Ik weet niet of de titel De gang naar Canossa van Tom Holland nu zo’n wervende titel is voor een geschiedenisboek, of je moet het meteen kunnen plaatsen. De waanzinnige veertiende eeuw van Tuchman lokt misschien meer, maar dit boek is net zozeer de moeite waard.
De gang naar Canossa verwijst naar de boetetocht van keizer Hendrik IV, toen hij zich te voet door de Alpen naar de burcht Canossa sleepte, om vergeving te vragen aan Paus Gregorius VII voor zijn excommunicatie. Uiteraard was dat cruciaal voor zijn zieleheil en wilde hij graag van die ban af.
Dit gegeven grijpt Tom Holland aan voor een duizelingwekkende reis door Europa rondom de eeuwwisseling en daarvoor. In die zin is het interessant de oorspronkelijke titel van het boek erbij te halen, namelijk Millenium. Het boek gaat over de ‘investituurstrijd’, de strijd tussen de Katholieke Kerk en koningen om bisschoppen te benoemen. Koningen legden met hun legers de macht op aan bisdommen en Gregorius VII wilde de Kerk aan die macht onttrekken;
In zijn persoonlijke leven durfde Gregorius nog verder te gaan als hij zijn gedachten wilde ordenen over het lot waartoe God hem bestemd had. Aan een niet-gepubliceerd memorandum vertrouwde hij een reeks opzienbarende gedachten toe: ‘Dat alleen de paus van Rome het recht heeft op de benaming “universeel”; ‘dat alle vorsten alleen de voeten van de paus kussen’; dat hij de bevoegdheid heeft keizers af te zetten’. Beweringen die zo boud waren dat zelfs de schrijver ze niet hardop had durven uitspreken.
Dit alles kon niet los worden gezien van de Openbaring van Johannes, die had voorspeld dat over 1000 jaar na de geboorte van Jezus het einde der tijden zou aanbreken, voorafgegaan door de komst van de Antichrist. Dit beeld speelt constant door het panorama dat Holland neerlegt in de aanloop naar die gang naar Canossa in 1077. Frankrijk was een lappendeken van vorstendommetjes waar de kastelen als paddestoelen uit de grond rezen. Er staat een prachtig verhaal in over de voor mij volslagen onbekende graaf van Anjou, Fulk ‘Nerra’. Het gaat over de Noormannen die Europa teisteren en zich via Rusland een weg banen naar de Zwarte Zee, maar ook over de opkomst en dreiging van de Saracenen, die het dan nog christelijke Constantinopel belagen. Het gaat over de machtsstrijd in Engeland en over Spanje aan het begin van de herovering van dat gebied op de moslims. Interessant hier is de vergelijking van de Islam met het Christendom. De Islam kent immers geen scheiding tussen religie en staat en heeft volgens Holland ‘geen Canossa gekend’, wat voor mij het belang van de Nederlandse titel weergeeft.
Het is verrassend om te lezen hoeveel voortekenen er gezien werden in die tijd van de naderende apocalyps. Sommigen prima verklaarbaar in de ook nu nog bekende kometen, sommige verschijnselen traceerbaar door vergelijkbare waarnemingen, maar Holland noemt er ook die helemaal niet verklaard worden;
Binnen vijf maanden na het concilie van Clermont, terwijl de paus in hartje Frankrijk Pasen vierde, verscheen er inderdaad een mysterieus kruis aan de hemel. Net als vele eeuwen daarvoor tijdens het legendarische bewind van de eerste christelijke Romeinse keizer, vatten degenen die het zagen het op als een teken van zekere overwinning.
Geen noot ter verklaring of onderbouwing hier. Holland heeft verder wel een losse hand van schrijven die mij bevalt. Een millenium beschrijven binnen 400 pagina’s is geen kleine opgave en de hoofdstukken wijzen op grote stappen, maar hij schroomt niet om allerlei details te noemen, soms met de nodige humor en daar houd ik van;
…de Wenden, een volk dat nog steeds schaamteloos zijn afgoden vereerde, mensenoffers bracht, en beleidskwesties oploste door vragen te stellen aan een paard.
Het boek sluit voor mij mooi aan op het eerder genoemde boek van Tuchman. Ze geven samen een mooi beeld van het Europa in de Middeleeuwen en daarvoor en juist dit boek gaat over een periode die bij mij nogal onderbelicht was.
Vertaling; Christien Jonkheer