archiveren

Encyclopedie

3f1a7dffa22584e5933412b5267444341587343_v5
De heer Gerrit Komrij en ik verstaan elkaar. Ik houd van zijn schrijfstijl en ik kwam in Humeuren & temperamenten een paar observeringen tegen die ik herken en waar ik glimlachend mee instemde.

We hebben zowaar Een encyclopedie van het gevoel in handen waarin Komrij zijn bespiegelingen loslaat op allerhande emoties. Waar emoties heersen zwijgt het verstand, zo zegt men en onze gevoelens worden gezien als monsters die ons uit ons evenwicht brengen en ons uiteindelijk verslinden.

Zo wordt deze encyclopedie op de achterkant ingeluid en ik lees graag wat Komrij te zeggen heeft over al die humeuren en temperamenten. Hij gaat daarbij systematisch te werk zoals het een encyclopdie betaamt, te beginnen met de letter A en eindigend met de Z. U begrijpt, zelfs obscure letters als de X en Y worden niet overgeslagen. Dat het werk niet kan bogen op volledigheid is evident, Komrij grijpt de emoties bij de lurven zoals het hem uitkomt.

Zo’n boek leent zich prima voor citaten, niet in de laatste plaats door het bloemrijke taalgebruik van Komrij. Zo zegt hij bij de Ambitie;

Neerwaarts gericht is het menselijk lot, maar tijdens de korte vergissing tussen geboorte en dood klapwiekt hij amechtig voorwaarts en opwaarts.

Het zijn de ambities die de sterveling aandoenlijk maken. Schrijvers die weten dat hun novelle in een ommezien in de uitverkoop ligt hunkeren toch naar de goedkeuring van een criticus. Daar heeft Komrij geen last van. Wel van Briefangst. Hoe goed hij ook kan schrijven, hij verlamt als hij een brief moet schrijven. U zult vergeefs naar uitgebreide correspondentiebundels van Komrij zoeken. Hij heeft er één, met Jeroen Brouwers, van slechts 72 pagina’s.

Het woord Creativiteit is zo’n begrip waarin ik het zeer eens kan zijn met Komrij. Het wordt te pas en vooral te onpas gebruikt. Als iemand een paar kussens in een bank gooit is er tegenwoordig al een sfeer gecreëerd. Komrij vindt dat creëren iets uit niets maken is en stelt dan de vraag of hier wel gecreëerd wordt of slechts een bestaande creatie verrijkt? Komrij;

Het populaire woord ‘creatief’ is eigenlijk het zeldzaamste van alle begrippen. Er is maar één keer werkelijk sprake geweest van iets dat uit het niets kwam. Creatief was alleen God. Wie de precisie liefheeft gebruikt het woord creativiteit niet ijdel.

Ik had graag gezien dat hij ook het begrip ‘Inspiratie’ bij de hand had genomen, maar dat blijft helaas onbesproken. Ik vind het net zo’n jeukwoord als creativiteit. Gelukkig blijft er genoeg te genieten en is hij vaak lekker tegendraads. Hier bijvoorbeeld, bij Drift;

Wie, bezeten van drift, een ambtenaar aan zijn revers door een loket naar buiten sleurt, over een bebloed spijkerbed van glasscherven en verwrongen traliewerk, of een hele woonwijk in as legt waarbij honderden mensen aan hun verwondingen bezwijken, handelt als een heilige.

Dat kan niet zult u zeggen en u leest zelf zijn toelichting maar, er staan er wel meer zo in het boek, zoals het begin van het hoofstuk Haat. Zulke stukjes leveren hem tegenstanders op maar daar past Komrij zijn gedrag op aan, zo zegt hij in Imitatio. Hij past zijn mening direct aan als iemand hem tegenspreekt en probeert voortdurend te zeggen wat iemand van hem wil horen. Zijn reden;

Ik vind het onzin voor alle gelegenheden onmiddelijk een oordeel paraat te hebben. Opinies zijn vermoeiend omdat het zo gemakkelijk is ze te hebben.

Herkenbaar, zeker in de huidige tijd van social media. Ik vond al die meninkjes van Jan en vooral alleman ook erg vermoeiend en heb mijn social mediakanalen lekker opgedoekt.

De Liefde mag niet ontbreken in dit overzicht en een goede test van ware liefde is blijkbaar of je de gedachte kunt verdragen de teennagels van je beminde te knippen. Een andere gedachte is die aan de dood van dat vogeltje dat je met je auto hebt doodgereden. Een levend wezentje, een klein universum is uiteen gespat;

‘Die verdomde auto’, mompel je . En zonder het te weten sprak je daar een cruciale zin uit. Je vond het wel even vervelend, de dood van het vogeltje, maar een ander, iets anders, heeft het omgebracht. Dat maakt het je mogelijk meteen weer over te gaan tot de orde van de dag, desnoods tot het vermoorden van het volgende hoopje veren. Moordpartijen lijken ineens onvermijdelijk en marginaal.

