
Deel zes van de Charlie-Parker serie van John Connolly heet De rustelozen. Het verhaal kent een aantal vertrouwde ingrediënten. Een zaak om aan te werken, Parker’s gangstervrienden Louis en Angel, zijn moeizame relatie met zijn vriendin Rachel en hun dochter en de donkere, onderhuidse gloed die in elk verhaal aanwezig is. Dat laatste werkte in dit verhaal voor mij wat minder goed maar daar kom ik op terug.
Leuk is dat het verhaal begint met een figuur die echt bestaan heeft, Dave de Rader. Die vertoont zijn kunsten op Old Orchard Road in Maine en hij raadt. Uw leeftijd, beroep, gewicht enzovoort en als hij mis zit mag u wat uitzoeken. Maar dan wordt hij door iemand gedwongen naar zijn beroep te raden en hij weet dat hij niet moet liegen;
‘Je veroorzaakt pijn,’ zei Dave.
De onbekende keek geamuseerd.
‘Is dat zo?’ zei hij.
‘Je doet mensen pijn.’
‘Uh-huh?’
‘Je hebt gedood,’ en Dave hoorde het zichzelf zeggen en zichzelf van buitenaf bekijken..De onbekende schudde zijn hoofd en keek naar zijn handen, alsof hij zich verbaasde over wat ze hadden onthuld.
‘Nou,’ zei hij tenslotte, ‘dat is volgens mij wel vijftig cent waard, en geen vergissing. Zo zit het precies. Precies.’
Dave heeft kennis gemaakt met Merrick, de wreker.
Charlie Parker is nog steeds privé-detective en hij gaat langs bij Rebecca Clay. Die heeft last van een stalker en wil dat Parker er iets aan doet. Haar vader, Daniel Clay, was ooit een gerespecteerd kinderpsychiater die op een dag spoorloos verdween. Rebecca denkt dat het iets te maken heeft met een misbruikzaak waar een paar van zijn patiënten als kind onder hebben geleden. Rebecca denkt dat hij zelfmoord heeft gepleegd en heeft hem na een aantal jaren dood laten verklaren.
De dochter van Merrick is ook verdwenen en hij wil antwoorden. Van Daniel Clay, want die hoeft helemaal niet dood te zijn volgens hem en anders van Rebecca. Parker gaat hem voor de voeten lopen en het eerste dat hij doet is bewaking regelen voor Rebecca. Hij belt daarvoor zijn vriend Jackie Garner en die komt standaard met twee vrienden;
Daar kwam bij dat Jackie overal gevolgd werd door twee vleeswagons op benen, de broers Fulci, en de Fulci’s stonden tot subtiliteit als een eierklopper tot een ei. Ik wist niet wat Rebecca Clay ervan zou vinden als ze hen op de stoep zag staan. Ik wist niet eens wat de stoep ervan zou vinden.
Bewaking is geregeld en Parker gaat met mensen praten over Rebecca’s stalker die natuurlijk Merrick is en zo raakt hij betrokken bij de verdwijning van haar vader en de dochter van Merrick. Hij praat met de ex van Rebecca, die haar voor van alles en nog wat uitmaakt en Parker meegeeft dat hij maar eens moet informeren naar Het Project.
Parker komt erachter dat Merrick wordt gesteund door een advocaat, maar er is nog een mysterieuze speler in het spel. Hij weet inmiddels dat Daniel Clay schilderde en komt in aanraking met een rijke verzamelaar van zijn werk. Ook maakt hij kennis met een msibruikte jongen die in de gevangenis door Merrick in bescherming werd genomen. Het zijn allemaal lijntjes die ergens bij elkaar moeten komen. Langzaam wordt duidelijk wat Het Project inhoudt en de spelers in dat spel zijn mannen met vogelmaskers.
Connolly heeft een voorkeur voor de bossen van de staat Maine. Waar eerder al een hele baptistengemeente verdween hebben we nu te maken met Gilead. Dat is een gemeente, ooit gesticht in de bossen en genoemd naar een van de Bijbelse toevluchtsoorden, door een houtfabrikant Bennett Lumley. Een godvrezend man en het was een klein paradijsje zo u begrijpt, maar niet voor iedereen. Er gebeurden zaken die het daglicht niet konden verdragen en de vondst van een paar kinderlijken was een aardige indicatie. De enige die daarvoor werd veroordeeld was ene Mason Dubus en die gaat u nog tegenkomen in dit boek. De Russen ook, die zijn kwaad omdat hun internet-expert die goed is in foto’s en filmpjes verspreiden ineens niet meer op zijn post kan zitten.
Merrick werd de wreker genoemd en weest u gerust, hij is goed in zijn professie. De ontknoping is weer een mooie, alleen de mystieke sfeer die Connolly altijd over zijn verhalen legt komt voor mij hier niet goed uit de verf. Er spelen figuren op de achtergrond mee die Parker, maar ook anderen achtervolgen en waar ze geen grip op krijgen. Ze worden de Holle Mensen genoemd, maar wat ze precies toevoegen in het verhaal is mij niet helemaal duidelijk. Of ik ben niet ontvankelijk voor hun signalen, dat kan ook.
Vertaling: Pieter Janssens