Melancholie

4091384a8f2638b593962355541437641414141
Ik houd van het woord “melancholie”. Het is een beetje een ondefinieerbaar woord, net zoals het Portugese ‘saudade’. Het gaat om gevoel. Toen ik dat woord tegenkwam in dit werk van François René de Chateaubriand én ik vernam dat Umberto Eco dit boekje als zijn meesterwerk beschouwde was er geen ontkomen aan, De melancholie van het graf moest gelezen worden.

Chateaubriand is een Franse dichter, schrijver, historicus en politicus. Hij wordt beschouwd als de historicus van het christendom, door zijn grote werk “Le Génie du Christianisme” uit 1802. Hierin geeft hij zijn bespiegelingen weer van de invloed van het christendom op de wereldgeschiedenis. Een deel van dat werk gaat over de “Melancholie van het graf” en dat is apart uitgegeven. Het is geen dik boek, het telt maar 118 pagina’s, en daarvan begint het nawoord van Chateaubriand-kenner en -bewonderaar Martin Ros al op pagina 59.

Wat blijft er dan over? Een aantal korte hoofdstukken met bespiegelingen over het christendom, de dood en de rituelen die erbij horen. Het woord dat bij mij opkwam tijdens het lezen is “meditatie”. Het zijn korte meditaties die wat mij betreft het beste in stilte gelezen kunnen worden. Chateaubriand helpt u een handje, hij schrijft prachtig. Zoals in het hoofdstuk over Zang en gebeden:

Des te treffender is dit gezang wanneer het vergezeld gaat van het geruis van het spinnewiel, en de kinderen op de schoot van hun moeder met de grootste aandacht. de geschiedenis van het kind Jezus in zijn kribbe horen. Vergeefs zou men zachtere tonen zoeken, noch een godsdienst voor een moeder meer geschikt.

Verder zijn er hoofdstukken over De kruisdagen, Kerkelijke hoge feesten, Lijkplechtigheden voor een vorst, Lijkplechtigheden van een krijgsman, De gebeden voor de overledene en Graftomben in kerken. Ik weet niet of ik dit boek nu aan het aanprijzen ben, maar ik vond het toch erg de moeite waard. Het volgende staat op de achterkant van het boek en dat nodigde mij uit tot lezen;

Het heiligdom verzinkt, gelijk het hol der oude Sibylle, en terwijl het metaal zich boven onze hoofden met gedruis laat horen, nemen de onderaardse gewelven des doods, onder onze voeten, diep stilzwijgen in acht.

Zo’n zin, gecombineerd met de titel en ik kan zo’n boek niet laten liggen. Ik ga dat ook niet uitleggen, het is een gevoel. Gelukkig bevind ik mij in goed gezelschap.

Voegt het uitgebreide nawoord van Martin Ros nog iets toe? Voor mij wel. Ik wist zo goed als niets van de auteur en heb in een bestek van 50 pagina’s snel bijgeleerd. Chateaubriand groeide op in Bretagne in een katholiek gezin. Hij maakte een geloofscrisis door en zijn moeder stierf in de wetenschap dat haar zoon het geloof had verlaten. Hij keerde later terug naar het christendom en schreef zijn meesterwerk deels met zijn moeder in gedachten, een goedmaker zogezegd. Blijkbaar was Chateaubriand een uitmuntend archivaris, want wat steeds terugkomt is zijn zeer gedetailleerde bronvermelding in zijn werken. Martin Ros vertelt;

De drie boeken waaruit de geest mij meteen meesleepte, al kan men Chateaubriands stellingen betwisten, de Génie du Christianisme, de Mémoires d’outre-tombe en de biografie van Rancé, blinken vooral uit door een werkelijk onvoorstelbare documentatie. Het is mij nog steeds, na alles wat ik over zijn werk gelezen heb, een raadsel waar hij alle documenten en dan vooral de brieven en de neerslagen van grote gesprekken vandaan haalde.

Het is altijd mooi als iemand Martin Ros verbaasd kan doen staan, het blijft vooralsnog één der mysteriën der literatuur.

Verder was Chateaubriand getrouwd maar hij beleefde talloze escapades. Eén van zijn belangrijkste minnaressen was Pauline de Beaumont. Zij wordt niet oud en Chateaubriand zit aan haar sterfbed;

De vierde november 1802 is de laatste dag van haar leven. Ze vraagt Chateaubriand…het raam te openen. Het is drie uur in de middag. De laatste doodsstrijd vangt aan. Zij schokt vertwijfeld heen en weer. Chateaubriand vraagt of zij hem nog ziet. Ze knikt. Ze probeert te glimlachen en een teken te maken met haar hoofd. Dan sterft zij.

Chateaubriand liet een herdenkingsmonument voor haar oprichten in de kapel van Saint-Louis des Français. In het nawoord van Ros staan genoeg foto’s, ook van dit monument. Misschien moet ik zijn mémoires ook eens lezen, want ook die schijnen vol te zitten van nevel en kerkhoven; Daar fluistert de eeuwigheid ons de toekomst in…

Vertaling: Frans van Woerden

 

2 reacties
  1. Hoi Koen, deze ga ik zeker nog een keertje lezen. Ook zijn herinneringen van over het graf lijken mij bijzonder interessant. Groetjes, Erik

  2. Ik ben er ook nog niet klaar mee, het was een mooie eerste kennismaking!

Plaats een reactie