archiveren

Maandelijks archief: december 2013

Image
Slurp! van Ilja Gort is een beetje een vreemd boek. Waar zijn boek Leven als Gort in Frankrijk echt verhaalt over zijn belevenissen als wijnboer, is dit vooral een fotoboek met begeleidende teksten.

Aan de hand van de seizoenen worden wij meegenomen door de wijngaard en door de streek. Adressen om te onthouden en adressen om te mijden, hij benoemt ze beiden en lardeert de foto’s met luchtige teksten. Soms iets te luchtig naar mijn smaak (tot zover niets aan de poot, druiven afcutten) maar soms volgt een leuk doorkijkje naar hoe het werkt:

Zoals iedereen weet, speelt bij het maken van goede wijn, de hygiëne tijdens het vinificatieproces een cruciale rol. Bij ons op Château de la Garde stellen wij wat dat betreft fundamentalistisch hoge eisen en zowel in onze cuverie als in onze chai glimt en glanst alles van netheid. “Wijn stop je in je mond,” is ons credo, “en wat je in je mond stopt moet spic en span zijn”…Tot aan het kleinste slangklemringetje toe, bij ons wordt alles van tevoren nietsontziend ontsmet.

Wat volgt zijn foto’s van een hypercleane omgeving voor ketels en vaten. Vervolgens bezoekt Gort het Domaine van een collega met prijswinnende fantastische wijnen. Daar gaat het er anders aan toe:

Mijn collega, monsieur Norguet evenwel, heeft daar geheel en al schijt aan. Toen wij de maker van onze gedroomd lekkere frisse, schone sauvignon na een uurtje karren gevonden hadden, bleek zijn château de grootste teringzooi die ik ooit heb gezien.
Overal ligt troep; ouwe flessenrekken, kapotte spoelbakken, verroest gereedschap. Een zigeunerkamp na een bomaanslag is er nog netjes bij.

Afgaand op de foto’s is het ook een groot verschil maar voor de smaak maakt dat blijkbaar niet uit. Maar goed, u heeft een beeld van de stijl van het boek. Foto’s kijken, tekstjes lezen en toch zin krijgen in een goed glas wijn. Ik vind het leuk.

Image
Het eiland van het tweede gezicht van Albert Vigoleis Thelen wordt de hemel in geprezen door niemand minder dan Maarten ’t Hart en door Thomas Mann. Dan moet het wat zijn toch?

In deze roman worden de avonturen van Vigoleis en Beatrice beschreven op het eiland Mallorca in de periode 1931-1936. Aanleiding is een bericht van de broer van Beatrice dat hij op sterven ligt. Dat geldt ook voor de moeder van Beatrice, maar de keus valt op broer die op Mallorca woont. Niets is minder waar, hij is springlevend en woont in bij een prostituée. Albert en Beatrice trekken even bij hen in maar daarna volgt een trektocht over het eiland. Ze wonen in bordelen, paleizen, armzalige pensionnetjes en verdienen de kost als reisleider of vertaler. Er komt een onwaarschijnlijke stoet van mensen langs; hoeren, filosofen, toeristen, generaals, schrijvers en handwerkslieden. Ze krijgen allemaal hun plaats in de “toegepaste herinneringen” van Vigoleis. Een handigheidje om je eigen verhaal te gebruiken, welke op punten toch best zou kunnen afwijken van de waarheid.

Dat maakt allemaal niet uit. Ook de talloze uitweidingen van de schrijver neem ik graag voor lief. Het is een ononderbroken stroom van vertellingen in een barokke schrijfstijl. Vind je het even niet zo interessant, geen nood, even verderop gaat het alweer over iets anders. Ik heb er van genoten. Een voorbeeld van de schrijfstijl in het volgende stukje, als de familie met de kleine dopeling Albert aan de haal gaat:

De enige die aandacht verdient is mijn peetoom, die zoals alle broers van de fles hield, maar verder boekbinder was, zonder de werken die hij inbond al te veel in te zien…Die vrolijke binder hield me ten doop, waarbij hij zijn naam aan me overdeed. Albert, dat betekent de van geslacht schitterende. Helaas heb ik van die schittering nooit iets bespeurd…Toen ik tot Gods kinderschare behoorde…vonden de doopgangers het hoog tijd worden dat de zegen ook over hen neerdaalde…Ze legden de dopeling op de tapkast en dronken.

Dat gaat zo nog even door tot het zwikje thuiskomt zonder de gekerstende, die lag nog ergens op een toog. Hilarisch zijn ook de verhalen over zijn reisleiderschap. Hij fantaseert er lustig op los en hoopt dat er niemand met meer kennis in de buurt is. Dat is ook wel het beeld dat bijblijft. De Duitse, soms stuntelige intellectueel, die het hoofd op Mallorca boven water tracht te houden. In zijn eigen woorden:

Bij mij was het wel jong geleerd, maar helaas altijd op het verkeerde moment gedaan

Dat levert uiteindelijk wel een prachtboek op, dat echt gelezen dient te worden. Iemand die een paraplu “Unkulunkulu” doopt, naar een Zoeloekoning en daar vervolgens nog een mooi verhaal van weet te maken is voor mij een topauteur.

