archiveren

Geheugenverlies

9054523670.01._SX450_SY635_SCLZZZZZZZ_
De herinnerde soldaat van Anjet Daanje kwam in november 2019 uit, stond op de longlist van de Libris Literatuurprijs 2020 maar bereikte helaas niet de shortlist. Helaas? Jawel, ik vond het een schitterend boek.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog wordt achter de Belgische frontlinie een soldaat gevonden. Niet gewond, maar de man weet zich niets meer te herinneren. Geen naam, geen herkomst, totaal niets. Hij wordt opgenomen in een gesticht voor krankzinnigen en krijgt de naam Noen Merckem. Dan komt er een vrouw, Julienne, die zegt dat zij met hem getrouwd is en dat hij in werkelijkheid Amand Coppens is. Ze neemt hem mee naar huis en vertelt hem langzaam het verhaal van hun leven voor de oorlog. Ze hebben twee kinderen en zij heeft hun fotozaak voortgezet die ze samen ooit zijn begonnen.

Het is wennen voor beiden. Aanvankelijk slapen ze niet samen, maar langzaam bouwen ze samen een nieuw leven op, op nieuwe herinneringen. Maar er zijn nachtmerries. Amand ziet ’s nachts beelden van de oorlog;

…dat verdomde lijf opent de ogen alsof het ochtend is en tijd om op te staan, en het ziet een poes, ze loopt voor het prikkeldraad langs waarin honderden malen kapotgeschoten lichamen hangen te wiegen, ze is zwart en ze heeft witte pootjes en een witte vlek op haar neus, en ze maakt een elegant sprongetje over een bebloed hoofd en dan over een been dat bij niemand meer lijkt te horen….

Die beelden laten ook zien wat hij zelf deed, daar misschien ook wel van genoot en daar schrikt hij van. Hij heeft veel woede in zich en zijn vrouw en kinderen zijn soms bang voor hem. Amand en ook Julienne worden steeds heen en weer geslingerd tussen hun gevoelens voor elkaar. Wat Daanje heel knap doet is het weven van twijfel in het verhaal. Houdt Julienne iets achter, vertelt zij de waarheid? Waarom is hun oude foto-studio nog intact, waarom spreekt zij vloeiend Duits?

Ook Amand lijkt meer met zich mee te dragen dan aanvankelijk wordt voorgespiegeld. Waarom blijkt hijzelf ook prima Duits te spreken bijvoorbeeld? Waarom duikt er steeds een zwarte hond op? Toch lijkt hij zijn draai te vinden. Hij helpt mee in het bedrijf en de zaken gaan goed. Ze kunnen zich zelfs een groter pand veroorloven. Maar zijn herinneringen lijken weer te vervagen en het is wachten op het moment dat hij zijn vrouw niet meer herkent. Dat leidt uiteindelijk tot een best verrassend plot dat ik uiteraard niet ga weggeven hier.

Daanje heeft een dik boek geschreven van 536 pagina’s met veel lange, meanderende zinnen. Er komen geen actieve dialogen in voor. Sterker, het merendeel van de zinnen begint met “En…”. Daar was ik aanvankelijk wat beducht voor, het lijkt een eindeloze opsomming van gebeurtenissen maar het heeft mij geen moment gestoord;

En hij is blij dat er weer een dag voorbij is en dan een nacht zonder dat het opnieuw is gebeurd, hij zorgt dat hij zoveel mogelijk uit haar buurt blijft, overdag is hij in de winkel terwijl zij zich in de keuken verschuilt, maar ’s avonds komt ze bij hem in de studio zitten en retoucheert ze de negatieven van de dubbelportretten die hij van zichzelf heeft gemaakt, en het schijnsel van de lamp dat het negatief verlicht, snijdt haar verminkte gezicht in nachtmerrieachtige stukken, en de schemerige stilte benauwt hem, hij bidt dat het niet misgaat, hij concentreert zich op het afdrukken van de foto’s en zijn horloge heeft hij voor zich op tafel gelegd zodat hij zeker weet dat er niet ongemerkt een gat in zijn tijd is gevallen, de minuten kruipen tergend langzaam voorbij, alsof alles met ingehouden adem wacht, net als hij, en hij met dat wachten juist zal uitlokken wat hij probeert te voorkomen.

