archiveren

Criminaliteit

e31ffbfa7bc36325933726f5241444341587343
Ik ben een liefhebber van de serie Privé-Domein van De Arbeiderspers. Die blinken in de regel uit met prachtige portretten van schrijvers, schilders en/of andere kunstenaars. Koningin van de onderwereld van Zoe Progl is wat dat betreft een beetje een vreemde eend in de bijt.

Het is de autobiografie van een vrouw die furore maakte toen zij als enige vrouw in de Britse historie erin slaagde om in 1960 te ontsnappen uit de Britse Holloway-gevangenis. Heel het land was naar haar op zoek, ze werd ook weer opgepakt en keerde in 1964 de misdaad de rug toe.

Het is een rechttoe rechtaan verhaal over een leven dat in 1928 begon in een arme wijk in Limehouse, Londen, waar Zoe met vader, moeder en twee broers in een souterrain woonde. Niet de fijnste buurt om in op te groeien;

De miljoenen vochtdeeltjes van de rivier, die de nachtlucht zwaar maakten, trokken het vuil aan dat overdag van de drukke straten omhoog was gekomen en de ramen bedekten van huizen en winkels. ’s Nachts weerklonk er het schelle, harde lachen van de opgeschilderde hoeren, die zich aan de vreemde zeelui aanboden. Het gekrijs van vrouwen, die ineenkrompen onder de klappen van een dronken man, was zo gewoon dat het weinig of geen invloed uitoefende op de oren van de andere bewoners van Grenade Street.

Haar vader is vaste klant in de gevangenis en zelf zou ze ook niet veel anders opgroeien. Als ze opgroeit steelt ze meer en meer en zoekt haar heil in een beruchte plaatselijke kroeg, Maxie. Daar gaat ze deel uitmaken van de onderwereld. Eerst als animeermeisje, later als hulp bij overvallen om uiteindelijk zelf oplichtster en inbreekster te worden.

En passant trouwt ze met de eerlijke Joe Progl maar bedriegt hem met een junk. Daarvan raakt ze in verwachting. Ze zou uiteindelijk drie kinderen krijgen en zes abortussen ondergaan.

Ze wordt een aantal keren gepakt en moet aardig wat tijd opknappen in de Holloway-gevangenis. Als ze weet dat ze weer aan de beurt is, doet ze, als ze nog op vrije voeten is, uitgebreid onderzoek naar haar ontsnappingsmogelijkheden, iets dat haar ook zou lukken. Een uitgekookte dame dus.

Verder is het boek ook niet meer dan dat. Een opsomming van haar vergrijpen, ontmoetingen met figuren uit de onderwereld, de uitgebreide zuip- en snuiffestijnen en de mislukte relaties die ze aangaat. Dat neemt niet weg dat er een paar aardige verhalen in staan;

Om een uur of tien eiste ik op het bureau dat ik een advocaat wilde hebben. Ik wist er niet zo gauw een, dus belde ik een firma Piper & Piper op, wiens naam op een koperen bordje op het huis naast het onze stond.
Er kwam een meneer Piper aan de lijn en ik legde hem onze moeilijkheden uit en zei dat ik graag wilde dat hij ons zou verdedigen. Er volgde een korte stilte en toen zei hij: ‘Mijn beste jongedame, ik zou u dolgraag helpen maar ik ben bang dat als ik dat deed, dat ik dan iets zou doen dat in strijd is met de beroepseer, omdat ik hier persoonlijke belangen bij heb – het is namelijk mijn brandkast, die u gestolen hebt!’

Het is jammer dat op sommigen zaken niet dieper wordt ingegaan. Als de crimineel Tommy totaal in elkaar wordt geslagen, wordt hem door zijn belagers vervolgens vijfhonderd pond gestuurd om hem te helpen opnieuw te beginnen. Dat schrijft de mores blijkbaar voor maar er wordt niet op ingegaan verder. Zoe is de realiteit ook af en toe even kwijt als ze, tijdens haar ontsnapping, spreekt over het moederschap waarin ze even zorgeloos en gelukkig is, en wat haar lange tijd onthouden was. Wellicht had ze hier zelf in rol in? Maar goed, het is geen hogere literatuur, dat geeft niet want het is geen schrijfster, maar een aardig verhaal over een mij tot nu onbekende persoon uit de Britse geschiedenis.

Vertaling; Margreet Hirs