicus doodwensen mag niet, een filmpje van iemand die zich vol overtuiging opblaast in een kleuterklas moet worden verwijderd, en wel op grond van terroristische propaganda, niet op grond van geweld dan wel kindermishandeling. Selecteerden we de verkeerde categorie, dan gold de beoordeling als foutief, of het bericht nu terecht was verwijderd of niet.

Dat laatste heeft betrekking op de werkomstandigheden bij Hexa; die zijn niet best. De moderators worden op foutpercentages afgerekend en hebben bijna geen pauzes. Het hele verhaal wordt ook door Kayleigh verteld aan een advocaat, meneer Stilic, die een zaak tegen het bedrijf aan het voorbereiden is.

Het zijn heftige beelden die Kayleigh en haar collega’s voor de kiezen krijgen en dat leidt soms tot uitbarstingen. Ook tot een stukje beroepsdeformatie, als de hele afdeling ineens op het dak van een gebouw iemand ziet staan die zich vast van het leven gaat beroven, maar dit toch iets anders blijkt.

Kayleigh krijgt een relatie met een collega, Sigrid. Die relatie kent ups and downs, zeker als Sigrid geconfronteerd wordt met een filmpje dat ze moet beoordelen waar ze nog lang mee zit. Het wordt al snel duidelijk in het verhaal dat de relatie geen stand houdt, hoewel de omstandigheden waaronder het allemaal eindigt op verschillende manieren uitgelegd kan worden;

Wat gebeurde er op 30 augustus, de dag dat Sigrid bij me wegging? Dat vind ik een lastige kwestie. Soms denk ik het te begrijpen, maar dan sla ik al snel weer aan het malen over wat zij zei, over wat ik zei…Mijn herinneringen aan die een-na-laatste dag van augustus laten zich, kortom, op verschillende manieren uitleggen.

Er gaat ook nogal wat aan vooraf. De stress van het werk dat ze doen is voelbaar bij iedereen. Dan komen er ook nog collega’s die de flat earth-theorie aanhangen, die hun vraagtekens zetten bij de filantropie van de joodse rijkaard George Soros én er meteen een holocaust-ontkenning aan vastknopen. Het heeft te maken met de breuk tussen Kayleigh en Sigrid, maar meer geef ik maar niet weg.

Is het daarmee een geslaagd boekenweekgeschenk? Ten dele zeer zeker. Ik kende nog niets van Hanna Bervoets en zij zet een helder verhaal neer. Er zitten niet veel lagen in maar dat is lastig in een begrenzing van ruim 90 pagina’s. Het is een actueel verhaal en daarom zeg ik ‘ten dele’, want hier zit volgens mij een veel grotere roman in. Alle thema’s zijn er; social media en wat daarop wel of niet te zien is, een relatie tussen twee mensen op het werk maar die ook een achtergrond heeft van financiële ellende, een mogelijke rechtszaak tegen een bedrijf vanwege de werkomstandigheden, complottheorieën, gesprekken die Kayleigh voert bij dokter Ana over wat haar bezig houdt, de relatie van Sigrid met haar ex-man Pete, de collega’s die meer aandacht zouden verdienen, zoals Robert die zijn beoordelaar Jaymie met een taser bedreigt en dan heb ik het nog niet eens over Archibalt de hamster gehad…Kortom, het had voor mij nog wel even door mogen gaan.

0e7b9bcfd511baa596967747551444341587343
Het was de afgelopen jaren wel eens behelpen met het boekenweekgeschenk maar Leon & Juliette van Annejet van der Zijl is een voltreffer. Het gaat over de liefdesgeschiedenis tussen Leon Herckenrath, telg uit een burgemeestersgeslacht uit het Westland, en Juliette, dochter van een slavin uit Charleston aan de Oostkust van de Verenigde Staten uit begin 19e eeuw.

