archiveren

Zigeuners

902180932X.01._SX450_SY635_SCLZZZZZZZ_
Koningin op blote voeten van Ildefonso Falcones is de derde historische roman van de Catalaanse advocaat en schrijver. Het speelt zich af in de 18e eeuw in Spanje, in Sevilla en Madrid.

Caridad, een negerin uit Cuba, komt aan in Sevilla. Zij is meegekomen met haar meester als slavin van een tabaksplantage, maar haar meester is op zee gestorven waardoor ze nu een vrije vrouw is. Ze kent niemand en begint te zwerven door Sevilla.

Als zij zachtjes zit te zingen wordt ze opgemerkt door Melchor Vega, een zigeuner en oud-galeislaaf. Hij herkent de pijn in haar stem en dat doet hem denken aan zijn eigen lijden als gevangene. Melchor is de grootvader van Milagros, een jonge zigeunerin. Zij en Caridad worden onafscheidelijk.

Dan worden op bevel van de Raad van Castilië op 30 juli 1749 alle zigeuners opgepakt en gevangen gezet. Het was een poging om het ras uit te roeien met als reden dat de zigeuners zich aan geen enkele wet hielden behalve aan hun eigen Zigeunerwet. De familie van Milagros wordt opgepakt. Zij en Melchor Vega zijn niet thuis en ontkomen.

Caridad leert Milagros zingen en dansen en zo verdienen zij hun geld. Milagros trouwt met Pedro Garcia, waar zij al een tijd verliefd op is. Haar vader, vrijgekocht door de Garcia’s stemt toe en dat kan Melchor Vega niet verkroppen, want de Garcia’s zijn verantwoordelijk voor het feit dat hij tien jaar op de galeien heeft gezeten. Melchor vermoordt Milagros’ vader en vlucht.

Uiteraard blijkt Pedro een verkeerde keus. Milagros heeft gebroken met haar grootvader en met Caridad, maar wordt in Madrid door haar man uitgebuit en geprostitueerd. Zij moet dansen en zingen in het theater en slapen met de adel die als een blok voor haar valt. Ondertussen wordt Caridad ook gevangen gezet en transformeert daar van een jong, gedwee meisje tot een zelfstandige en bewustere vrouw die de waarde van vrijheid leert kennen.

Het komt allemaal weer keurig bij elkaar na goed 700 pagina’s en dan heb je een caleidoscopisch beeld achter de rug van de Spaanse zigeunerwereld in de 18e eeuw. De beroemde trots speelt een grote rol, verdriet, moed, liefde, wanhoop, vreugde en hoop; het zit er allemaal in. Wat mooi is dat in deze historische roman nu eens geen belangrijke historische figuren de boventoon voeren maar mensen middenin de samenleving zoals zigeuners, burgers en geestelijken. Wat bij blijft is de muziek in dit boek. De zang en dans van Caridad en Milagros spettert er van af:

‘Zing, Milagros, ‘ moedigde Caridad haar aan. ‘Zing zoals alleen jij dat kunt.’ En ze barstte los en zong zonder begeleiding, totdat Fermín haar met de gitaar bijviel…Haar levendige stem met het schitterende timbre vulde de hele kroeg; een zigeuner-seguidilla, herkenden Fermín en de anderen meteen…
Sevilla: school van de zang; universiteit van de muziek; atelier waar de stijlen zich vermengen voordat ze aan de wereld aangeboden worden. Caridad wond de mannen op met haar provocerende dansen, de zigeunerinnen deden hetzelfde met hun volgens priesters en godvruchtigen heiligschennende sarabandes, maar niemand, geen van die mannen of vrouwen, hoeren of schurken, wasvrouwen of handwerkslieden, broeders of dienstmeisjes, kon zich onttrekken aan de schitterende betovering van een lied waarin alle emoties besloten lagen.
En toen was iedereen in extase: gejuich, ovaties en applaus. Duizend-en-een beloftes van eeuwige liefde aan Milagros vormden het slot van het optreden van het meisje.

Dat somt de essentie van het boek wel op, terwijl die andere kant er ook is, het verdriet door verraad en de doorgaande cyclus van de Zigeunerwet. Vergelding op vergelding. Daarom blijft de zigeuner zingen, altijd, totdat hij bloed proeft.

Lees ook de bespreking van Bettina.

Vertaling; Marga Greuter en Margriet Muris