Eén zin, weinig actie, heel het boek lang. Het verveelde mij geen moment. De kracht van de herhaling vind ik erg sterk in dit boek. Iedere morgen de kolen doen, iedere avond zijn horloge opwinden en onder al die rituelen de onderhuidse spanning of het goed blijft gaan tussen Amand, Juliette en de kinderen, met soms een nieuwe aanwijzing die op een heel andere uitkomst kunnen wijzen. Voeg daarbij soms prachtige zinnen waarbij “de betovering als een trouwe hond op hen ligt te wachten” en dan spreek ik van een volledig geslaagde roman.

111c541974589f1593030395377444341587343
Ik had Hersenschimmen van J. Bernlef al eens gelezen, maar nog niet zijn pendant Eclips. Hoe zat dat ook al weer dan? Hersenschimmen gaat over Maarten Klein, die kampt met een snel toenemend geheugenverlies. Dat wordt knap verteld door Bernlef en hier vertelt hij zijn verhaal in omgekeerde richting.

Kees Zomer zit in de auto als de eclips plotseling toeslaat. Daarmee opent het verhaal ook;

Ik moet naar rechts, van de weg af. Omdat de linkerkant van de wereld verdwenen is, plotseling weg. Daarom moet ik wel naar rechts, de kaarsrechte vaart in. De achterbumper slaat met een harde klap op de wallekant. Dan begint het zinken.

Hij zinkt, het kanaal en zijn geheugen in. Hij weet zich te redden, komt weer op de wal maar is alles aan de linkerkant kwijt. Hij ontmoet een aantal mensen zoals de zwerfster Toos, die hem al snel in de steek laat. Hij kan zich moeilijk bewegen en komt slecht uit zijn woorden. De muziek uit een transistorradio helpt hem langzaam wat woorden terug te vinden;

Ik draai aan de zenderknop tot ik de muziek hoor…’Kom op, dansen Kees!’ Maar dat durf ik niet, bang in een draaikolk terecht te komen waarin ik ook het restant van mijn lichaam zou kunnen kwijtraken…’Geëxcuseer,’ zeg ik. ‘Ik leef daarvoor nog te gering. Het was niet mijn bedoeling je affront te maken.’

Kees verblijft bij de inbrekers Cor en Karel die zich bruut van hem ontdoen. Daarna wordt hij gevonden door IJe, een oudere man die zich over hem ontfermt. Kees is nog steeds verward, maar hij merkt dat langzaam zich enige verbindingen weer beginnen te herstellen. Toch hapert het nog;

…al die losse flarden vormen niet langer een verhaal. Ze zwerven als losse scherven door mijn hoofd, willen zich niet samenvoegen tot wat je het verloop van een dag zou kunnen noemen. 
Ja, ik herinner mij. Het is beter dan het is geweest, toen het begon met helemaal niets, maar het is niet genoeg. Want als er geen onderlinge verbanden meer bestaan, geen volgorde, zijn je herinneringen waardeloos.

Als hij bij een boekhandelaar binnenstapt, nog steeds redelijk verward, begint het toch steeds meer te dagen. Hij was al als vermist opgegeven en hoe het afloopt, lees dat vooral zelf. Als pendant van Hersenschimmen is het boek de moeite waard om te lezen.

ab96767a73edd27593148345177444341587343
Ik weet niet of ik Hersenschimmen van J. Bernlef nu een mooi boek moet noemen, een treurig boek of (lekker veilig) een knap geschreven boek. Het is het allemaal. Het is één van die boeken waarvan ik de titel kende maar die ik natuurlijk nooit gelezen had. De laatste tijd ben ik wat meer van dat soort boeken gaan lezen en dat bevalt prima. Vooruit, ik was onder de indruk van dit boek.