Leon groeit op in het dorp Monster waar zijn vader burgemeester is, op het landgoed Geerbron. Waar zijn broers betrekkingen in Nederland vonden kon Leon zijn vleugels uitslaan om in de Verenigde Staten zijn geluk te beproeven. Hij bemachtigt de post van consul en vindt een gastadres bij ene James Magnan, een Franse koopman en plantagebezitter en vertrekt naar Charleston.

Charleston is een mondaine stad in South Carolina. De auteur beschrijft het als volgt;

Was Charleston een vrouw geweest, dan zouden adjectieven om haar te beschrijven tekortgeschoten zijn. Mooi was ze ongetwijfeld, en daardoor trots en ijdel. Ze was fabelachtig rijk, gewend aan het beste van het beste en verzot op plezier en luxe. In veel opzichten was ze fantastisch gezelschap: gul, gastvrij en vrolijk; cultureel onderlegd en kosmopolitisch, dol op muziek, theater en dansen. Maar achter al die schoonheid en dat savoir-vivre was ze wreed, en als het erop aankwam hypocriet en volstrekt gewetenloos.

Want wat direct opviel was de donkere bevolking. Meer dan de helft was van Afrikaanse afkomst en slavernij en de bijbehorende ellende en gruwelijkheden waren een geaccepteerd en onmisbaar fenomeen. Leon werd ziek en werd verpleegd door Juliette, de dochter van een slavin van Magnan. Hij overleeft, wat helemaal geen vanzelfsprekendheid was, en gaat weer aan het werk. Hij slaagt als zakenman en koopt Juliette om haar direct vrij te laten. Hij zou zelfs met haar trouwen en ook dat was geen eenvoudige zaak. Het werd eenvoudigweg niet geaccepteerd. Vreemdgaan met slavinnen gebeurde overal, maar je verbinden met een slavin was ongehoord. Leon moest dat ook verborgen houden voor zijn zakenpartners en hij ging wonen in Magazine Street, waar ook de gevangenis en het Work House waren gevestigd, een onderkomen waar ongehoorzame slaven afgeranseld werden. Hier konden Leon en Juliette relatief anoniem wonen.

Het paar krijgt veel kinderen maar komt wel in een lastig parket, want de wetten worden steeds strenger. Onderwijs wordt hen ontzegd en verhuizen naar New York of naar Nederland is vooralsnog geen optie. Uiteindelijk gebeurt dat toch. De kinderen, zeven op dat moment, worden één voor één naar landgoed Geerbron gesmokkeld. Dat was niet makkelijk, als je leest hoe Juliette zelf uiteindelijk de oversteek naar Nederland maakt met haar baby;

Nu was het haar beurt om met ingehouden adem het water tegen de houten buik van het schip te horen klotsen, met boven haar het geluid van de blote voeten van de matrozen die de kabels losgooiden, de zeilen hesen en het anker ratelend uit het water takelden. En nu was zij het die, de baby tegen zich aangedrukt – als ze maar niet ging huilen! -, de laarzen van de mannen van de slavenpatrouilles op de dekplanken hoorde, op zoek naar smokkelwaar als zij.

Juliette overleeft en komt in Monster aan. Daar moet zij haar draai vinden met haar kinderen, het is een totaal andere sfeer dan in het warme South Carolina. Ze merkt wel dat haar leven niet meer in gevaar is. Uiteindelijk komt ook Leon terug en wordt ook burgemeester van Monster, net als zijn vader. Hij laat een familiegraf bouwen in de duinen en helaas zal dat al snel nodig blijken te zijn. Laat ik veel meer maar niet weggeven, het boekje telt maar 95 pagina’s.

Het is een prima leesbaar verhaal en het lijkt de opmaat tot een uitgebreider boek, zo stelt de auteur in haar nawoord. Ik kijk er naar uit, want alleen dit verhaal deed mij al zoeken naar het schilderij van Leon Herckenrath van Jan Willem Pieneman en het familiegraf dat nog steeds te bezoeken is op Open Monumentendag maar dat nu een beetje verloren in een woonwijk staat. Kortom, genoeg materiaal om nog eens na te kijken in dit boeiende boekenweekgeschenk.

