archiveren

Maandelijks archief: oktober 2015

9038800614.01._SX450_SY635_SCLZZZZZZZ_
Op 29 april 1992 worden in Los Angeles twee agenten vrijgesproken van de aanklacht van excessief geweld tegen Rodney King. Zes dagen van Ryan Gattis beschrijft de zes dagen van rellen en geweld die daarop volgden.

Uiteraard heeft de politie haar handen vol in die zes dagen en terwijl de stad in brand staat, zien lokale gangs hun kans schoon om elkaar ongestoord te lijf te gaan. Gattis beschrijft dit aan de hand van een aantal verschillende karakters zoals een tacoverkoper, een verpleegster, een brandweerman, een graffiti-artiest en uiteraard een paar bendeleden. Allemaal hebben ze met elkaar te maken.

Dit is geen boek om chronologisch samen te vatten want je kleunt er gelijk in vanaf hoofdstuk één. Het boek heeft mij ook niet meer losgelaten, je wil achter elkaar doorlezen. Wat zo goed beschreven wordt is het klimaat in een samenleving waarin gangs het voor het zeggen hebben. De soms achteloze, zakelijke afrekeningen, maar ook het meedogenloze oog-om-oog-principe. Hulpverleners die hun werk proberen te doen maar beschoten en mishandeld worden. Zo ook de politie, maar die (en daar wordt een heel hoofdstuk aan gewijd) heeft zo haar eigen werkwijze;

We hebben hier onze eigen neonazi-woutenbende. Ik wou dat ik zat te liegen maar het is echt zo. Ze hebben zelfs tattoos, hebben we gehoord. Het logo van de Minnesota Vikings op hun enkel. De wet interesseert ze niet. Hun manier om het bendeprobleem aan te pakken is zonder licht een wijk in te rijden…schieten op iedereen die ook maar uit de verte op een gangster lijkt en dan snel wegrijden in de hoop dat er een bendeoorlog uitbreekt waarbij we elkaar afmaken…

Steeds worden er nieuwe karakters geïntroduceerd en het verhaal wordt steeds vanuit het nieuwe karakter verteld. Dat werkt prima. Het maakt het verhaal levendig en doet je beter begrijpen wat er gebeurt. Het is een wereld die ver van mij af staat maar waar je even middenin gegooid wordt;

Boven ons hangt een helikopter –  van Channel 7 zo te zien – die een schijnwerper op ons richt…De mensen die in deze buurt wonen weten inmiddels wel hoe dat voelt. Die weten hoe afschuwelijk het leven ineens kan worden. Alle anderen, de mensen die thuis naar het tafereel op tv zitten te kijken, hebben geen idee. Zij zijn degenen die geschokt zijn door de rellen…Ze begrijpen niet wat er gebeurt met mensen zonder geld die in een buurt wonen waar de misdaad een serieuze carrièremogelijkheid is omdat er verder geen kansen zijn, en dat praat ik niet goed, ik vergoelijk het niet en ik zeg ook niet dat het onvermijdelijk is, maar zo is het nu eenmaal.

Zes dagen met geweld, wanhoop, berusting en soms een glimmer hoop, van mensen die er uit willen breken. Het leest als een trein en dat is een compliment aan de vertaalster. Het moet lastig zijn geweest om straattaal om te zetten naar goed Nederlands en te beslissen wat je in het Engels laat staan en wat niet. Aanrader!

Vertaling; Gerda Baardman

9025307558.01._SX450_SY635_SCLZZZZZZZ_
Ik weet wel iets van Mohammed en de islam, maar het blijft toch altijd een beetje klok en klepel. Toen verscheen het boek van Marcel Hulspas, Mohammed en het ontstaan van de islam. Tijd voor wat verdieping, zo vond ik.

Het boek is een biografie van Mohammed, maar het is ook meer dan dat. Dat moet wel, want veel feitenmateriaal over de profeet is er niet. Hulspas begint zijn boek dan ook met het schetsen van de ‘Arabische’ wereld voor de komst van Mohammed. Die wereld wordt gedomineerd door de Perzen en de Byzantijnen. Zij vechten om de heerschappij en daartussen bewegen zich de bewoners van oudsher, de Arabische stammen.

