archiveren

IJslandse literatuur

b14be1a025e4e02592f676f5977444341587343 (3)
De Edda is een losse verzameling van helden- en godenliederen die in oude IJslandse handschriften is overgeleverd. Ik was erg benieuwd naar de oorspronkelijke context van al die verhalen die ik immers al een beetje kende via…Mickey Mouse. Ik was lang geleden op dat periodiek geabonneerd en toen stond er een vervolgverhaal in met verhalen gebaseerd op de Edda. Die zijn mij bijgebleven en namen als Fenrir, Mjollnir, Loki, Sleipnir, Yggdrasil, Ragnarok en de Midgaardslang heb ik altijd onthouden.

De Edda is dus geen afgerond boek maar een verzameling liederen waarvan de oudste ontstaan zijn rond 1300, maar waarvan de oorsprong vanuit een orale traditie waarschijnlijk nog veel ouder zijn. Met name die laatste staan in de zogenaamde Proza-Edda, geschreven door de IJslandse dichter en geschiedschrijver Snorri Sturluson. De liederen zijn onder te verdelen in godenliederen met een mythologische inhoud en heldenliederen met een meer epische inhoud. Die laatste vertellen vaak ook iets over historische gebeurtenissen of juist over het alledaags leven.

Het boek bevat een schat aan informatie maar vergt enige inspanning van de lezer. Waar er bijna 270 pagina’s aan verzen in het boek staan, is de rest tot aan pagina 400 ongeveer gevuld met aantekeningen, genealogieën en kaarten. Dat betekent dat je na ieder vers achterin verder leest voor achtergrondinformatie. Dat wil je ook want zonder die duiding mis je de helft aan betekenis. Een voorbeeld vind je in de Ballade van Hommer (een ijzige reus en stiefvader van de krijgsgod Týr);

‘In het Oosten woont bij de Stormende Golven
het hondebrein Hommer op het einde van de hemel;
mijn woeste vader is in het bezit van een kookpot,
een ketel die ruim is en een hele mijl diep.’

Het is dan handig om te weten dat de Stormende Golven staan voor Élivágar, ofwel een mythologische rivier die de bouwstenen leverde voor de eerste reuzen. Dat hondebrein (sic) een negatieve benaming kan zijn, maar ook kan worden uitgelegd als ‘honderdwijs’ ofwel ‘heel wijs’.

De ‘kenningen’ zijn ook interessant in dit boek. Het zijn dichterlijke uitdrukkingen om iets te beschrijven, zoals ‘Ros-van-het-nat” of “Varken-der-branding” voor een schip of ‘kiel-van-het-bier” voor een ketel. De liederen staan er vol mee.

Ik vond het hele boek een feest om te lezen, waarbij mijn favorieten toch echt de mythische verhalen zijn. De tweespalt zaaiende Loki en zijn zoon de wolf Fenrir, die tot het einde der tijden (Ragnarok) vastgebonden blijft aan een hele fijne ketting, de Gleipnir. Het doden van de draak Fafnir door Sigurd, waarbij de dialogen door de stervende draak soms zelfs surrealistisch aandoen;

‘Tjonge, jonge, als wiens zoon ben jij geboren,
Wiens zoon ben jij wel?
Jij kleurt Fafnir rood met je fonkelend zwaard,
je kling klieft recht in mijn hart.’

Toch zijn ook de heldensagen zeker niet te versmaden. Niet alleen vanwege de heroïek maar ook omdat je meer te weten komt over het leven in de vroege Middeleeuwen in die contreien. Waar en hoe men vergaderde, woonde of wat het besef was van de wereld om hen heen. We komen dan ook aanwijzingen tegen voor gebeurtenissen of herkomst tot zover als de Middellandse Zee en zelfs Mauritanië. Ik heb nog wat sagen in de kast staan om te lezen en daar zal ik dit boek ook zeker bij gebruiken, al was het maar om de uitgebreide index die achterin staat en waarin al die begrippen en hun herkomst terug te vinden zijn. De Mickey Mouse was ooit een mooie opmaat tot het echte werk in deze uitgave.

Vertaling; Marcel Otten