archiveren

Occultisme

b6c12686c356dbc59755a4c7651444341587343_v5
De roman Goëtia van Frits Lapidoth verscheen al in 1893 en is daarna nooit meer herdrukt. Ik was het boek al eens tegen gekomen op veilingsites en daar wordt de eerste druk voor hoge bedragen verkocht. Het verhaal was al wel beschikbaar op de Dbnl, maar die tekst is ontdaan van de oude spelling en met een inleiding wordt het verhaal in de juiste literaire context geplaatst. Lapidoth (1861 – 1932) was een belangrijk criticus en journalist die rond 1890 in Parijs woonde en daar voor het Nederlandse publiek verslag deed van het culturele leven. Hij schreef poëzie, romans en verhalen.

En dit is me nogal een verhaal. Hoofdpersoon is Goëtia, het alter ego van de jonge Olga Tredjakow. Zij is een rijke weduwe en heks en houdt salon in het decadente Parijs van 1890. Deze ‘priesteres van de zwarte kunst’ wordt in het verhaal geïntroduceerd door de illusionist Magnus, als zij een toespraak houdt waarmee zij haar publiek direct in vervoering brengt.

Dit alles heeft een voorgeschiedenis en die begint in Rusland, in Charkow. Goëtia heet nog Olga Kostroma en woont bij haar vader. Haar moeder is vroeg gestorven. Zij gaat om met studenten die door haar vader als dokter worden behandeld en ze wordt aanbeden door de dichter Stephan Dourow. Nu hadden die studenten geld aangenomen van een nihilist en zij werden daarvoor allemaal opgepakt, inclusief de vader van Olga. Dourow verdween naar een Siberisch werkkamp en Olga’s vader komt om in de gevangenis.

Dat zet een reeks gebeurtenissen in gang die maar leiden tot één ding; wraak. Olga vertrekt naar Sint Petersburg en via het toneel werkt ze zich op en wordt een bekende society-verschijning;

Zij was begonnen haar vader en haar vrienden te wreken. Dat al meer grote heren verslaafd raakten aan de morfine, aan chloraal, aan ether; déze was gaan drinken tot zijn ondergang in een vreselijk delirium-tremens; dat gene zenuwzwakke was gaan lijden aan toevallen…dat alles had zij bewerkstelligd.

Zij trouwt de oude, rijke graaf Tredjakow en ze gaan in Parijs wonen. Intussen heeft Olga zich zeer verdiept in het occultisme, spiritisme en hypnose, allemaal ter verhulling en uitvoering van haar wraakzuchtige taak. Zij gaat salon houden in Parijs en wordt daar ook een bekende persoon. Ze raakt meer en meer thuis in de occulte wereld maar wil meer leren en vertrekt daarvoor naar New York, waar ze zich inschrijft op de ‘Academy for Physical Research’. Daar leert ze de technieken die spiritisten gebruiken in hun seances en die gaat ze, eenmaal terug in Parijs weer aanwenden in haar eigen voorstellingen als Goëtia.

Haar vroegere vriend Dourow blijkt ondertussen ook in Parijs te zijn. Hij is bevrijd uit het kamphospitaal door de nihilisten en heeft zich aan hen gecommitteerd. Zij willen in Parijs de samenleving ontwrichten door het plegen van aanslagen op justitie en prominenten.

Goëtia verliest haar doel niet uit het oog . Waar zij in Rusland mee was begonnen, dat zet zij in Parijs voort;

Waarom rustte zij niet? Haar slachtoffers waren velen…Want vergiftigd, verdierlijkt, erger dan krankzinnig geworden, bewaakt door de oppassers van speciale ziekenhuizen in Sint Petersburg en elders, lagen te vergaan prinsen en graven en generaals, die door haar zich hadden leren inspuiten met morfine, leren kennen chloraal en ether, leren oproepen geesten van wellustige vrouwen…

Ook in Parijs leidt zij de één na de ander tot hun ondergang. Voor de armen is zij goed, ze doet haar rondes door de stad om armen geld te geven, maar uiteindelijk belandt ze op de dodenlijst van de nihilisten in Parijs. U voelt al aankomen wie dat vonnis moet voltrekken…

Hoe dat allemaal afloopt moet u vooral zelf maar lezen. Het is fijn dat een zo on-Hollands verhaal over occultisme, satanisme en nihilisme opnieuw is uitgebracht. De nieuwe spelling van auteur en docent Nederlands Bas Jongenelen is prima te lezen, hoewel er nog genoeg oude uitdrukkingen en schrijfwijzen in zijn blijven staan;

…de voorhangsels bleven gesloten en twee knechts bewaakten die geheimzinnige retiros.

Het voorwoord van Sander Bink is informatief en geeft een overzicht van de literatuur uit de occulte hoek en de invloed daarvan op de Nederlandse literatuur. Ik kom daar Aleister Crowley weer tegen, waar Jimmy Page weer door werd beïnvloed. Best mooi, literatuur; het verbindt gewoon Lapidoth met Led Zeppelin.