Nu ik toch lekker in de klassiekers zit waarom Sherlock Holmes niet geknipt en geschoren? Direct maar één van de bekendere verhalen; The Hound of the Baskervilles door Sir Arthur Conan Doyle.
Een respectabele familie uit de zompige moerassen van Dartmoor, Devon, zit met een familievloek opgescheept.
Een spookachtig grote hond met een sterk gevoel voor traditie pleegt alle erfgenamen van het huis Baskerville uit de weg te ruimen. Dit overkwam ook Sir Charles Baskerville. Hij wordt dood gevonden na een avondwandeling. Naast hem de pootafdrukken van een ongezond grote hond.
De neef en volgende erfgenaam, Sir Henry Baskerville verschijnt stoutmoedig ten tonele maar roept toch voor de zekerheid de hulp in van Sherlock Holmes om dit raadsel op te lossen. Holmes doet of hij druk is maar stuurt zijn trouwe metgezel Watson mee naar de mistroostige moeraslanden, waar hij zijn intrek bij Sir Henry mag nemen. Hierop volgen allerlei onderzoeken en gesprekken. Waarom sluipt de bediende ’s nachts door de gangen? Wie huilt er ’s nachts in het huis? Op wie wachtte Sir Charles toen hij de dood vond? Heeft de ontsnapte gevangene er iets mee te maken? Wie is die andere vreemdeling die in verlaten onderkomens in het moeras huist? Weet de vlindervangende buurman misschien meer? Genoeg voor Watson om zich in vast te bijten maar hij is opgelucht als Sherlock Holmes zich met de zaak komt bemoeien. Samen beantwoorden ze in ieder geval bovenstaande vragen, waarbij niet iedereen er goed van af komt.
Vermakelijk zijn de gesprekken tussen Holmes en Watson, zoals wanneer iemand een wandelstok achterlaat in het kantoor van Holmes. Watson mag eerst beargumenteren wie die wandelstok toebehoort, waarop Holmes vervolgens met een heel ander profiel komt. Zo zijn er meer staaltjes van observatie en deductie door het hele verhaal heen. Holmes legt uit dat een boodschap in een hotel geschreven moet zijn omdat de pen heeft gehaperd; thuis heb je geen haperende pennen, die liggen in hotels. Uitgeknipte letters herkent Holmes uit de Times van gisteren enzovoort.
Wat mooi overkwam in het verhaal is het landschap waarin alles zich afspeelt. Eindeloze moeraslanden, soms zonnig, vaak mistig en altijd verraderlijk. Buurman Stapleton geeft uitleg aan Watson:
“That is the great Grimpen Mire”, said he. “A false step yonder means death to man or beast. Only yesterday I saw one of the moor ponies wander into it. He never came out. I saw his head for quite a long time craning out of the bog-hole, but it sucked him down at last. Even in dry seasons it is a danger to cross it, but after these autumn rains it is an awful place. And yet I can find my way to the very heart of it and return alive.”
De sfeer wordt er nog beter op als ’s nachts een verschrikkelijk geluid over het moeras klinkt, waar Holmes en Watson behoorlijk van schrikken:
A terrible scream – a prolonged yell of horror and anguish burst out of the silence of the moor. That frightful cry turned the blood to ice in my veins.
“Oh, my God!” I gasped. “What is it? What does it mean?….The cry had been loud on account of its vehemence, but it had pealed out from somewhere far off on the shadowy plain. Now it burst upon our ears, nearer, louder, more urgent than before.
Het valt niet meer te ontkennen, er huist wat in het moeras. Voor de ongeduldige lezers, ze komen de hond tegen, compleet met vurige ogen en vurige bek. Bestrijdt Sherlock Holmes dan toch spoken? Ga het vooral lezen. Het is een onderhoudend verhaal met een wat tegenvallend slot, maar het geheel deed mij toch verlangen eens een naargeestig hotel te boeken nabij de mistige moeraslanden van Dartmoor.
Maar er is meer. Twee voor de prijs van één. The Valley of Fear van Sir Arthur Conan Doyle is een tweede volwaardig Holmes-verhaal in dit boek. Holmes en Watson worden opgeroepen om een bloederige moord te onderzoeken. De eigenaar van een landhuis, Douglas of Birlstone, is niet meer te herkennen als zodanig; zijn hoofd is er af geschoten. Het is onduidelijk wie de dader is en hoe deze binnen is gekomen, er ligt een gracht om het huis en de ophaalbrug is omhoog. Er zijn wel aanwijzingen; een achtergelaten fiets, een verdwenen dumbell en een bloedspoor bij het raam. Iedereen is met van alles bezig maar Holmes weet al waar het op hangt:
“Dear me, Watson, is it possible that you have not penetrated the fact that the case hangs upon the missing dumb-bell? Well, well, you need not be downcast, for between ourselves I don’t think that either Inspector Mac or the excellent local practitioner has grasped the overwhelming importance of this incident. One dumb-bell, Watson! Consider an athlete with one dumb-bell! Picture to yourself the unilateral development, the imminent danger of a spinal curvature. Shocking, Watson, shocking!”
En Holmes heeft gelijk. De dumbell verraadt wie er waarom vermoord is. Dan zijn we nog maar op de helft van het verhaal, want het bestaat uit twee delen. In deel één mag Holmes zijn ding doen, deel twee vertelt de voorgeschiedenis die leidt tot de bloederige opening van het verhaal. Het speelt zich af in de Verenigde Staten, waar ene McMurdo zich inwerkt in een organisatie die The Eminent Order of Freemen heet. Overal een liefdadigheidsorganisatie, maar hier een bende moordenaars die een hele vallei stevig in zijn greep heeft. McMurdo maakt snel carrière en heeft daar zo zijn redenen voor. Waarom hij het beste jongetje van de klas wil zijn wordt pas op het laatst verrassend duidelijk (of ik zie dat soort dingen gewoon niet aankomen, kan ook).
Deze verhalen waren mijn eerste kennismaking met Sherlock Holmes en ik heb mij prima vermaakt. Ik hoef niet achter elkaar de rest te lezen, maar af en toe een verhaal kan ik mij toch zeer goed voorstellen.