archiveren

Afrika

9045008130.01._SX450_SY635_SCLZZZZZZZ_
Ik heb laatst het één en ander gelezen over de biografie van V.S. Naipaul waardoor ik geïnteresseerd raakte in deze Nobelprijswinnaar van 2001. Het moet niet zo’n fijn heerschap zijn en die biografie lees ik graag nog eens, maar eerst maar eens wat van zijn werk tot mij nemen. Zo kwam ik bij Een bocht in de rivier.

Het is het verhaal van Salim, stammend uit een geslacht van Indische kooplieden, die een winkel koopt in het binnenland van een niet nader genoemd Afrikaans land, waarschijnlijk Zaïre. Hij krijgt gezelschap van Metty, een jongen die gevlucht is voor gewelddadigheden aan de kust waar ze allen woonden en er wordt verwacht dat hij hem onderhoudt. Ook houd Salim een oogje op Ferdinand, de zoon van Zabeth, de marchande en profetes, terwijl hij naar het lyceum gaat. Het klinkt allemaal nog niet bijster spannend en dat is het ook niet.

Het is geen verhaal met een plot, geen verhaal met allerlei wendingen. Het is een tijdsbeeld, een foto van een land op een bepaald moment. De enige wending van belang is de burgeroorlog die uitbreekt, waardoor er allerlei gruwelijkheden gebeuren, die overigens nergens benadrukt worden. De president of de Grote Man zet prestigeprojecten neer, ook in het binnenland, zoals Het Domein. Dit is een Afrikaanse modelstad waarin zich een parallelle samenleving ontwikkelt naast die in de oude stad. Ze komen ook niet bij elkaar, behalve door Salim en Ferdinand. De laatste gaat er studeren, de eerste krijgt een verhouding met Yvette, de vrouw van Raymond die Het Domein voor de president bestiert.

Ik vond het jammer dat de personages geen van allen echt begonnen te leven. Het is meer beschrijvend proza. Op sommige momenten best prachtig, zoals wanneer Salim’s deplorabele leefomstandigheden worden geschetst;

De fysieke omgeving van mijn omgeving begon me tegen te staan. Mijn flat was nog hetzelfde. Ik had er niets veranderd, omdat ik leefde met de gedachte dat ik van het ene ogenblik op het andere alles moest kunnen opgeven – de slaapkamer met de witgeschilderde ruiten en het grote bed met het schuimrubber matras, de ruwhouten kasten met mijn stinkende kleren en schoenen, de keuken met zijn lucht van petroleum en bakolie, roest en vuil en kakkerlakken, de lege witte studio-zitkamer. Altijd aanwezig, nooit echt van mij, me alleen herinnerend aan het voorbijgaan van de tijd.

Dit stukje vat het allemaal mooi samen. Gevangen in een troosteloos oord, met het gevoel dat zelfs dit ieder moment weg kan vallen. Dat gebeurt ook. Zijn winkel wordt genationaliseerd en er wordt iemand boven hem aangesteld. Hij wordt zelfs even gevangen gezet en weet door zijn contacten toch te vluchten. Afrika in een tijdsbeeld, Afrika in een notendop.

Mooi proza af en toe, maar ik ben nog niet helemaal overtuigd. Dat neemt niet weg dat ik zeker nog wat van Naipaul ga lezen, al was het maar om het lezen van die biografie van hem. Tips zijn altijd welkom.

Vertaling: Mea Flothuis

9789048802715_1
Zo links en rechts las ik wat positiefs over Wat Is De Wat van Dave Eggers dus ik werd benieuwd. Daarbij vertelde de achterkant van een haast bijbelse tocht van de hoodfpersoon door een door oorlog verscheurd Soedan en ik werd nog veel meer benieuwd.

Ik hoef niet veel uit te weiden over het verhaal. Valentino Achak Deng woont in de Verenigde Staten. Hij is gevlucht uit Soedan en hij doet er zijn verhaal in gedachten aan verschillende personen. Het verhaal is niet mals. Als op een dag de oorlog uitbreekt in zijn dorp moet Valentino vluchen. Hij weet niet of zijn ouders nog leven en hij raakt op drift. In een grote groep gaat hij op weg naar Ethiopië.

Hij komt er, maar ziet verschrikkelijke dingen onderweg. Honger, geweld en dood. Dat leidt tot schrijnende momenten, zoals van de jongen Monynhial, die niet meer kan:

In het dorp vond Monynhial een diep gat…en daar klauterde hij in. We namen afscheid van hem, want we waren eraan gewend dat jongens op allerlei verschillende manieren omkwamen of uit de groep verdwenen…De derde dag besloot hij daar te sterven, omdat het er warm was en er daarbinnen geen geluiden waren. En hij stierf nog diezelfde dag, want hij was eraan toe. Geen van ons heeft Monynhial in zijn hol zien sterven, maar we weten allemaal dat het zo gegaan is. Sterven is voor een jongen in Soedan heel gemakkelijk.