581
Ik weet niet zo goed wat ik met dit boekenweekgeschenk moet. Met Jas van belofte preludeert Jan Siebelink vrij op hem welbekende thema’s, zoals daar zijn de vader als tuinder, het geloof en het leraarschap. Op zich staat hem dat vrij en is daar niets mis mee, maar dit boek heeft teveel ongemakkelijke rafelrandjes.

Het boek opent met een proloog waarin Arthur Siebrandi, leraar Frans, met een ambulance naar het ziekenhuis wordt gebracht. Dan volgt een verhaal over Arthur, vrij gemodelleerd naar de auteur zelf (beiden zoon van een tuinder), die met een dissertatie bezig is over de Franse schrijver Jean Tinan én aan een grote roman bezig is.

Die roman gaat over zijn vader. Toen Arthur elf jaar was stapte zijn vader op de fiets en verdween, voorgoed. Alleen zijn fiets en zijn jas werden nog terug gevonden. Als Arthur bezig is aan zijn boek over zijn vader komt hij in aanraking met Edwin Wopereis, die een verhaal van zijn hand had gelezen. Wopereis maakt zich sterk voor een uitgave maar gaat zich met de roman bemoeien en verdwijnt later uit beeld.

Arthur heeft een relatie met Lisette, maar begint ook een relatie met een leerlinge van hem, Caroline. Tussendoor worden we geconfronteerd met het feit dat Arthur en Lisette een kindje verloren hebben, iets waarvan de toegevoegde waarde mij ontgaat. De relatie met de schrijver Loet IJzertje (dat moet de schrijver/dichter Louis Ferron zijn) speelt een rol maar daarvan ontgaat mij ook de meerwaarde. Ik vond de passages tussen hen volstrekt oninteressant.

Uiteindelijk komt zijn roman toch af en overlijdt de schrijver naar aanleiding van de beroerte waar het boek mee opent. Gedurende het verhaal zijn er korte episodes over zijn ambulancerit op weg naar het ziekenhuis.

Waar zitten dan die rafelrandjes? Allereerst de grote tijdsprongen. Caroline werd verliefd op een andere man en opeens lees ik een passage waarin ze al drie jaar getrouwd is. Ik had het even niet door. Soms staan er draken van zinnen in het boek. Stel je even zo’n conversatie voor:

Ze keken naar de vissen. Lisette kuste hem. ‘Natuurlijk ben ik blij dat je thuis bent. Waar ik ook vaak aan denk: als je boek zou lukken en al moet alles daarin omver worden gegooid, als het echt zou lukken, in zekere zin, ja, zo zie ik het soms, maar dan moet het ook in alles volmaakt zijn, dan brengt jouw boek ons, in zekere zin, ook het kind terug dat we al kwijt waren voor we het hadden.’

Het idee van een verdwenen vader waar je alleen de jas van vindt, het kan zomaar een prima verhaal opleveren, maar de passage dat Arthur achter zijn vader aanrent kwam ik een aantal maal tegen (ik had geen zin om alsnog te gaan tellen). Je hoeft vervolgens niet te gaan uitleggen dat de achtergelaten jas de ‘jas van belofte’ is en als ik later op dezelfde pagina nogmaals lees ‘Ik zei het straks. Die jas is een jas van belofte’, vind ik dat niet best. Als vervolgens ook nog vrij duidelijk wordt dat Siebelink zichzelf eigenlijk een prachtige roman in dit boek laat schrijven (de redactrice van de uitgeverij had verrukt opgekeken uit zijn manuscript) was ik er wel een beetje klaar mee.

