archiveren

Maandelijks archief: oktober 2016

cc91be6cf28e85b597a6f7a5841444341587343
Ik mag graag iets van Boudewijn Büch lezen, maar Bibliotheken blijft niet bij als een hoogtepunt. Daar kan de beste man niet veel aan doen, ik lees het gewoon te laat. De inhoud van het boek wordt bepaald door zijn reisgedrag in 1982 en is daarom nu onvermijdelijk gedateerd. Het zijn verslagen van diverse bibliotheken die hij bezoekt, onder meer in Weimar, Leiden, Praag, Auckland, Malta en Fiji.

Büch begint met een algemene verhandeling over waar het woord ‘bibliotheek’ (letterlijk, boekenbewaarplaats) vandaan komt en gaat over op boekenliefde en boekenhaat. Dat is dan wel leuk om te lezen, want sommige verzamelaars vertonen ronduit extreem gedrag;

Ik interviewde eens…de dampublikatieverzamelaar Philip de Schaap…Hij verzamelt alles over dammen: damtijdschriftjes uit Senegal, programma’s van derderangs damwedstrijden, et cetera. Zelfs knipt hij foto’s uit, waarop toevallig een dambord staat afgebeeld. Toen ik De Schaap vroeg of hij ook boeken verzamelt van een schrijver die Van Dam heet en die over theoretische natuurkunde schrijft, antwoordde hij: ‘Nee, dat gaat mij te ver, maar die mensen bestáán wel.’

De verslagen over de bibliotheken die hij bezoekt zijn aardig om te lezen, maar de collecties zoals hij ze beschrijft zullen er in veel gevallen anders bij staan en zo niet, dan  neem ik het voor kennisgeving aan. Leuker vind ik zijn persoonlijke bespiegelingen over boeken en bibliotheken, dat is zoals ik hem ken uit andere boeken en van zijn programma’s en wat hij al uitdraagt sinds zijn jeugd (‘ik vind boeken en bibliotheken mooier dan meisjes’). Dat is eigenlijk waar het in zo’n 180 pagina’s over gaat;

Iedere bibliotheek fascineert mij, ook al valt hij ogenschijnlijk volstrekt buiten mijn aandachtsgebied.Wat boekerijen namelijk gemeenschappelijk hebben, is een vreemde lichtval, een uitzonderlijke rust en een dubbele geschiedenis: de historie van een boekverzameling en de geschiedenis van ieder boek apart.

904883158x-01-_sx450_sy635_sclzzzzzzz_
De Nederlandse band The Golden Earring is er al mijn hele leven, dus ik was benieuwd naar de biografie van hun leadzanger Barry Hay. Hay is geschreven door Sander Donkers, die voor dit boek van zo’n 380 pagina’s zes maanden lang gesprekken voerde met de hoofdpersoon, zijn bandgenoten, familie en vrienden.

Barry Hay werd geboren in India als zoon van een Schotse militair en zijn flamboyante vrouw. Zijn moeder vluchtte al snel met Barry naar Nederland, weg van zijn (naar haar zeggen) gewelddadige vader. Barry kwam terecht op kostscholen, terwijl zijn moeder haar eigen wilde leven leidde. Zijn eerste publieke optreden was dan ook bij geregeld door zijn moeder in haar nachtclub. Hij belandde in de Haagse muziekscene en werd uiteindelijk gevraagd als zanger voor The Golden Earrings (met “s” toen nog).

Vervolgens begint een redelijk hedonistische opsomming over een muzikantenleven vol rock ’n roll. Natuurlijk hebben Hay en kompanen geen doorsnee leven. Ze touren in de Verenigde Staten, maar het charmante van dit boek is de Hollandse kneuterigheid die er overal doorheen schemert. Ze hebben grote shows gedaan met topartiesten, maar Hay vertelt over hun eerste optreden in de States;

Al snel bleek er niets te kloppen van de tourdata…’Alle optredens die we gedaan hebben, zijn ter plekke geregeld…’. Het podium-debuut op Amerikaanse bodem was nogal een valse noot, herinnert hij zich lachend. ‘Glickman had ons geboekt voor een bar mitswa! Van zijn neefje of zo…Dat was onze Amerikaanse vuurdoop. Heel pijnlijk allemaal.’

Het zijn kwajongens, of liever, Hay wil dat graag zijn. Rinus Gerritsen, de bassist is geheelonthouder. Gitarist George Kooymans en drummer Cesar Zuiderwijk gaan wat meer mee in de vaart der volkeren, maar Barry Hay haalt de meeste capriolen uit. Veel drank, redelijk veel drugs, maar toch ook fit genoeg om door te gaan. Hij wordt twee keer het vliegtuig uitgezet en belandt een keer in de gevangenis, maar weer, het zijn allemaal kleine vergrijpen. Ze ruiken even aan een internationale sterrenstatus maar vinden het in Nederland ook prima;

Het belangrijkste is, zegt Barry, dat hij nu een redelijk normaal leven kan leiden. Hoe leuk hij het ook vindt om de gebraden haan uit te hangen, hoe gestreeld hij ook is als iemand met hem op de foto wil, uiteindelijk weet hij dat hij niet in de wieg is gelegd voor het échte supersterrendom.

Polderrock en er is niets mis mee. Hay vertelt ook onverbloemd over zijn beslissing om met de Toppers op te treden. Goed geld en hij zingt zijn eigen nummers, dus waarom niet?

Een aparte vermelding verdient Sandra Hay, Barry’s 20 jaar jongere vrouw. Zij heeft een zware jeugd gehad, weinig tot geen liefde van haar ouders, maar dat veranderde toen ze Barry tegenkwam. Ze vielen voor elkaar en zij kan hem tegengas geven als dat nodig is (en het is nodig). Ik had geen idee wat ze allemaal heeft moeten doorstaan en ze komt naar voren als een sterke, zelfbewuste vrouw.

En Barry Hay, de hoofdpersoon? Eeuwige zonnebril, kwajongen, punctueel tot en met en extreem dierenliefhebber, maar wellicht het best getypeerd door een vriend;

…’het grappige is: van alle mensen die ik ken, heeft Barry veruit de minste agressie in zich. Dat kent ie gewoon niet…volkomen passief. Er zit geen greintje kwaadaardigheid bij. En begrijp me niet verkeerd: dat vind ik eigenlijk heel mooi.’

Het pleit voor de Nederlandse rocker dat het gewoon mag blijven staan in zijn biografie. Het is een lekker boek om te lezen, zeker als je van de muziek houdt. Alle hits komen voorbij, de videoclips en de ontmoetingen in de muziekwereld, maar ook persoonlijke verhalen worden niet gemeden, vaak verteld vanuit het huis in Curaçao.