archiveren

Maandelijks archief: oktober 2009

1

Vierentwintig geniale jaren en een meesterwerk, in ruil voor ziel en zaligheid. Niet iedereen zal dit de best denkbare deal vinden. De componist Adrian Leverkühn wel. O ja, en liefhebben mag ook niet. Hij neemt het op de koop toe. We hebben het over Doctor Faustus van Thomas Mann. Uiteindelijk loopt het natuurlijk niet goed af. Leverkühn eindigt waar hij begon, in de armen van zijn moeder.

Van zinnen beroofd en met uitzicht op permanente logies bij Satan zelf. Mann schrijft een roman over een fictieve componist. Maar hij schrijft ook over Arnold Schönberg. Hij schrijft over Friedrich Nietzsche én hij schrijft over de teloorgang van het Duitse rijk. Last but not least schrijft hij over zichzelf. Nu ben ik geen herlezer en dat is jammer. Voor Thomas Mann, maar ook voor mijzelf.

Er zitten veel lagen in deze roman en dat maakt het zeer boeiend.

Ik lees recensies over dit boek en die variëren van een papieren brontosaurus tot een geweldig boek door een groot auteur. Ik schaar mij bij de laatste mening. Jawel, Mann schrijft lange zinnen maar die deren mij niet. Een voorbeeld:

Rond de maand juni, als uit de kloven in de beboste heuvels die door het Thüringse bekken lopen de zware geuren van jasmijn en vuilboom opwelden, waren het hier heerlijke wandeldagen door het vrijwel niet geïndustrialiseerde, mild-begunstigde, vruchtbare land met zijn vriendelijke kerndorpen van vakwerkhuizen; en als men dan uit de streek van de akkerbouw kwam in die waar de veeteelt prevaleerde, en het legendarische pad over de met sparren en beuken begroeide bergkammen, de ‘Rennsteig’ volgde, die zich met zijn diepe gezichten in het Werradal van het Frankenwoud naar Eisenach, de stad aan de Hörsel, uitstrekt, werd het steeds mooier, suggestiever, romantischer, en noch wat Adrian over de preutsheid van de jeugd tegenover de natuur, noch wat hij over de wenselijkheid had gezegd om bij geestelijke disputen zijn toevlucht tot de slaap te kunnen nemen, scheen typische geldigheid te bezitten.

Vuilboom? Geen idee en ik zoek het ook niet op. Het is mooi zoals het is. Niet te gehaast lezen en de beloning komt. Dat geldt ook voor de passage waarin Satan zijn opwachting maakt:

Ik staar in het halfdonker, neem hem toornig in ogenschouw. Het is een man, nogal stakerig van postuur, lang niet zo groot als Sch., maar ook kleiner dan ik, -een sportpet over het oor getrokken, en aan de andere kant spriet daaronder rossig haar van de slaap; rossige wimpers ook aan rood ontstoken ogen, kazig in het aangezicht, met enigszins scheef afbuigende neuspunt; op een overdwars gestreept tricothemd een geruit jasje met te korte mouwen, waar de plompvingerige handen uit steken; weerzinwekkend krap zittende broek en gele, afgedragen schoenen, die men niet langer poetsen kan. Een souteneur. Een pooier. En met de stem, de articulatie van een toneelspeler.

Een kruimelige duivel in Zeeman-kostuum. Zo moet het ook, prima getroffen. Het boek is electriserend als de achtste symfonie van Mahler onder Georg Solti. Die beluister ik regelmatig en dat zet mij nu aan het denken. Ik ga een herleeslijst maken…

fab7fb23128599c597964625667444341587343

Wie op zoek is naar een mooi handboek over de walvisvangst in de 19e eeuw, dan is Moby Dick van Herman Melville het aangewezen boek. Het zilte nat druipt van de bijna 600 pagina’s. Ismaël, de verteller, neemt je mee op de waanzinnige reis van kapitein Achab. De prooi is Moby Dick, de witte potvis die ooit Achab’s been heeft afgebeten. In 135 hoofdstukken wordt het verhaal verteld, afgewisseld met beschouwingen over alles wat met de walvisvangst en de scheepvaart te maken heeft. Die beschouwingen zijn ter zake doende; ze geven het verhaal de nodige diepgang. Er wordt verhaald over de gaffel, afspekken, de traankokerij, het kwadrant, log en lijn en ga zo maar door. De opbouw is boeiend. Er wordt mooi toegewerkt naar de uiteindelijke confrontatie met Moby Dick. Dat begint al in het hoofdstuk “De Spookstraal”:

“Het was al zeilend door dit laatste water dat op een kalme, maanverlichte nacht, terwijl alle golven als zilveren krullen voorbij rolden en met hun zachte, uitvloeiende kolkingen een zilveren stilte, geen verlatenheid, teweegbrachten-in zo’n stille nacht werd ver voor de witte boegbellen een zilveren straal gezien.Verlicht door de maan zag hij er hemels uit, een gevederde, glinsterende god die oprees uit zee”

Ik weet het, drie keer “zilver” achter elkaar is wat veel, maar toch werkt het; ik vind het een prachtige scène. Dat geldt ook voor de finale;

Plotseling zwol het water om hen heen langzaam in brede kringen; toen kwam het snel omhoog, alsof het afgleed van een onderzeese ijsberg die snel naar de oppervlakte steeg. Er klonk een dof, rommelend geluid, een onderaards gebrom, en iedereen hield zijn adem in toen een enorme gedaante, behangen met sleeptouwen en harpoenen en lansen, in volle lengte maar schuin uit zee omhoog schoot.”

De vertaling van Barber van de Pol zorgt er in ieder geval voor dat het boek vlot doorleest en dat is fijn, ik heb nog een Don Quichotte op de plank liggen in haar vertaling. Muziektips bij dit boek: Three Salt-Water Ballads van Frederick Keel door Bryn Terfel, A Sea Symphony van Ralph Vaughan Williams of natuurlijk The Downeaster ‘Alexa’ van Billy Joel.

"Start" Button

Voilà, we zijn er.

Een nieuw blog, over boeken. Waarom het zoveelste boekenblog? Omdat het zo leuk is. Aangestoken door de auteurs van een aantal prima blogs besluit ik om er één aan de rij toe te voegen. De titel van dit blog is evident; Wie zal dit lezen? Wie leest mijn berichten of de boeken die ik lees? Geen idee, het maakt ook niet uit. Lees, reageer, negeer, ieder zijn meug.
Ik lees niet snel, heb geen duizelingwekkende bibliotheek en die zal ook niet snel groeien. De fondsen zijn elders nodig. Ik lees echter altijd, vind er altijd wat van dus er is altijd materiaal. Soms kruid ik mijn artikelen met mijn andere passie, de klassieke muziek, of ga ik off topic mijn eigen gang. Het blijft mijn blog natuurlijk.
Wees dus welkom, en laat het mijn uitdaging zijn om jullie af en toe eens langs te laten komen.

Vriendelijke groet,

Koen