Komrij trekt het verhaal in het stuk over Verantwoordelijkheid nog even door tot miljoenen doden uiteindelijk maar een vogeltje zijn.

Verder kent Komrij geen Verveling. Hij probeert het zich voor te stellen maar komt niet verder dan iemand die nergens trek in heeft, doelloos in het niets staart, de tijd tergend langzaam aan zich voorbij ziet trekken en voor het slapen gaan nog even een boek van Willem Brakman leest. Ik houd van die humor. Tenslotte wil ik u nog even meegeven, als we toch bij het einde zijn en Komrij al bij de letter W van Walging is, dat we zelfs op de toppen van extase altijd dicht bij de stront blijven. Komrij;

Iedere onsterfelijke dichtregel, ieder visioen, iedere uitvinding die de wereld een ander aanzien gaf is onveranderlijk ontstaan op, laat ons zeggen, vijfenvijftig centimeter afstand van een hoop stront – een ondraaglijke gedachte.

Het is Komrij ten voeten uit, ik moet zijn Encyclopedie van de Stront nog lezen, die komt vanzelf een keer voorbij.

23d5ab4bdc076915930766a5867444341587343
Hoe wordt ik de slimste mens ter wereld? In het boek Ik weet alles! doet schrijver A.J. Jacobs een moedige poging door de gehele Encyclopedia Britannica van A tot Z te gaan lezen. Hij worstelt zich door 33.000 pagina’s en 44 miljoen woorden en vertelt aan de hand van allerlei triviale feiten over zijn huwelijk, de pogingen om zwanger te worden, de relatie met zijn vader en zijn deelname aan de spelshow Who wants to be a Millionaire.

Nu hou ik zelf wel van triviale feiten (ik weet al jaren dat Antananarivo de hoofdstad van Madagascar is) en werd nog meer getriggerd door het feit dat het zou gaan om (weliswaar hilarische) memoires. Wellicht verwachte ik hierdoor wat diepgang.

Welnu, die diepgang ontbreekt. Misschien is dat niet erg maar het bleef voor mij allemaal wel erg aan de oppervlakte. We wandelen keurig aan de hand van het alfabet door de encyclopedie heen en worden vergast op trivialiteiten:

Chaucer, Geoffry

De schrijver van de Canterbury Tales blijkt beboet te zijn omdat hij in een Londense straat een franciscaner monnik had geslagen. Alweer zo’n temperamentvolle kunstenaar.

Het zijn met name die zinnetjes op het eind die me storen. Vaak zijn ze te flauw voor woorden en ze komen door het hele boek voor. Leuk om te lezen dat het lichtgevende deel van de bliksem niet van boven naar beneden, maar van beneden naar boven gaat. Dat druist in tegen de intuïtie van de auteur en hij vraagt zich af:

Welke andere verkeerde ideeën heb ik? Is de zon koud? De hemel oranje? Keanu Reeves een briljant acteur?

Je moet er van houden, deze stijl ligt mij in ieder geval niet. Jacobs vertelt tussendoor over het reilen en zeilen in zijn gezin, de verlangde zwangerschap, zijn erudiete vader met zijn practical jokes en zijn halfslachtige pogingen om zijn zoektocht naar intelligentie cachet te geven. Zo gaat hij op bezoek bij de vijfvoudig winnaar van Jeopardy, bezoekt hij het hoofdkantoor van de Encyclopedia Britannica in de Verenigde Staten en gaat langs bij een gezaghebbend expert op het gebied van intelligentie. Jammer voor hem is er niemand die zijn odyssee een zinvolle onderneming vindt.

Stiekem weet hij dit natuurlijk zelf ook en het wordt toegelicht aan de hand van de uiteenzetting van Yale-professor Sternberg. Hij heeft het over ‘uitgekristalliseerde’ intelligentie ofwel de opeenhoping van kennis. Dit is waar Jacobs zich op toelegt. Sternberg slaat dit echter minder hoog aan dan ‘plooibare’ intelligentie ofwel het menselijk vermogen om zich aan te passen aan een situatie en bij het redeneren en de probleemoplossing flexibel te blijven.

De auteur zal ongetwijfeld alles gelezen hebben maar mij bekroop het gevoel dat zo’n boek snel in elkaar gedraaid kan worden door ad random de encyclopedie open te slaan. Hij maakt wel eens een verwijzing naar een eerder artikel dus hij krijgt het voordeel van de twijfel. Ik mis echter de grote samenhang en daardoor blijft het niet meer dan een aardig boek voor tussendoor.

Toch komt Jacobs uiteindelijk met een soort conclusie: door alles wat hij gelezen heeft vertrouwt hij erop dat de mens uiteindelijk een tamelijk goede soort is. Maar leuker vind ik om te weten dat de beruchte outlaw Jesse James omkwam toen hij werd neergeschoten tijdens het recht hangen van een schilderijtje…