Een boek van 379 pagina’s over één boekhandel, is dat interessant? Ja. Er is ontzettend veel over te vertellen en nog meer te laten zien. Shakespeare and Company van samenstelster Krista Halverson kan worden gezien als de autobiografie van de beroemde boekhandel in Parijs, aan de Rue de la Bûcherie, uitkijkend op de Notre Dame.
Het begint allemaal in 1919, als Sylvia Beach haar boekwinkel Shakespeare and Company opent aan de Rue Dupuytren in Parijs. Door de oorlog gedwongen moest ze haar winkel sluiten. Na de oorlog kwam de Amerikaan George Whitman naar Parijs en opende zijn boekhandel Le Mistral aan de Rue de la Bûcherie. Zijn winkel was een voormalig klooster uit de 17e eeuw. Na verloop van tijd en met toestemming van Sylvia Beach wijzigde hij de naam naar Shakespeare and Company.
George had een aparte filosofie. Hij verzamelde enorm veel boeken om zich heen. Omdat hij op zijn reizen overal welkom was geweest, was iedereen welkom bij hem. Beneden werd een winkel ingericht, boven een bibliotheek. Boeken werden verkocht, uitgeleend of ter plekke gelezen. Er werden bedden geïnstalleerd en men was welkom om te blijven slapen. George noemde zijn gasten ‘Tumbleweeds’, naar de tuimelende prairieplanten die zich van hun wortels hebben losgemaakt. Hij stelde een paar eisen aan de overnachting; een paar uur meehelpen in de winkel, een autobiografie schrijven met foto en een boek per dag lezen.
En gasten kwamen er, maar ook schrijvers, dichters en muzikanten. Er werden bijeenkomsten georganiseerd waar werd voorgedragen, gemusiceerd en gefilosofeerd. Whitman was daarbij de spil. Hij kookte voor zijn gasten en kwam en ging zoals het hem goeddunkte. Hij kon gerust een gast vragen ‘even’ op de winkel te letten en een paar dagen later terugkeren. Geld interesseerde hem niet, alleen om zijn winkel uit te breiden.
Hij werd op late leeftijd vader van een dochter Sylvia (inderdaad vernoemd naar Sylvia Beach) die na zijn overlijden in 2011 de winkel zou voortzetten.
Tot zover in vogelvlucht het verhaal van de winkel, maar rechtvaardigt dat zo’n lijvig boek? Jazeker. Het boek biedt een schat aan informatie over al diegenen die de winkel hebben bezocht en wat er over de winkel is geschreven. Ook geeft het een inkijkje in het Parijs van die tijd. Tijdens de grote studentenprotesten was de winkel een toevluchtsoord bijvoorbeeld. In het boek staan veel foto’s van gasten, prominent of niet, autobiografieën van de Tumbleweeds, strips, schilderijen en tekeningen van de winkel, brieven van George (onder meer aan Gorbatsjov over het oprichten van een varende universiteit) en werk van dichters die de winkel bezochten, zoals Alan Ginsberg, Jim Morrison, Anaïs Nin enzovoort. Het is een rijk en gevarieerd boek.
Maar het meest staat toch de eigenaar bij, George Whitman. Een citaat uit het verhaal van een Tumbleweed, Overty Darren Peter, die hem aansprak in de winkel;
“Excuse me, are you the owner? Yes? Oh. Do you by chance need any staff?”
“Sure we do, boy! Can ya work twenty-five hours a day? Do ya like scrubbing floors? Can ya go without sleep for three weeks? Do ya love books? Do you know how not to run a bookstore? You do? Then what are you waiting for? Take over!
Een man met het hart op de juiste plaats maar die hangt aan zijn eigen gewoontes en systemen. Als zijn dochter Sylvia in de winkel komt helpen en langzaam wat verbeteringen en moderniseringen doorvoert, sluipt George ’s nachts naar beneden om ze weer ongedaan te maken, tot het laten verdwijnen van de computer aan toe. Zo staan er talloze verhalen en anekdotes in het boek. De altijd aanwezige kat heet altijd Kitty, naar de beste vriendin van Anne Frank (er staat overigens een prachtige brief van George aan Anne Frank in het boek), de hond heet naar de schrijfster Colette. George die zijn haren ‘knipt’ met de vlam van een kaars (foto in het boek), het bezoek van voormalig president Clinton waar George te verlegen voor is maar waarmee hij uiteindelijk in zijn pyjama mee op de foto gaat (ook deze staat in het boek). De nukken en grillen van George, terwijl hij uiteindelijk alleen maar wil dat mensen lezen en genieten, desnoods door ze maanden achtereen te laten blijven (favoriet citaat van George “I’m tired of people saying they don’t have time to read. I don’t have time for anything else!”)
Voor iedereen die er geweest is en zeker als je de winkel nog wil bezoeken is het boek een aanrader. Als ik er weer kom bekijk ik de winkel met heel andere ogen. Ik laat nog even de huidige eigenaresse aan het woord, Sylvia Whitman, over haar vader;
George believed that the books we read form an essential part of our identities, the books signify freedom, and that books connect us. In building his shop, he expressed these convictions in every corner. A bookstore – or, in this case, a “socialist utopia masquerading as a bookstore” – is a place of possibility, where ideas and curiosity permeate the millions of pages lining the walls.
Sylvia Whitman wilde de boeken van haar vader op alfabet zetten in de winkel. George geloofde daar niet in. De boeken stonden door elkaar, zodat interessante verbindingen en relaties ontstonden. Hij ligt begraven op Père-Lachaise, tussen Jim Morrison en Héloïse en Abelard in, nu zelf zo’n interessante verbinding vormend als de boeken in zijn winkel.