Helemaal niets moois dan? Gelukkig wel en laat ik daar dan mee eindigen. Als Arthur op het einde van het verhaal een wedstrijd aangaat in zijn Maserati met een Lamborghini, volgt een mooie verwijzing naar een hemelvaart;

Dan de ultieme sensatie. De voorwielen spoten vuur door de wrijving, werden vuurballen, vuurkolommen. Ze maakten zich los van de aarde. Zijn vurige wagen, met vurige paarden, o ruiteren Israëls, reed schuin omhoog de hemel in, en algauw was de autobaan nog maar een smal streepje.

8f1fd0bcae25888596c6f4e7141444341587343
Het Boekenweekgeschenk van dit jaar, Gezien de feiten van Griet op de Beeck heeft wagonladingen kritiek over zich heen gehad. Was dat terecht?

Ten dele wel, maar daarover later meer. Eerst even kort de inhoud. Olivia van 71 jaar heeft zojuist haar man Ludo verloren en daarmee komt een einde aan een redelijk verstikkend huwelijk.  Olivia laat zich overhalen om naar een Afrikaans land te gaan en ontmoet daar de charmante Daniel. Dochter Roos en haar man Sander komen dit uiteraard te weten en Roos is daar helemaal niet klaar voor. Als Daniel Olivia in Europa komt opzoeken is de boot helemaal aan. (‘Is hij getest op ziektes?’)

Daniel blijft een tijdje en besluit voor zes weken terug naar Afrika te gaan, zijn zaken te regelen en dan voorgoed naar Europa te komen. Dat gaat echter niet door de politieke situatie, hij mag het land niet meer in. Uiteindelijk besluit Olivia naar Daniel te reizen.

Dit boek heeft best veel ingrediënten om er een stevig verhaal van te maken. Beklemmend huwelijk, vrijgevochten weduwe, familiebanden met bijkomende emoties, liefde over de grenzen heen, politieke achtergronden, trek alles uit de kast zou ik zeggen.

Dat gebeurt dus niet. Het is blijft een rechtlijnig verteld verhaal waarin Roos nog het meest tot leven komt. Zij irriteerde mij in ieder geval mateloos en dan doet het blijkbaar iets met je;

‘Het is dus godverdomme tóch waar!’ Olivia zag alle bloed uit Roos’ gezicht wegtrekken…
‘Is hij getest op ziektes?’

‘En gij vondt het niet nodig om dat tegen uw dochter te vertellen, dat ge hier koken-eteke ging spelen?’

‘But I mean it well!’ riep ze, zij liet zich niet hinderen door grammatica.

Dat gaat nog even door zo met Roos. De karakters zijn wat stereotiep verder. Sander bemiddelt vruchteloos, Daniel blijft immer charmant en Olivia zit ertussenin;

Daniel was voor haar gevallen binnen de geurcirkel van een primitief toilet dat ze jankend en zwetend verliet. Daar moest ze conclusies uit durven trekken voor zichzelf, dacht ze in haar dapperste kwartieren. Ze had een mail geschreven naar Roos en Sander waarin ze dat allemaal probeerde uit te leggen. Die had ze niet verstuurd.

De auteur wordt dus afgerekend op een verhaal zonder diepere lagen, eendimensionale karakters en een te eenvoudig verhaal. Ten dele onderschrijf ik dat dus. Aan de andere kant is het een Boekenweekgeschenk en die leveren lang niet altijd hogere literatuur op. Ik kan ook zeggen dat het boekje prettig weg leest en dat ik na wat literatuurgeweld en een hoop poëzie even helemaal geen trek had in een stevig verhaal. Dan voldoet het ineens prima.

1782b687ea4ebe7596933476e77444341587343
Het thema van de Boekenweek 2017 is ‘Verboden Vruchten’, en Herman Koch mocht daar met zijn novelle Makkelijk Leven inhoud aan geven. Dat heeft hij gedaan. U leest het goed, ik zeg niet ‘Dat is hem gelukt’, dat is wat anders.

