Voilà, daar zijn we dan. Een goede twee maanden verder en een dik boek achter de kiezen. De Welwillenden van Jonathan Littell wordt overal zowat de hemel ingeprezen dus het moest gelezen. Welnu, ik doe niet direct mee aan de jubelstemming.
Het idee is natuurlijk prima. We laten het verhaal van de Jodenvervolgingen vertellen door iemand die er middenin zit, de fictieve SS’er Max Aue. Hij vertelt gedetailleerd over zijn reizen door de Kaukasus, de Oekraïne en Rusland en geeft nauwgezet weer welke verschrikkingen hij daar tegenkomt. Vaak rapporteert hij slechts, soms participeert hij. Aue voert gedisciplineerd zijn werk uit, soms onder moeilijke omstandigheden zoals tijdens het beleg van Stalingrad.
Hij raakt zwaar gewond, maakt af en toe uitstapjes naar Berlijn om bij te tanken en heeft zijn ups en downs met zijn superieuren. Wat zijn personage wel diepgang geeft is zijn complexe geest; verliefd op zijn zus, moordenaar van zijn moeder, homosexueel en niet capabel om een relatie met een vriendin, Hélène, aan te gaan. Zo nu en dan komt hij terecht in een angstdroom of belandt zelfs in een echte waantoestand. Toch ontmoet hij belangrijke personen in zijn loopbaan, tot Hitler aan toe.
Los van Aue’s bevindingen wordt in het boek al snel de schuldvraag gesteld. Wie draagt schuld voor alle gruwelen van de Endlösung?
De moderne genocide is een proces dat een massa wordt aangedaan door een massa, en ten behoeve van een massa…Waarom zou de arbeider die het gas moet opendraaien, schuldiger zijn dan de arbeider die met de zorg voor de verwarmingsketels, voor de tuin of voor de transportmiddelen is belast?…Is bijvoorbeeld de wisselwachter schuldig aan de dood van de joden die naar het kamp zijn vervoerd, door het feit dat hij een wissel heeft verzet?…Toch speelt deze wisselwachter bij de uitvoering van het vernietigingsprogramma een cruciale rol: zonder hem kan de trein met joden niet op punt B aankomen.
Ziedaar de spiegel voor onze neus. Laten we niet te snel de veroordeling uitspreken over onze Nachbarn; zelf zouden we wel eens geen haar beter kunnen zijn.
Tot zover dus niets mis met idee, perspectief en hoofdpersoon. Toch jubel ik niet mee met de massa en dat ligt aan de uitwerking. Littell heeft vijf jaar lang feiten verzameld en dat moeten wij weten ook. Indrukwekkend, welzeker, maar ik vond het vermoeiend. Er is een verklarende woordenlijst nodig voor alle afdelingen en eenheden die voorbijkomen. Er is in het verhaal zelf een uitputtende linguïstische toelichting opgenomen van alle talen en varianten erop uit de Kaukasische diaspora. Je moet er van houden. Verder was ik na zo’n 200 pagina’s al murw door alle joden die massaal omgebracht worden, hetgeen tot in detail beschreven wordt.
Om toch positief te eindigen, als je door bovenstaande punten heenkijkt blijft er wel een origineel boek over met diepgang. Het zet je aan het denken. Littell kan uitputtend in feiten zijn, maar kan ook mooi realistisch schrijven:
Die grote, ingestorte huizenblokken, waar de afgelopen zomer nog duizenden gezinnen nog een gewoon gezinsleven hadden geleid, zonder te vermoeden dat weldra soldaten met zes tegelijk hun echtelijk bed zouden beslapen, hun kont zouden afvegen aan hun gordijnen of lakens, in hun keukens met spades op elkaar zouden inhakken en in hun badkamer de lijken zouden opstapelen, die huizenblokken gaven me een hol en bitter angstgevoel; en die angst bracht steeds vaker beelden uit het verleden omhoog, als drenkelingen na een schipbreuk, het een na het ander.
Hoe dan ook geschreven, dit soort boeken laten zien dat er blijkbaar niet veel veranderd is. Men liep toen achter een populist aan met een grote mond en bizarre ideeën. Ziedaar, op dit moment wordt er in Den Haag gepraat over regeringsdeelname door een andere populist met een grote mond met heel valide ideeën, zo vindt een groot deel van de bevolking. Het kan verkeren…