Die stammen ontwikkelen geleidelijk aan iets van een gemeenschappelijke identiteit door hun bewegingen via de vaste handelsroutes. We schrijven de 7e eeuw als Mohammed op het toneel verschijnt. Hij zegt de laatste profeet van God te zijn, zoals voorspeld in de bijbel;

Eeuwen eerder hadden christenen in de Hebreeuwse bijbel allerlei teksten gevonden die (volgens hen) de komst van Jezus aankondigden. Op hun beurt lazen Arabieren het Nieuwe Testament, op zoek naar bewijzen dat Jezus de komst van een Arabische profeet had voorspeld. En die vonden ze inderdaad…

Mohammed verkondigt het ware woord via allerlei openbaringen. Hij geeft aan dat Arabieren, net als joden en christenen afstammen van Abraham, maar dat ze allen van het ware geloof zijn afgedwaald. De Kaäba in Mekka speelt hierin een belangrijke rol want die zou het middelpunt hebben gevormd van het oude geloof van Abraham.

Zoals gezegd is er weinig feitelijks bekend over Mohammed. Hij wordt maar vier maal genoemd in de koran bijvoorbeeld. Wat rest zijn de sira’s ofwel de heilsgeschiedenissen. Die ontstonden pas na 700, toen christenen kritische vragen gingen stellen over de islam en de koran. Een sira dient om aan te tonen dat Mohammed de laatste en beste der profeten was. Hulspas citeert veelvuldig uit de meest volledige sira, die van Mohammed ibn Ishaak. Veelvuldig, maar kritisch.

Waar hij ook kritisch op is, zijn de openbaringen die opgetekend zijn in de koran. Hij is goed op de hoogte van zowel de koran als de bijbel en vergelijkt de boeken wanneer het maar kan, zoals op het punt van het laatste oordeel;

Volgens het visioen van Paulus werd een zondaar twee keer veroordeeld en gestraft: eerst direct na zijn (of haar) dood…en later volgde een tweede bestraffing op de Dag des Oordeels…Het standpunt van de Koran in dezen is niet helemaal duidelijk. De Profeet benadrukt dat ‘zij die gedood zijn op de weg Gods’ niet dood zijn maar direct verder leven in de hemel.

Hulspas gaat in op de bekende islamkritieken. Als God alles rechtstreeks aan Mohammed heeft geopenbaard, dan zitten er toch wat foutjes in God’s verhaal. Zo is er de curieuze opmerking dat Maria de zuster van Mozes zou zijn geweest (soera 19, vers 28). Elders staat dat de joden Christus niet gekruisigd hebben maar slechts zijn schaduw (soera 4, vers 157). Zo staan er tegenstrijdigheden in de koran, die de twijfel voeden of hier sprake is van één auteur. Beroemd is ook het verhaal van Mohammed die de vrouw begeerde van zijn aangenomen zoon. Prompt kreeg hij een openbaring die meldde dat dit toegestaan was, iets dat zijn favoriete vrouw Aïsja wat al te toevallig voorkwam…

Verder laat de auteur zien dat de sira’s ook niet altijd overweg konden met de openbaringen. De koran is ook geen makkelijk boek. Dat werd dan opgelost met een sabaab al-noezoel, verzonnen om een duistere koranpassage van een verklaring te voorzien.