Maarten Klein is gepensioneerd en woont met zijn vrouw Vera in Gloucester, aan de kust boven Boston. Zijn kinderen Kitty en Fred zijn al even de deur uit en wonen in Nederland. Zoals zo vaak staat hij voor het raam, te wachten op de schoolgaande jeugd die verderop in de bus stapt. Hij verwondert zich erover dat ze zo laat zijn. Het is zondag, dat was hij vergeten. Vanaf dit moment ontvouwt zich een verhaal, verteld vanuit Maarten, waarin hij te kampen heeft met een snel toenemend geheugenverlies. In het begin zit hem dat in kleine dingen, zoals wanneer hij thee drinkt met Vera:

Ik drink de thee. Opeens raak ik geïrriteerd. Ik sta op. ‘Ik moet even naar het toilet.’ Dat zei ik altijd op mijn werk. Thuis zeg ik altijd gewoon ‘naar de wc’. Het nuanceverschil valt haar natuurlijk direct op.

Maarten merkt dat hij zich meer en meer in situaties bevindt die hij niet onder controle heeft. Er komen herinneringen van vroeger boven, aan zijn vader, aan de oorlog en aan school. Als hij terugdenkt hoe hij van de juf eens een potlodendoos moest pakken uit de kast in de gang, merkt hij dat hij thuis ineens op een keukenstoel in het washok staat. Hij komt op verschillende tijden zijn bed uit, het besef van tijd vervliegt.

Het gaat in snel tempo van kwaad tot erger. Maarten vertrekt naar vergaderingen van het bedrijf waar hij al lang niet meer werkt. Breekt deuren open om naar buiten te gaan en vraagt bij herhaling naar lang overleden huisdieren. Vera ziet het aan en haalt een dokter erbij. Samen proberen ze herinneringen op te halen.

Als Vera aan een hulp vertelt wat haar gevoelens zijn bij het gedrag van Maarten wordt dit prachtig beschreven door Bernlef:

‘Ruim veertig jaar ben ik met hem getrouwd. En dan opeens dit. Meestal gaat zoiets langzamer, geleidelijk. Maar bij hem is het opeens begonnen. Ik voel me erdoor overvallen. Het is wreed en onrechtvaardig. Ik kan soms zo woedend en opstandig worden als ik zie hoe hij naar me kijkt als uit een andere wereld. En dan weer ben ik alleen maar droevig en wil ik hem zo graag begrijpen. Of ik praat maar met hem mee en dan schaam ik me later. Ik ben blij dat jij er bent want het wordt me soms echt te veel. Dan kan ik het echt niet meer aanzien. Nu kan ik er tenminste soms even uitlopen.’

Even is het stil. Ik voel de tranen langs mijn oogleden op mijn wangen lopen.

Dat is het schrijnende. Er zijn momenten van helderheid, maar die worden steeds schaarser. Maarten denkt meer en meer in fragmenten en zo wordt het verhaal ook verteld. Uiteindelijk kan hij niet meer thuis blijven en wordt hij meegenomen:

Meubels, piano, een heel interieur, een hele kamer wankelt en kantelt aan mij voorbij. Vera staat bij de deur. ‘Vera!’ Ik wil overeind komen, scheef hangend mijn armen naar haar uitstrekken. ‘Vera!’ Lig vast, geboeid. Ze dragen me de deur door en ik roep haar, ‘Vera!’, maar ik zie haar niet meer…

De hersenschimmen zijn alom tegenwoordig nu. De helderheid verdwijnt meer en meer. Ik begrijp beter wat mensen doormaken die dit moeten meemaken. Bernlef heeft een aangrijpend boek geschreven.