Tom Sanders is een rijke en succesvolle schrijver. Zijn zelfhulpboek Makkelijk Leven is vertaald en is een regelrechte bestseller. Hij gelukkig getrouwd met Julia en heeft een zoon Dennis in Canada wonen (Mijn oudste zoon is saai – het heeft geen zin om eromheen te draaien) en een andere zoon Stefan, die getrouwd is met Hanna:

Met zijn huwelijk is het precies andersom als met Dennis. Wij vinden zijn vrouw niet leuk. Echt niet leuk.

Op een verjaardagsfeestje komen Hanna en Stefan dan ook niet opdagen. Totdat…er gebeld wordt. Hanna staat voor de deur en wil praten met Tom. Stefan, zijn favoriete zoon is over de schreef gegaan en heeft haar geslagen.

Hoe gaat de succesvolle auteur van het zelfhulpboek om als hij zelf met tegenslag wordt geconfronteerd? Hij schreef het toch zo duidelijk op voor zijn publiek. Sterker, achterin dit boek staan de regels, die feitelijk op een A4 passen keurig opgesomd;

Probeer problemen niet altijd op te lossen door eraan te denken; vaak worden ze eerder opgelost door er niet aan te denken.

Tom zoekt dus niet de confrontatie met zijn zoon. Hij ontmoet hem, maar het onderwerp wordt vermeden. Hij denkt er wel over na. Wat heeft Hanna gedaan om zijn zoon zo ver te krijgen? Hoe staat ze er zelf in?

In plaats van haar te zien als de verwende, ontevreden vrouw met wie mijn zoon nooit had moeten trouwen kon ik haar misschien wel helpen…Misschien had ze mijn zoon ook wel zo gezien: als een nieuwe aanschaf. Een espressoapparaat. Ze had hem ergens zien staan op een feestje…en ze had hem mee de dansvloer opgetrokken…En daarna was ze net als met alle voorgaande nieuwe aanschaffen ontevreden geworden.

Wellicht voelt u hem al aankomen, de hulp wordt geboden en de verboden vrucht wordt inderdaad geplukt. De succesvolle schrijver vindt overigens niet dat hij hierdoor diep valt;

Nee, ik ben niet ten val gekomen. Er zijn hooguit een paar dingen gebeurd die mij aan het denken hebben gezet. Niet meer dan een appendix…die ik vandaag de dag aan Makkelijk Leven zou kunnen toevoegen…En het opgepimpte eindresultaat vervolgens voor het volle pond in de boekwinkel leggen.

Waarbij ik overigens ‘gepimpt’ zou gebruiken in plaats van ‘opgepimpt’, maar dat terzijde.

Ik was niet helemaal tevreden met dit boek. Ik heb destijds de roman Het Diner gelezen en hier wordt toch een beetje teveel dezelfde thematiek aangehaald. Ook daar wordt men geconfronteerd met ontoelaatbaar gedrag van een zoon. Ik had wat originelers verwacht. De schrijfstijl is zoals we gewend zijn van Koch, prettig licht-ironisch, maar in die 94 pagina’s emmerde het mij af en toe wat te lang door, bijvoorbeeld over de uitweiding over de bediening in restaurants.

Samenvattend dus keurig binnen het thema maar voor mij niet zo verrassend. Op naar de volgende.

1c0a322cf72165059747a346c77444341587343
Broer dan, van Esther Gerritsen. Het boekenweekgeschenk 2016 en ik had nooit iets van haar gelezen. Nu wel dus en dat was mooi. ik lees de openingszin overal maar hij mag gewoon niet ontbreken;

Haar broer belde haar, vlak voor hij zijn been zou verliezen.

Briljant. Olivia krijgt een telefoontje van haar broer Marcus, de nalatige diabeet, die waarschijnlijk zijn been gaat verliezen. Olivia zit tien minuten voor een aandeelhoudersvergadering. I love it, dat is een opening, enne..hij verliest inderdaad zijn been.

