Afvallige

9021446480.01._SX450_SY635_SCLZZZZZZZ_
De Afvallige van Jan van Aken is een historische roman van zo’n 600 pagina’s over het Europa en Midden-Oosten van de 4e eeuw. De afvallige is in dit geval keizer Julianus, die een afkeer had van het christendom en die probeerde om het geloof in de heidense goden weer nieuw leven in te blazen.

Rondom dit gegeven weeft de auteur een groots verhaal. Dat begint op een mistige morgen als de Romeinse schildwachten zien dat er duizenden Goten zich hebben verzameld aan de Donau. Er is een grote volksverhuizing op gang gekomen vanwege de invallen van de nietsontziende Hunnen.

In Damascus worden we geconfronteerd met Swintharik, een pilaarheilige. Hij zit de hele dag devoot te wezen op zijn pilaar, maar ’s avonds blijkt hij een fuifnummer in de lokale kroegen. Dat is nodig, want hij is naar eigen zeggen gebeten door de dipsaslang, die hem een onlesbare dorst bezorgt. Uiteraard is deze dorst niet te lessen met water, gelukkig wel met wijn. Bovendien afficheert Swintharik zich als de moordenaar van Julianus en is hij er van overtuigd dat men achter hem aanzit vanwege dit feit.

Alêtis, een jonge natuurgenezeres heeft Swintharik door en vergezelt hem op zijn reis. Het is een vreemd gezelschap, want de derde metgezel is de podeoon, een enorme geitenbok zonder kop, getransformeerd tot wijnzak;

De hele kolonie liep uit, de mannen lachten, vrouwen wezen en joelden en de kinderen dansten achter de kleine karavaan aan. Alêtis begreep het niet, tot ze achter zich keek en de muilezelin zag, op wier rug de podeoon was vastgezet, met de stompjes aan weerszijden van de rug. Het was alsof een krankzinnig monster de ezelin had besprongen in een bizarre poging tot een ongelijksoortige paring.

Belangrijk in het verhaal is ook Dido, de ijlbode. Hij is ooit door Vitalis, een bisschop bij verdienste, opgenomen in zijn huishouden. Ook Swintharik, Lucifer en Axylus behoren tot zijn vertrouwelingen, maar vervullen gaandeweg allemaal een andere rol in het verhaal.

Dat verhaal gaat in de eerste paar honderd pagina’s eigenlijk nergens heen. Er wordt vooral door Europa gereisd en langzamerhand wordt duidelijk wat de achtergrond is van de personages. Hiervoor springt de auteur aardig heen en weer door de tijd, dus enige aandacht is wel vereist. Langzamerhand wordt duidelijk waarom Julianus vermoord moest worden en wie hier bij betrokken waren.

Het verhaal gaat nooit heel diep maar wordt vol vaart en humor verteld en dat is de grote verdienste van het boek. Van Aken schetst een mij onbekende wereld aan de hand van een scala aan gebeurtenissen. Soms gruwelijk, soms alledaags. Zo wordt het schijthuis ineens klein-Europa in een hilarisch fragment;

Ze lieten de paarden achter op de daarvoor bestemde plaats en liepen het publieke schijthuis in waar groepjes mannen en een enkele vrouw bijeenzaten op de gemakken. Een van de zitters wenkte hen en hij riep: ‘U daar, met de mantel. Bent u van de Niceense belijdenis?’ Vitalis trok zijn wenkbrauwen op. ‘Als u een van ons bent, komt u hier zitten,’ging de man verder. ‘Dit is de hoek van de homoousiërs, de katholieken. Daar…’ Hij wees naar een andere hoek. ‘In de zuidhoek zitten de homoïers en in het westen de smerige anomoërs – hun aarzen spreken verstandiger dan hun monden – en daar, in het noorden schijten de homoiousïers, die ezels.’

Uiteindelijk komen de meeste verhaallijnen en karakters mooi bij elkaar. Soms door wat al te toevallige ontmoetingen maar het doet geen afbreuk aan het verhaal. Van Aken heeft een erg onderhoudend boek geschreven dat ik in een paar avonden uit had.

2 reacties
  1. Hoi Koen, Jan van Aken heb ik al op verschillende blogs voorbij zien komen, ik geloof bij Anna en bij Bettina (de laatste weet ik niet zeker). Ik heb nogal moeite met de historische roman als genre. Ik lees graag boeken over geschiedenis en ook graag biografieën. Bij historische fictie vind ik het een groot probleem dat meestal niet duidelijk is wat waargebeurd is en wat door de schrijver verzonnen is voor een goed verhaal. Nu moet ik toegeven dat mijn favoriete roman “Oorlog en vrede” van Tolstoj ook in feite een historische roman is, maar die duikt niet heel erg ver terug in de geschiedenis. Afijn we zullen zien of ik ooit iets van Jan van Aken ga lezen. Groet, Erik

  2. Ik heb daar niet zo’n probleem mee. Ik beschouw het als fictie en laat mij door het verhaal meenemen. Daardoor stoor ik mij niet aan eventuele onjuistheden. Bij een boek als “Aan de rand van de wereld” (paar boeken geleden) ligt dat uiteraard anders, daar mag ik wel uitgaan van historische correctheid (en laat mij alsnog door het verhaal meeslepen)

Geef een reactie op Erik Scheffers Reactie annuleren