Uiteindelijk gaat het boek over Mohammed. Hij had in Mekka grote moeite om zijn, toen nog gematigde openbaringen, aan de man te brengen. Hij snapte aanvankelijk ook niet waarom God de Mekkanen hiervoor niet strafte. Later begreep hij het. Hij Mohammed, was het instrument om te straffen. In Medina werden de openbaringen veel radicaler en die dienen helaas nu nog ter inspiratie voor de meest verschrikkelijke daden. Al die sleutel-soera’s zijn opgenomen en worden geduid in dit boek. Mohammed is daarmee een fascinerend persoon. De juiste man op de juiste plaats, trots verkondiger van zijn boodschap. Meedogenloos in zijn opdrachten maar ook een twijfelaar en uiteindelijk een inspirator voor velen. Hulspas heeft een prachtig werk afgeleverd. Niet altijd even makkelijk, maar zeer de moeite waard als je meer wilt weten over de islam en zijn profeet.

a6ed91b88c9e6015939554f5277444341587343
Vrouwen die lezen zijn gevaarlijk van Stefan Bollmann kocht ik een beetje in een opwelling. Vanwege de titel natuurlijk, vanwege de aansprekende kaft en vanwege het onderwerp.

De titel spreekt aan omdat ik mij dan toch blijkbaar regelmatig met gevaarlijke dames inlaat. Nu is dat in de praktijk redelijk te overzien dus moet zo’n titel ergens door verklaard worden. Toen het boek eenmaal gemeengoed werd nam het lezen een grote vlucht, onder mannen en zeker ook onder vrouwen. Dat laatste werd niet door iedereen even goed gepruimd;

Een vrouw die leest, verovert een vrijplaats waartoe alleen zijzelf en niemand anders toegang heeft en bezorgt zichzelf hierdoor een onafhankelijk gevoel van eigenwaarde. Bovendien ontwikkelt ze daardoor ook haar eigen wereldbeeld, dat niet per se overeenstemt met het beeld dat ze door afkomst en traditie meekreeg, of met dat van de mannen.

Precies, dat moeten we natuurlijk niet willen met z’n allen, dus: gevaar. Gelukkig kijken we er tegenwoordig wat anders tegenaan en blikken we terug op die tijd aan de hand van een aantal schilderijen, tekeningen en foto’s van vrouwen die lezen of in ieder geval met een boek in de weer zijn.

Eerlijk gezegd wordt het thema er een beetje met de haren bijgesleept. We maken een niet te dik boek over platen van lezende vrouwen, vertellen het (natuurlijk niet nieuwe) verhaal erbij van de vrouwen die alsmaar mondiger worden en meer kennis vergaren, laten Kristien Hemmerechts een voorwoord schrijven en voilà, we hebben een boek.

Anderzijds, er staan werkelijk een aantal prachtige schilderijen in van artiesten die ik niet kende, zoals het Interieur met lezend meisje van de Deen Peter Ilsted of het doek Jonge vrouw met boek van de Rus Aleksander Deineka. Zo zie ik een foto van een lezende Alice Liddell, de Alice die toen ze klein was verhaaltjes te horen kreeg van ene Charles Ludwidge Dodgson. Deze wiskundige verzon fantastische verhalen waarin de heldin niet toevallig Alice heette. Hij zou later wat publiceren onder de naam Lewis Carroll en dan weet u genoeg.

Nu weet ik ook dat Marilyn Monroe wel degelijk bezig was in Ulysses van James Joyce op de beroemde foto’s waar zij lezend op staat afgebeeld. De fotografe bevestigt het. Ze las zelfs hardop en vond het moeilijk (dat vond ik ook, trouwens). Kortom, dat vind ik leuk om te weten.

Er valt genoeg af te dingen op dit boek. Makkelijk onderwerp, vaak erg summiere beschrijvingen, een schilderij over twee pagina’s afgedrukt waar één pagina veel mooier is enzovoort. Aan de andere kant heb ik weer bijgeleerd en kennis gemaakt met mooi en nieuw werk. Dat lijkt me nooit verkeerd.

Vertaling; Hilde Pauwels

6a00d8341c10fd53ef015433098e95970c-500wi

Jonge vrouw met boek van Aleksander Deineka

8bd185406dff5da596d43756b41444341587343
Ik werd door Joost Zwagerman gewezen op het boek Verlost van vleselijke verlangens van Nathan Englander. Daarin sprak hij over een verpletterend openingsverhaal, duizelingwekkend resultaat en onnavolgbaar verhaal. Dan wordt ik nieuwsgierig en ik schafte mij het boek aan.