Olivia had nooit een geweldig contact met haar broer, maar dit hakt er even in. Ze zoekt haar, altijd beetje wereldvreemde, broer op. Broer huilt veel, heeft eigenlijk geen echte verblijfplaats en Olivia beslist dat hij eigenlijk wel even bij het gezin in kan wonen. Het gezin is man Gerard en zonen Tom en Julius.

Olivia is druk met het bedrijf, een familiebedrijf in serviezen, van de ondergang te redden, maar heeft dus te dealen met haar broer en een man, tandarts, die in een dip zit en een crisis in zijn huwelijk voorwendt. Haar broer lijkt niet in te passen in haar gezin maar de werkelijkheid lijkt anders;

In de gang hoorde ze bulderend gelach. Gerard, Marcus en de jongens zaten voor de televisie en keken Laurel en Hardy-filmpjes…Olivia stond midden in de keuken, achter haar familie.

Olivia begrijpt via haar man dat ze toch echt in een huwelijkscrisis zit en dat Marcus intern moet revalideren. Er wordt een kamer geregeld maar wie er ook verblijft, Marcus niet. Hij is een graag geziene gast, zowel op het bedrijfsfeest van Olivia als in haar huis met zoons en man.

Goed, het einde mag een beetje zoet aan doen, maar het maakt mij niet uit, het past hier. Ik vind dit een sterk boekenweekgeschenk.

Verhulst-omslag-CPNB1
De zomer hou je ook niet tegen van Dimitri Verhulst is dit jaar het Boekenweekgeschenk. Ik heb nog nooit iets van Verhulst gelezen, maar met dit werk heb ik niks.

Het is eigenlijk een road-novel. Pierre haalt Sonny, een geestelijk gehandicapte jongen op uit de instelling waar hij verblijft. Dat doet hij vaker. Hij heeft een relatie gehad met de moeder van Sonny en gaat soms met hem wandelen in het park. Deze keer niet. Hij zet hem in de auto en rijdt naar Frankrijk, richting de Provence;

Omdat Sonny over een klein etmaal tegen alle medische voorspellingen in zijn zestiende verjaardag vierde, en Pierre geen beter geschenk had kunnen bedenken dan een vertelling. En daarna, daarna wist Pierre niet wat hij zou doen. Hij had geen plan. Maar alles stond open. Hij kon Sonny die berg af duwen. Ze konden samen de diepte induvelen. Of ze konden een ander vervolg verzinnen. Maar van geen enkele mogelijkheid had hij schrik.

Op dit moment (pagina 12) was ik nog vol aandacht. Ik hou van een goede road-novel en hier kon er nog van alles gebeuren. Ik hoopte op een gejaagde rit naar het zuiden met een onberekenbare passagier. Iets van naderend onheil misschien. Niets van dat al. Ze rijden naar Frankrijk, Sonny gedraagt zich voorbeeldig en wat volgt is een grote monoloog van Pierre over zijn verhouding met de moeder van Sonny.

Ze droomden ooit samen van een huis in Frankrijk, daarom moest er waarschijnlijk naar de Provence gereden worden. Het verhaal had ook in het park verteld kunnen worden. De verhouding hield geen stand. Zij had een kinderwens, hij was al vader, zij het geen succesvolle. Ze gingen uit elkaar en ze kreeg haar kind, Sonny. Waarom Pierre hem ophaalt voor wat wandelingen wordt wel duidelijk in het boek of misschien raadt u het al, het is weinig spectaculair.

Verhulst is een Vlaming en dat geeft gelukkig wel wat zwier aan het verhaal, zoals wanneer Pierre over zijn eigen kind vertelt;

Slechts één keer heeft ze mij de toestemming gegeven haar op het verdriet te betrappen, en dat was toen ze, een jaar of negen, met haar trottinette een immense smak maakte en er een reep vel van haar armen en benen tegen het asfalt kleefde.

Kortom, de noodzaak van dit verhaal ontgaat mij eigenlijk. Het wordt gelukkig aardig opgeschreven maar heel geslaagd vond ik het niet.