Wat het Dagboek van Vaslav Nijinski interessant maakt, is dat het de beleving van een man weergeeft, waarbij de diagnose schizofrenie is gesteld. In mijn voorgaande verslagen Vaslav en Het dossier Vaslav Nijinski komt de levensloop van de balletdanser Nijinski aan bod en het verdient aanbeveling om deze boeken eerst te lezen, voor men aan dit dagboek begint.
Het dagboek bestaat uit drie hoofdstukken, getiteld Leven, Dood en Gevoelens. Dit zijn titels die door Nijinski zelf bedacht zijn, hoewel de onderwerpen in de delen wel een grote overlap vertonen. Wat vooral opvalt zijn een paar thema’s die steeds weer terugkeren. Nijinski geeft consequent aan dat hij God is en tegelijkertijd maar een normaal mens. Hij heeft het vaak over zijn gevoel en onbaatzuchtigheid. Ook heeft hij het vaak over zijn geestesgesteldheid en het lijkt of hij goed weet hoe men over hem denkt. Hij speelt er zelfs mee:
Ik ben God in mensengedaante. Ik voel wat Christus gevoeld heeft. Ik ben als Boeddha. Ik ben de God van de Boeddhisten en iedere gestalte van God. Ik heb ze allemaal ontmoet. Ik doe express of ik gek ben, ik heb daar mijn bedoelingen mee. Ik weet dat wanneer iedereen maar zal denken dat ik een ongevaarlijke gek ben, niemand meer bang voor me zal zijn. Ik houd niet van mensen die denken dat ik een gevaarlijke krankzinnige ben. Ik ben een krankzinnige die de mensheid lief heeft. Mijn waanzin is mijn liefde voor de mensheid.
Nijinski schrijft fanatiek in zijn dagboek en weet dat van zichzelf. Af en toe is hij concreet en verwijst naar gebeurtenissen zoals beschreven in de roman van Japin. Zo komt zijn relatie met de balletimpresario Diaghilev uitgebreid aan bod. Hier komt de ambivalentie in zijn karakter tot uiting. Hij noemt Diaghilev zijn aartsvijand, maar draagt hem tegelijkertijd een goed hart toe. Die ambivalentie komt ook terug in zijn gedragingen ten opzichte van zijn vrouw Romola en zijn dochter Kyra. Soms is hij hard en ongevoelig of kan hij uitbarsten in redeloze woede, aan de andere kant houdt hij van ze en kan hij niet zonder ze. Zijn dagboek staat vol met liefdesbetuigingen aan beiden.
Er wordt veel herhaald in het dagboek, het is geen coherent geheel. Een voorbeeld hiervan is het volgende stuk, dat in andere bewoordingen elders ook weer opduikt:
Zonder energie kan er geen leven bestaan. Het leven is moeilijk omdat de mensen niet begrijpen hoe belangrijk het is. Het leven is kort. Ik schrijf niet om mezelf te amuseren, maar om de mensen dood en leven te doen begrijpen. Ik houd van de dood. De dood kan lieflijk zijn wanneer God dat zo wil, verschrikkelijk wanneer hij komt zonder God…Ik studeer niet zo veel, alleen als God wil dat ik studeer. God verlangt niet van de mensen dat zij zich overbelasten. Hij wil dat de mensen gelukkig zijn…
Deze beschouwingen komen vaak voor en hij spreekt zichzelf nog wel eens tegen. Hier houdt hij van de dood, elders is hij er bang voor. Enerzijds looft hij de intelligentie van zijn vrouw, anderzijds wil hij die vernietigen zodat zij zich in andere opzichten kan ontwikkelen. Er zitten veel kanten aan een persoonlijkheid, geteisterd door wat dan als schizofrenie is gediagnosticeerd. Het boek is de moeite waard als aanvulling op de roman Vaslav van Japin.