Dat is serieuze kost. De reis van Valentino wordt onderbroken door verhalen uit het heden, waarin hij zijn verhaal in gedachten verder vertelt aan de mensen die hij tegenkomt. Daar hapert het geheel voor mij een beetje. Het leest allemaal lekker door, maar soms blijft het allemaal wat aan de oppervlakte, met name de verhaallijn in het heden. Gedoe in het ziekenhuis, zijn baantje in het fitnesscentrum, zijn relatie met zijn vriendin, ik was blij als ik weer in Afrika zat. Valentino bereikt uiteindelijk een vluchtelingenkamp, waar hij zich zowaar opwerkt tot assistent van een Japanse hulpverlener. De Verenigde Staten bieden hulp en laten vele jongeren naar de V.S. komen. Valentino (die inmiddels Dominic heet) wil ook, maar iedereen vertrekt behalve hij. Je voelt bijna de opluchting als hij eindelijk weg kan:

– Hij staat op het bord! riep Gorial hem toe. – Dominic staat op het bord!…-Hij staat erop, hij staat erop! gilde Luke. – Ik kan toch lezen! We renden door en de tranen stroomden over ons gezicht omdat we lachten en misschien gewoon door het dolle heen waren…- Daar sta jij! Gilde Gorial. Zijn vinger priemde op het bord, zodat ik het niet kon lezen. Ik duwde zijn vingertje opzij en las mijn naam.

En Valentino ging. Hij merkt dat ook daar hard gewerkt moet worden en wordt een soort aanspreekpunt voor de Lost Boys van Soedan die ook zijn uitgeweken. Hij zal teruggaan naar Soedan, ooit.

Valentino Achak Deng bestaat. Hij heeft zijn verhaal verteld aan de auteur en daarom is dit boek er. Al met al een mooi verhaal, al vind ik het jammer dat zo’n verhaal niet wordt geschreven door de hoofdpersoon zelf. Dat geeft zo’n verhaal diepte. Nu blijft het soms wat aan de oppervlakte. Toch moet het gekocht, al was het maar omdat de opbrengsten gaan naar de Valentino Achak Deng Foundation, welke fondsen verstrekt aan Soedanese vluchtelingen in Amerika en aan de wederopbouw in Zuid-Soedan.

Zie ook de website www.valentinoachakdeng.org

Vertaling: Wim Scherpenisse en Gerda Baardman

f81497eca8306f3593549315867444341587343

Het zingende gras van Doris Lessing is geen dik boek, ruim 200 pagina’s, maar ik heb veel aantekeningen gemaakt voor het aanhalen van citaten.Om de paar pagina’s vond ik wel een passage die de moeite waard was.

 

Zegt dat iets over hoe ik het boek vond? Ja en nee. Het is een prachtig verhaal, maar af en toe bekroop mij ook een naargeestig gevoel. Ik had zin om eens wat hoofdpersonen een ferme trap onder het achterste te geven.
 

Hoe komt dat zo? Het is het verhaal van Mary Turner om te beginnen. Ze wordt aan het begin van het verhaal gevonden. Vermoord, aangetroffen op de voorwarande van haar huis op het Zuid-Afrikaanse platteland. Mozes, de zwarte huisbediende wordt gearresteerd.

 

Het verhaal is de voorbode tot die moord en start met de jeugd van Mary. Ze is de dochter van een altijd dronken stationschef en een verbitterde moeder. Dat leven weet ze te ontvluchten door naar de stad te trekken. Ze krijgt een degelijke baan en bouwt een vriendinnenclub op. Trouwen doet ze niet. Als ze merkt dat haar vriendinnen hierover achter haar rug om verhalen over vertellen is ze teleurgesteld en stort ze zich bijna hals-over-kop in een huwelijk met Dick Turner.

 

Dick is een boer die keihard werkt om een stukje land rendabel te maken. Mary zegt haar baan op en vertrekt met hem naar zijn eenvoudige huis om daar het geluk te zoeken. Het valt haar niet mee. Feitelijk wordt ze teruggeworpen op het eenvoudig bestaan van haar ouders. Ze moet leren omgaan met de zwarte huisbedienden. Ze leert de bediendentaal ‘keukenkaffers’ maar snapt het spel niet. De ene na de andere bediende vertrekt. Dick ziet het met lede ogen aan.

