archiveren

Kerst

45e04886ab0f22359394a755277444341587343

Omdat ik een zwembad in juli toch niet de juiste plek vind voor dit boek nu maar aan de Kerstverhalen van Charles Dickens begonnen. In dit boek van zo’n 334 pagina’s staan vijf verhalen, waarvan A Christmas Carol in Prose het bekendst is.
 

Ik heb ooit wel eens een versie gezien van Scrooge, dus kende de strekking van het verhaal. Het verhaal zoals opgetekend door Dickens bevatte dan ook geen nieuws, maar ik kreeg wel weer een bevestiging van de beeldende en humorvolle manier waarop hij zijn verhalen vertelt. Zoals wanneer Scrooge bezocht wordt door de geest van zijn overleden compagnon maar hij er nog niet aan wil geloven:


…Onzin, zeg ik je. Onzin!’
Bij deze woorden slaakte de geest een vreselijke gil en rammelde hij zo gruwelijk en huiveringwekkend met zijn ketens, dat Scrooge zich stijf aan zijn stoel vastklampte om niet in zwijm te vallen. Maar hoeveel groter werd zijn ontzetting, toen het spook, alsof het hier binnen te warm was, de band rond zijn hoofd loswikkelde en de benedenkaak daarbij tot op de borst neerklapte!

 

Ik kan me niet herinneren dat te hebben gezien in een Scrooge-versie; vaak is het boek beter dan de film. 


De overige verhalen kende ik niet en zijn vermakelijk genoeg. Het Carillon gaat over de geesten der klokken die een brave kruier laten zien wat voor scenario’s er mogelijk zijn als zijn dochter niet met haar geliefde mag trouwen. Ook hier dus bovennatuurlijk gedoe met een happy end.
 

De krekel bij de haard kon mij wat minder boeien, maar wat opvalt is dat Dickens hier weer gebruik maakt van een cynische, oude baas, een speelgoedfabrikant. Dat zien we ook in het laatste verhaal, De bezeten man. Hier ook een in zichzelf gekeerde, humeurige man die een deal maakt met een geest waarbij hij het vermogen krijgt om smartelijke herinneringen uit te wissen bij zichzelf en bij anderen, maar tegelijkertijd de prettige herinneringen ook maar wist. Dat is wat deze verhalen bij elkaar houdt, er zitten parallellen tussen hoofdpersonen en (bovennatuurlijke) gebeurtenissen en alle verhalen spelen zich af rond de Kerst met de onvermijdelijke koude en sneeuw.

 

Met dat laatste weet Dickens wel raad. Hij is sterk in zijn beschrijvingen van de omgeving waarin het verhaal zich afspeelt, of dat nu de sloppen van een stad zijn, of de weersgesteldheid van dat moment. Zijn beschrijving van de sombere wintertijd in De bezeten man is prachtig:

 

Als de wind floot, scherp en snijdend, bij het ondergaan ener befloerste zon. Als het zo donker was, dat de vormen der dingen vaag en onduidelijk werden maar zich nog niet helemaal in het duister hadden opgelost…Als de reizigers het bitter koud hadden en vermoeid staarden naar de sombere landschappen, die ruisten en huiverden in de wind…Als matrozen op zee aan de beijsde raas hangend ijzingwekkend heen en weer werden gezwaaid en geslingerd boven de brullende oceaan.


Als, als, als. Dickens neemt op deze manier bijna twee pagina’s de tijd om het weer te beschrijven. Geloof me, dan zit je er behoorlijk in. Mooi gedaan dus, hoewel ik na dit boek weer even af moet van Dickens. Ik consumeer dit met mate.