Vertaling: Wil Boesten

Image
Leven als Gort in Frankrijk van Ilja Gort is een vermakelijk boek over het wel en wee van een wijnboer in Frankrijk.

De auteur heeft wat centen verdiend met het maken van reclamefilms en besluit om zijn horizon te verbreden. Hij koopt een wijnchâteau in Frankrijk. Dat is al niet zo simpel, maar om vervolgens prijswinnende wijnen te willen maken, dan moet je toch wat kennis opdoen.

Of goed personeel in dienst nemen. Hij neemt een Australische wijnmaker in dienst om Franse wijnen te maken. Geen Fransman, die werken alleen zoals opa dat al deed. Hij heeft het gelijk aan zijn zijde, want prijzen winnen ze. Het logo, “La Tulipe” wordt in elkaar gekliederd door zoonlief. Vervolgens komen er verhalen over verbouwingen, over de pluk en over lange avonden met wijn en spijzen aan de plukkerstafel.

Gort vertelt met een dosis humor die ik prettig vind lezen. Natuurlijk is het vooral een slimme zakenman die zijn marketing prima op orde heeft. Een exclusieve deal met Albert Heijn, een luchtige nieuwsbrief, een Facebookpagina en een televisieprogramma. Toch zijn dit heerlijke boeken voor tussendoor. Daarom als wijn- en Frankrijkliefhebber maar een hele rits Gort- en wijnboeken aangeschaft. Daarom ook de titel Wijn 1, er volgen er veel meer. Laat mij nou.

Image
Harvest van Jim Crace is voor mij een boek dat vooral over sfeer gaat. Het verhaal speelt zich af in een klein Engels dorpje, waarschijnlijk ergens in de 16e eeuw.

Er komen drie vreemdelingen wonen die niet goed door de lokale bevolking geplaatst kunnen worden. Ze worden vijandig begroet door hen. Dat de vrouw een exotische air over zich heeft, helpt ook niet, dat is men niet gewend. Vervolgens komt er een man al het land in kaart brengen. Het blijkt de bedoeling om van de vertrouwde oogstcyclus af te stappen en de schapenteelt te introduceren. Dat brengt ook al geen rust in de tent, want daar gaat de lokale bevolking niet van profiteren, zo snappen zij.

Het broeit en gist dus overal, openlijk, maar ook onderhuids. De verteller, Walter Thirsk, ziet het allemaal met lede ogen aan. Hij is zelf ook ‘van buiten’, zijn overleden vrouw kwam uit het dorp. Dat vond ik wat minder aan het boek. Walter vertelt, maar wat hij voelt, hoe het bij hem broeit, dat wilde niet gaan leven.

Dat was het ook een beetje met dit boek, ik moest er sowieso even inkomen, het modderde een beetje aan. De schrijfstijl van Crace is wel prima Hoewel tijd en plaats een beetje vaag blijven zet hij wel een sfeervolle gemeenschap neer die in ‘no time’ zichzelf zo jammerlijk verliest. Een herfstig boek, te genieten in lage zonnestralen met een bokbier in de knuist.

Lees ook de besprekingen van Anna, Bettina en Hella.

Image
Ik had De naam van de roos van Umberto Eco jaren geleden al gelezen maar had hem nog niet zelf in de kast staan. Nu wel en dan toch maar weer eens gelezen. Tot groot genoegen.

Het is november 1327 en broeder William van Baskerville, een franciscaner monnik uit Engeland, stiefelt als speciaal gezant van de keizer een Italiaanse abdij binnen. Doel is om een ontmoeting te organiseren tussen van ketterij verdachte franciscanen en afgevaardigden van de paus.

Al snel loopt het allemaal uit de klauwen. Er vallen doden en iedereen lijkt wat te verbergen. Aan William en zijn assistent om hier helderheid te verschaffen, waarbij de centrale bibliotheek, waar zij overigens niet mogen komen, een sleutelrol lijkt te vervullen.

Ik ben een fan van Eco en dit vind ik een hoogtepunt uit zijn oeuvre. Radio en televisie uit, gordijnen dicht, kaarsen aan en laat je meenemen naar de 14e eeuw. Neem de tijd, want er zit veel informatie in dit boek maar het loont. Als ik het boek gelezen heb ben ik zelden benieuwd naar de film. In dit geval, kijk gerust, het is prachtig verfilmd met Sean Connery in een op zijn lijf geschreven rol. Kijk hier voor de trailer.