 

Het is een gecompliceerde relatie tussen die twee. Mary is verveeld, kaffert de inboorlingen uit, verspilt water. Dick wordt hier kwaad over bindt weer in en betuigt spijt, wat Mary weer voldoening schenkt. Dat alles onder de genadeloze zon die zowat door het boek heen brandt:

 

Langzamerhand werd de hitte een obsessie voor haar. De hittegolven, die van het ijzeren dak op haar neersloegen, matten haar genadeloos af – ondermijnden haar weerstand. Zelfs de honden, die het niet zo gauw te kwaad kregen, lagen bewegingloos op de warande…toen zij zich er van overtuigd had, dat de inboorling niet thuis was, kleedde zij zich uit en goot het water over zich uit…De neerstortende druppels vielen op de poreuze stenen en verdampten met een sissend geluid.

 

Ook het gestel van Dick wordt ondermijnd. Hij loopt malaria op en heeft af en toe zware koorts. Mary moet noodgedwongen het land op om de inboorlingen aan het werk te houden. Ze neemt de sjambok mee een gebruikt hem zelfs een keer. Zij verwondt een sterke werker die het voorval niet zal vergeten.

 

De zaken gaan slecht. Dick doet niet aan verantwoord beleid maar stort zich van het ene probeersel in het andere. Mary ziet dat, confronteert hem er mee maar Dick is koppig. Mary ziet een welvarende toekomst in rook opgaan. Ze loopt zelfs weg maar wordt door Dick teruggehaald. Niemand wil haar overigens nog hebben in de stad.

 

De relatie blijft moeizaam. Het stel bemoeit zich ook niet met hun omgeving dus populair zijn ze niet. De ruzies blijven en Mary blijft moeite hebben met de bedienden. Op een dag haalt Dick maar een landsman naar huis die moet bedienen. Niemand anders wil nog. U raadt het, het is de man die door Mary met de zweep is bewerkt. Het is echter een harde en correcte werker. Hoewel Mary niets van hem moet hebben en hem steeds schoffeert, laat hij zich niet van de wijs brengen. Ze merkt dat er wat verandert als ze hem ziet als hij zichzelf wast:

 

De herinnering aan die zwarte, dikke nek met al dat witte schuim, de machtige zwarte rug, die zich over de emmer boog, prikkelde haar en wond haar op. Zij wilde niet overwegen, dat haar woede, haar hysterie in iets wortelden wat zij zelf niet begreep. Neen, zij besefte alleen, dat het formele patroon van de verhouding tussen blank en zwart, tussen mevrouw en bediende, hier verbroken en doorkruist werd door een persoonlijke relatie.

 

Uiteindelijk houden Dick en Mary het niet vol. Charlie Slatter, de rijke buurman aast op het land van Dick. Hij stelt voor om het te kopen, en Dick als opzichter aan te stellen. Niet zozeer uit liefdadigheid maar

 

Hij gehoorzaamde de levenswet van de blanken in Zuid-Afrika en deze wet luidt als volgt: Gij zult niet toestaan, dat de levensstandaard der blanken beneden een zeker punt daalt, opdat de neger niet bemerke, dat hij niet minder dan de blanke is.

 

Helaas, de uitkomst van het verhaal is al bekend. Mozes is niets vergeten…

 

Het is een prachtig boek. De armoede en wanhoop van het stel wordt sterk neergezet en het verval van beiden is schrijnend om te zien. Zoals gezegd, je zou ze eens bij de lurven willen pakken om ze op het juiste spoor te zetten. De omgang met de inboorling (ik laat deze weinig vleiende term staan omdat ze consequent zo gebruikt wordt) is tenenkrommend maar tekenend voor die tijd en plaats. Een zondoorstoofde vertelling.

 

Vertaling: Paul van Kampen

 

Zie voor andere besprekingen Boekenwijs en Anna’s Leesreis

7a0626c010d395d593734325867444341587343

Congo een geschiedenis van David van Reybrouck is een monumentaal verhaal van een kleine 600 pagina’s over de roerige geschiedenis van een Centraal-Afrikaans land.

 

De inleiding begint al sterk, waarin de schrijver Papa Nkasi ontmoet, de man die de omslag siert. In een land waarin de gemiddelde levensverwachting 45 jaar is, lijkt het er sterk op dat deze man meer dan 120 jaar oud is. De gesprekken met hem zijn een feest om te lezen.

 

Na wat beelden van Congo door de eeuwen heen begint de beschrijving in het eerste hoofdstuk in het jaar 1870. Sir Morton Stanley maakt een heroïsche doorsteek van oost naar west over de rivier de Congo en wordt later door de Belgische koning Leopold gevraagd om nogmaals een reis te maken in zijn dienst. De koning is ambitieus en is uit op een kolonie. Dit resulteert uiteindelijk in de stichting van de Vrijstaat Congo.