Ik ga niet helemaal mee in de superlatieven van Joost, maar het zijn mooie, korte verhalen. Negen verhalen binnen 200 pagina’s, allen gesitueerd in een joods-orthodox milieu, op verschillende plaatsen in de wereld en steeds tegen een andere achtergrond.

Het verhaal waar Zwagerman zo lyrisch over was gaat over de laatste dagen van een groep krijgsgevangenen die allen op hun executie wachten. Lastig om dat in een kort verhaal te wurmen, maar Englander doet dat en slaagt ook wat mij betreft. Niet alle verhalen bekoren mij. Ik zit mij nog steeds een beetje af te vragen wat de pointe is van het verhaal De Hereniging over een aantal psychiatrische patiënten, maar een aantal andere verhalen zijn prachtig.

Zo is er de witbebaarde chassied die ontslagen wordt als freelance joodse kerstman of de Amerikaan die in een taxi ineens bedenkt dat hij joods is, daarmee zijn vrouw tot wanhoop drijvend;

‘Ik doe je wat,’ zei ze. En hoewel ze kleiner was, had ze hem al overeind gezeuld. Charles liep achter haar aan naar de vestibule.
‘Wat is dit?!’ gilde ze, terwijl ze de deur openrukte.
‘Een mezoeza,’ zei hij. ‘Als je dat tenminste bedoelt.’ Hij wees op een klein metalen kokertje dat aan de deurpost was gespijkerd. ‘Dat moet ik hebben,’ zei hij. ‘Ik moet het kussen.’

Men tracht het uit te praten met rabbijn en psychiater boven een kosjere maaltijd en of dat lukt…Soms zware onderwerpen, soms een lichtere toets in de verhalen. Er staan een paar mooie zinnen in het boek die bijblijven en daar houd ik van, zeker in het bestek van een kort verhaal (hij stond bij de ark om een nieuw peertje in het eeuwige licht te draaien).

Mooi is ook het verhaal van de Jeruzalemse chassied wiens vrouw hem de echtelijke sponde weigert, waarna hij bij zijn rabbijn te rade gaat;

‘…Ze is mijn vrouw. Ik mis haar. En ik ben ook maar een mens. Met menselijke driften. Het is onmogelijk voor me om niet aan haar te willen zitten…Ik lijd hevig onder de verlangens waarmee ik ben behept.’
‘Juist, ja,’ zei de rabbijn. ‘De verlangens zijn te hevig geworden.’
‘Ondraaglijk. En om dan voortdurend iemand om me heen te hebben van wie ik zo veel houd, naar wie ik kan kijken maar die ik niet kan aanraken – dat is alsof je door de hemel zweeft in een luchtbel uit de hel.’

Uiteindelijk krijgt de arme man toestemming om in Tel Aviv een prostituee te bezoeken en wordt beloond met een druiper…Het boek sluit af zoals het begon, weer met een indrukwekkend verhaal, nu over Jeruzalem in de uren na een bomexplosie. De moeite waard om te lezen.

Vertaling; Nicolette Hoekmeijer

9045026848.01._SX175_SCLZZZZZZZ_
Ik heb het nodige van Goethe gelezen, maar een goede biografie over de man zelf ontbrak nog. Rüdiger Safranski heeft met Goethe, Kunstwerk van het leven ruimschoots hierin voorzien. Nu is er al het nodige over Goethe geschreven, dus het lijkt een haast onmogelijke opgave om hieruit een biografie te destilleren. Safranski heeft dit opgelost door met name te putten uit de primaire bronnen, namelijk het werk van Goethe zelf.

Dat pakt erg goed uit. We krijgen een chronologisch verhaal voorgeschoteld met talloze citaten uit alle grote werken van de meester, keurig cursief afgedrukt. Het notenapparaat licht toe waar dat nodig is en zo ben je in een bestek van 650 pagina’s helemaal bijgepraat over één van de grootste alleskunners van de 18e eeuw.

