Er zijn veel mensen die wel eens een dagboek bijhouden, maar als de beroemde Franse courtisane Liane de Pougy (1869-1950), dat doet…dan heb je wellicht ook wat moois om te lezen. Het resultaat van haar noeste arbeid zijn Mes cahiers blues en ik las de Engelse vertaling, My blue notebooks.
Liane de Pougy werd geïnspireerd door de dagboeken van Marie Bashkirtseff. Ook Liane schreef haar dagboeken voor publicatie en daardoor zijn ze wat gekleurd. Ik vind er weinig negatiefs over Liane zelf in. Daarover zo meer. Desondanks heb ik er wel van genoten.
Even wat highlights. Liane stortte zich al vroeg in een slecht huwelijk met een legerofficier. Zij kregen een zoon die al jong zou omkomen als piloot. Liane vluchtte naar Parijs en ontmoette de beroemde courtisane Valtessa de la Bigne. Daar begon het gelazer. Liane steeg snel in de rangen van de Parijse elite, kwam uit voor haar bisexuele geaardheid en snoepte van ieder walletje dat ze tegenkwam.Zij liet zich overladen met juwelen en schrok niet terug voor uiterlijk vertoon:
One day…the Poirets called on us to invite us to a dinner dance….everyone was to come dressed as a ‘royal’…we decided to appear thus: the King and Queen of Albania, with their Favourite. The favourite was to be an Italian greyhound wearing a collar of gold and lying on a velvet cushion…
Doe maar gek. Liane, inmiddels getrouwd met de Roemeense prins Ghika, laat het af en toe breed hangen. Haar man is haar ontrouw, maar komt later terug, Toch, ondanks al deze liederlijkheid, heeft zij iets van haar religieuze opvoeding behouden. Haar geloof komt regelmatig terug en zij steunt een opvanghuis voor mismaakte en verweesde kinderen. Uiteindelijk is ze, na de dood van haar man, non geworden; een opmerkelijke carrière-move voor een courtisane.
Zoals gezegd schreef ze voor publicatie. Ze laat veel weg en dat wordt summier toegelicht door de uitgever. Het beeld van haar wordt een klein beetje rechtgezet in het voorwoord door de Dominicaan R.P. Rzewuski, die haar kende:
..there is the odd and mysterious business with Nathalie Barney, friend of her early youth in Paris: her beloved and matchless Flossie. They were united by forty years of mutual affection….the bond…would seem to have become stronger, unbreakable. Well, it was not. One day…Liane…almost bumped into her in a narrow alley. She thought she discerned a mocking smile on the Amazon’s lips, turned her head away and went by without saying a word. She never saw her again.
Dat was Liane dus ook. Keihard soms, maar misschien kan dat niet anders als je je staande wilt houden in de Parijse upper-class. Maar het is leuk om een verslag te lezen uit het Parijs rondom de start van de twintigste eeuw, waar Marcel Proust in het wild rondliep, evenals de componisten Hahn, Poulenc, Auric en de alleskunner Jean Cocteau. Misschien moet u soms wat nazoeken wie Max Jacob (dichter) of Salomon Reinach (linguïst en archeoloog) ook al weer was, maar dan duikt u in een mooie tijd.
Vertaling: Diana Athill
Liane de Pougy & Suzanne Dorval