Vertaling: Jenny Tuin en Pietha de Voogd

Image
Als je Ademloos van Kim Moelands hebt gelezen, dan kan je niet anders dan Grenzeloos ook lezen.

In het kort, Kim heeft taaislijmziekte, een levensbedreigende, chronische ziekte die bij de bespreking van Ademloos wordt toegelicht. Kim heeft haar vriend Ron al verloren aan deze ziekte, maar zij vindt opnieuw het geluk bij Jan. Dit maakt dat zij het aandurft om het traject in te gaan van een dubbele longtransplantatie.

Die longen liggen niet in de winkel, je komt op een wachtlijst. In haar geval op de ‘internationale hoog urgentielijst’. Niet voor niks, want Kim is er slecht aan toe. Veel klaplongen, steeds benauwder, soms wanhoop, maar een alomtegenwoordige wil om te blijven leven.

De longen komen er, op het nippertje. Dit boek gaat ook vooral over hoe het is om een nieuw leven aan te gaan. Je hoeft niet meer na te denken over de urgentie van donorregistratie, die urgentie blijkt glashelder uit dit boek.

Het gaat goed met Kim. Ze is een getalenteerd schrijfster, want naast deze autobiografieën heeft ze al twee thrillers op haar naam staan. Ik heb bewondering voor haar vecht- en levenslust. Een speciale vermelding verdient Jan. Altijd zorgzaam, waakzaam, geduldig en onverwoestbaar. Ik neem mijn pet voor beiden af.

Klik hier voor de site van Kim Moelands.

Image
Dan heb je als Tommy Wieringa ooit een boek als Joe Speedboot afgeleverd en dan zijn de verwachtingen voor de opvolger, Caesarionhuizenhoog. Ga er maar aan staan.

Nu heb ik niet zo heel veel met de mens Wieringa. Ik krijg altijd een beetje het gevoel dat hij op bepaalde manier wenst over te komen. Bedachtzaam, erudiet, weet ik het. Het wringt af en toe. Makkelijk dus om dit werk als zodanig weg te zetten, zeker omdat ik al wat recensies heb gelezen en die waren lang niet allemaal positief. Maar dat hoeft allemaal niet, ik vond het een fijn boek.

Caesarion is de koosnaam van Ludwig Unger. Hij is kind van twee beroemdheden, een ex-pornoster en een kunstenaar. Hij komt aan in een Engelse plaats voor een begrafenis, de plaats waar hij jarenlang met zijn moeder in een huis aan de rand van een afbrokkelende klif heeft gewoond. In Engeland ontmoet hij Linny, aan wie hij zijn levensverhaal vertelt.

In het kort: vader is al vroeg vertrokken en de relatie met moeder is op zijn zachtst gezegd problematisch. Ludwig reist als barpianist de wereld rond. Hij blijft zijn moeder echter opzoeken en als zij haar oude werk weer oppakt reist hij haar na, vol minachting. Ingrediënten genoeg voor een roman dus, er kunnen fijne complexen uitgewerkt worden zeker als hij zijn vader op het laatst nog opzoekt, de kunstenaar die zijn kunst vernietigt.

De kritieken op het boek zijn er legio. Hoofdpersoon te onzichtbaar, te veel en te barok taalgebruik, Wieringa etaleert teveel eruditie, het is geen boek als Joe Speedboot. Dat is het ook niet en dat zou ook niet best zijn. Het is eerder zijn tegenpool. Het gaat over verval, teleurstellingen en leegte. Het leest bovendien als een trein, ik heb mij geen moment verveeld.

Image
Ik had nog niets van Marion Bloem gelezen en Een meisje van honderd leek een prima keuze. Dat was het ook. Bloem neemt je een eeuw lang mee aan de hand van een Indische familie met als centrale figuur Moemie.

Moemie is een weeskind, geboren in 1906. Als de Nederlanders een slachting op Bali aanrichten wordt Moemie opgevangen door een inheemse vrouw. Moemie blijkt paranormale gaven te hebben en vindt later een tehuis bij een Indo-Europese weduwe, die graag van haar gaven gebruik maakt.

Met de familie van de weduwe raakt Moemie verbonden en dan worden we meegenomen door de tijd. Het is een grote familie en je moet er af en toe even bij blijven, want het vertelperspectief wisselt voortdurend, maar je krijgt zo wel een prachtig divers beeld van een Indische familiegeschiedenis van binnenuit.

Het is een rijk boek. Koloniaal verleden, de Wereldoorlogen, Japanse gevangenkampen tot aan de ineenstortende Twin Towers, alles passeert de revue. Moemie is de bindende factor. Zij voorspelt en voorziet en leert er mee omgaan tegen wil en dank. Haar tragiek is dat zij nooit echt de erkenning kreeg die zij verdiende. Ze sterft alleen in New York, maar mag van mij voortleven als één van de grote personages uit de Nederlandse literatuur.