Want dat was hij wel. Voorbestemd als jurist toog hij vanuit Frankfurt naar Straatsburg om zijn studie aan te vangen. Die voltooide hij ook en hij heeft daadwerkelijk als advocaat gewerkt, maar hij schreef vooral. Het toneelstuk Götz von Berlichingen was een groot succes, en zijn roman Het lijden van de jonge Werther een nog veel daverender succes. Zijn naam was definitief gevestigd. Hij werd door hertog Karel-August naar Weimar geroepen en daar zou hij zijn leven lang blijven.

Goethe was een veelkunner. Naast schrijver en dichter werd hij in Weimar belast met tal van zaken. Hij beheerde de financiën, de weg- en mijnbouw, het krijgswezen en het hoftheater. Hij reisde, onder meer naar Italië en Zwitserland, en was een fervent natuurobservator. Hij bestudeerde de Vesuvius, dacht de oerplant gevonden te hebben en publiceerde een wetenschappelijk werk over de kleurenleer. Een werk dat overigens door de wetenschap niet als zodanig serieus genomen werd.

Bovenstaande is natuurlijk terug te vinden op een willekeurige Wikipedia-pagina en dat is ook niet de verdienste van dit boek. Dat is dat het mij nader tot Goethe heeft gebracht. Waar Boudewijn Büch al een geslaagde poging heeft gedaan door zijn programma’s over Goethe, maakt Safranski het af met zijn beschrijvingen van de man.

Goethe was namelijk niet de makkelijkste. Hij was scherp, erudiet, sloot makkelijk vriendschappen maar verbrak ze ook weer als iets hem niet aanstond. Mensen waren in de regel onder de indruk van de rijzige man en hij was zich daarvan bewust. Safranski beschrijft een mooi incident als Goethe een redevoering houdt:

Er had tijdens Goethes redevoering een wonderlijk incident plaatsgevonden, dat een oor- en ooggetuige zich bijna vijftig jaar later nog duidelijk herinnerde: ‘Hij [Goethe] leek zijn redevoering goed in zijn hoofd te hebben, want hij sprak een tijdlang zonder enige aarzeling en volkomen voor de vuist weg. Maar opeens leek hij helemaal door zijn goede geest verlaten, alsof hij de draad van zijn betoog kwijt was en het overzicht over wat hij verder nog moest zeggen volledig had verloren. Dit zou ieder ander in grote verlegenheid hebben gebracht, maar hem allerminst. Integendeel, hij keek minstens tien minuten lang met vaste blik en rustig rond in de kring van zijn talrijke toehoorders, die door de macht van zijn persoonlijkheid betoverd leken, zodat gedurende de zeer lange, ja bijna lachwekkend lange pauze iedereen volkomen rustig bleef.

Zo staan er talloze beschrijvingen in het boek waardoor de man gaat leven. Zijn vriendschappen en ontmoetingen met Herder, Napoleon, Lavater, Klopstock, Beethoven, Schiller (hij zou zijn vermeende schedel een jaar lang in zijn studeerkamer bewaren!) zijn allemaal de moeite waard. Zijn ontmoeting met Schopenhauer is helemaal een mooie. De gearriveerde Goethe is apetrots op zijn kleurenleer, maar daar denkt de jonge Schopenhauer ietsje anders over:

Zelfbewust tot op het randje van onbeleefdheid, en tegelijk uiterst respectvol, treedt hij degene tegemoet die hij als zijn aartsvader had uitverkoren. Hij maakt een kniebuiging voor hem en uit tegelijkertijd onomwonden stevige kritiek op Goethes ‘kleurenleer’. Goethe…moest zich door Schopenhauer laten gezeggen dat hij alleen maar voortreffelijke observaties had verzameld, maar er nog geen goede theorie bij had geleverd.

Dat is een buts in het grote ego van Goethe, hoewel hij hier overigens geen scène van maakt, er blijft respect voor de leerling. Ik heb talloze aantekeningen gemaakt voor prachtige citaten, maar het zou een te lang verhaal worden. Wil je meer weten over Goethe, dan kan je niet om dit werk heen.

Vertaling: Mark Wildschut