Er worden enorme winsten gemaakt met rubber, maar door wanbeleid wordt de koning gedwongen de Vrijstaat op te geven en gaat het Belgisch parlement de regie overnemen. Belgisch Congo is dan een feit. Van Reybrouck geeft een fascinerend beeld van die jaren, maar maakt het bijna tastbaar door zijn verhaal te larderen met verslagen van zijn bezoeken aan Congo:

 

Na een eind stappen zag ik in het gras een hoogst merkwaardig postmodern kunstwerk liggen…In een roestige stalen boot lag op zijn buik een bronzen mansfiguur van wel vier meter hoog. Het beeld herkende ik meteen: het was het triomfantelijke standbeeld van Stanley dat decennialang vanaf de heuvel van Ngaliema manhaftig over de rivier had uitgekeken…Het brede armgebaar waarmee hij eertijds de Congo omvademde, wees nergens meer naar. De vingers steunden enkel tegen de roestig stoomketel van het bootje.

 

De boten van Stanley liggen er nog. Tastbaarder kan geschiedenis niet zijn. Die geschiedenis omvat ook de exploitatie van Congo. Het land is rijk aan grondstoffen en er worden winsten gemaakt. De bevolking blijft arm. De wereldoorlogen hebben impact omdat grote mogendheden elkaar bestrijden. Mooi detail: de enige stem van een soldaat uit het Belgische leger uit de Eerste Wereldoorlog die bewaard is gebleven is van een Congolees.

 

Vanaf 1955 wordt de roep om onafhankelijkheid sterker. Er komen verkiezingen maar de onafhankelijkheid komt te snel. Belgen ontvluchten massaal het land en Congo blijft vleugellam achter. De president Kasavubu en eerste minister Patrice Lumumba zijn te onervaren. Even daarvoor heeft Van Reybrouck dan al een prachtige cliffhanger geschreven:

 

Dat beeld houden we even vast: Mobutu en Lumumba, samen op de brommer, twee nieuwe vrienden, de journalist en de bierverkoper, de een is 28, de ander 33. Lumumba zit achterop. Ze rijden door de warme lucht en praten luid om het geknetter van de uitlaat te overstemmen. Twee jaar later zal de een de ander mee helpen vermoorden.

 

Mobutu komt via een staatsgreep aan de macht. Hij blijkt een wreed dictator die geen problemen heeft met het ophangen van vier politici. Mobutu wist lang aan de macht te blijven. Hij wijzigde de naam van het land in Zaïre, schafte het meerpartijenstelsel af en eigende zich miljarden toe.

 

Uiteindelijk greep de rebellenleider Laurent-Désiré Kabila met zijn kindsoldaten de macht. Kabila, die in het verleden nog in de leer kon bij Che Guevara, maar door Che werd afgedaan als lui en omgemotiveerd. Kabila werd later vermoord door één van zijn kindsoldaten waarna hij werd opgevolgd door zijn zoon, Joseph Kabila.

 

Van Reybrouck vertelt een duidelijk verhaal en wat zo aantrekkelijk is zijn de talloze feiten waarmee hij zijn verhaal kleurt. Che Guevara in Afrika, waarom Cubaanse muziek zo populair is en waarom het Belgisch kolonialisme heeft bijgedragen aan de spirituele dimensie van de reggae. Het staat er allemaal in en ik heb menig artiest opgezocht op Youtube.

 

Een mooi moment is als hij zijn vader introduceert die ook in Congo heeft gewerkt. Zijn vader is getuige van de moord op de vrouw van een Belgische mijnwerker, waarvan de beelden later in Time Magazine hebben gestaan, een aangrijpend verhaal.

 

De geschiedenis van Congo wordt doorgetrokken tot het heden. China heeft grote invloed in Congo en sluit grote contracten af met Congo. Er wonen Chinezen in Congo en andersom eveneens. De auteur vliegt mee met een aantal Congolezen naar Guangzhou in China. Zij kopen daar hun waar om het in eigen land met winst te verkopen. Zo eindigt het boek ook, met twee Congolese dames die zelfbewust over het verbrokkelde asfalt van de luchthaven hun land weer binnenstappen, voldaan over de lucratieve reis.

 

Het boek heeft al diverse prijzen in de wacht gesleept, zoals de AKO-literatuurprijs 2010, de Libris Geschiedenisprijs 2010, de Jan Greshoffprijs 2010 en onlangs nog de prijs voor ‘De Mooiste Boekomslag’. Ik kan mij er zeer wel in vinden.

 

Laatste update, vers van de pers: Van Reybrouck is met zijn boek Congo een geschiedenis ook genomineerd voor de M.J. Brusseprijs, een prijs die het beste Nederlandstalige journalistieke boek bekroont. 


mobutu3 

Mobutu Sese Seko (1930-1997)