archiveren

Pop-art

3d350f9b74139835931566c5841444341587343
Warhol, Kunst als commercie is het tweede deel van de Taschen-serie van De Volkskrant over moderne schilderkunst. Klaus Honnef schetst in 90 pagina’s het leven van de pop-art kunstenaar Andy Warhol.

Andy Warhola is van Tsjechische origine en studeerde van 1945 tot 1949 aan het Carnegie Institute of Technology in Pittsburgh. Daarna vertrekt hij naar New York, waar hij als reclametekenaar aan de slag gaat. Daar was hij goed in, maar hij zag zichzelf toch echt als kunstenaar. Juist in die richting koos hij voor een weg die opzien baarde op zijn minst, maar ook irriteerde en veranderend was. Daarnaast combineerde hij zakelijke handigheid met zijn eigen transformatie tot ‘kunstster’;

Henry Geldzahler, een vriend van het eerste uur…, roemde de ‘samensmelting van commercie en kunst’ van de kunstenaar. Zonder de bewuste stilering van zijn persoonlijkheid tot een wereldvreemde ster zouden de zaken waarschijnlijk aanzienlijk minder succesvol verlopen zijn.

Aanvankelijk bestond zijn kunst uit teken- en schilderwerk. Hij zag af van de striptekening toen hij zag wat Roy Lichtenstein daarin al had bereikt en legde zich toe op aquarel en later op zeefdrukken. Een belangrijk thema is het consumentisme. Bekend zijn de afbeeldingen van de Campbell’s soepblikken, de Brillo-dozen en de Amerikaanse dollarbiljetten. Doodgewone, alledaagse zaken die hij vergroot en verveelvoudigt. Dat doet hij niet alleen. In zijn atelier in New York heeft hij niets minder dan een productiefabriekje. Warhol bedenkt het concept en de kleuren en waar herhaling nodig is, en dat komt vaak voor in zijn werken, kunnen de medewerkers de rest doen.

Zijn portretten zijn ook bekend. Marilyn Monroe, Mao Tse Tung, Elizabeth Taylor, Mick Jagger, een enorm scala wordt door hem vereeuwigd. Over zijn iconische Monroe-portretten zegt Warhol;

“Voor mij is Monroe niets anders dan een persoon zoals alle andere. En wat betreft de vraag of het een symbolische daad is om Monroe in dergelijke felle kleuren te schilderen, kan ik slechts zeggen: mij ging het om de schoonheid en ze is mooi, en als iets mooi is dan zijn het wel mooie kleuren. Dat is alles. Zo ongeveer zit het in elkaar.”

Als persoon doet hij zich gelden in New York. Hij heeft zijn haar blond geverfd en ontbreekt op geen feestje. Zijn werk sloeg in als een bom maar werd geaccepteerd en het geld stroomt binnen. In 1964 volgt een aanslag op zijn werk, een vrouw schiet op de Monroe-portretten. Dat wordt in 1968 veel ernstiger, als het enige lid van S.C.U.M. (Society for Cutting Up Men), Valerie Solanis, Warhol neerschiet . Hij wordt hierbij levensgevaarlijk verwond en zal permanent klachten blijven houden.

Toch is hij niet te stoppen. Naast zijn zeefdrukken maakt hij decorstukken en films. Met de Velvet Underground en het Duitse model Nico doet hij projecten, hij geeft een tijdschrift uit en hij schrijft boeken. Hij wordt ook steeds bekender en excentrieker. Een voorbeeld van hoe het er aan toe ging, als de Kennedy’s al zitten te wachten tot de bruiloft van hun nichtje kan beginnen:

Daar rijdt, 25 minuten te laat, een limousine voor, die zacht verend een uitzinnig paar aankondigt: popzangeres Grace Jones in een gifpaarse bontjas en Andy Warhol, geheel in zwart leer gehuld, op de schouders de onvermijdelijke rugzak. ‘Daar is-ie’, wordt uit de menigte geschreeuwd, ‘nu kan de show beginnen.’

Ondanks deze groteske wereld, maakte de man, die uiteindelijk alleen met zijn moeder en een hele bende katten leefde, ook veel soberder werk. Hoewel ik fan ben van veel van zijn werk, vind ik dit het mooiste. De portretten van de ‘Thirteen Most Wanted Men”, die hij bestemde voor op straat, op het New York State Pavilion. Ook die deden veel stof opwaaien. De sobere weergave van een elektrische stoel of van de krantenkoppen waarin dodelijke ongelukken vermeld werden, vaak met de foto erbij. Die stemmen net wat meer tot nadenken, wat mij betreft, dan de Noodle Soup van Campbell’s.

Vertaling: Jan Wynsen

9warholsfair64

“13 Most Wanted Men”