Plato deel 3

Verzameld werk deel 3 van Plato is een interessant deel. Het bestaat uit de werken Euthyfron, Apologia en Kriton en samen met Faidon uit deel 4 van de Verzamelde Werken vormen zij de tetralogie over het lot van de Grieks Atheense filosoof Sokrates.

De werken werden niet na elkaar geschreven. Euthyfron en Kriton zouden tot Plato’s vroegste werken behoren, terwijl Apologia en Faidon wellicht veel later ontstonden. Maar na elkaar gelezen, ontstaat een reeks rond het proces en de terechtstelling van Sokrates in 399 voor Christus. U voelt hem al aankomen, na dit deel zadel ik u direct op met nog een deel Plato.

Zover is het nog niet. De reeks begint met Euthyfron als er net een aanklacht tegen Sokrates is ingediend. Die aanklacht behelst godsdienstige nieuwlichterij en het bederven van de jeugd van Athene. Sokrates ontmoet Euthyfron die van plan is zijn eigen vader te vervolgen wegens dood door schuld. Zijn vader zou verantwoordelijk zijn voor de dood van een dagloner. In het gesprek wat Sokrates en Euthyfron vervolgens voeren gaat het over het dilemma of het recht zwaarder dient te wegen dan de familiebanden, of dat gevoel moet wijken voor consequentheid. Uiteindelijk gaat het over de tegenstelling tussen goed en kwaad en Sokrates wil Euthyfron de essentie van die definities ontlokken. Dat is van belang, omdat wat voor de een als goed geldt, voor de ander een kwaad kan zijn, zeker als je het wispelturige Griekse godenpantheon erbij betrekt. Sokrates;

Overweeg eerst eens: wordt het goede omdat het goed is door de goden bemind, of is het goed omdat het door hen bemind wordt?

Hier moet Euthyfron even over nadenken en Sokrates probeert dit te verduidelijken. U mag uitmaken of dat lukt;

Iemand leidt niet iets omdat het wordt geleid, het wordt juist geleid omdat iemand het leidt. Iemand draagt niet iets omdat het gedragen wordt, het wordt juist gedragen omdat iemand het draagt.

Gaat u zelf vooral lezen of de heren hier uitkomen. Sokrates heeft namelijk wat anders aan zijn hoofd als hij zichzelf moet verdedigen in zijn Apologia tegen de aanklacht die tegen hem is ingediend. Die aanklacht is ingediend door ene Meletos. Die zegt niet heel veel in dit werk, het is vooral een monoloog door Sokrates zelf.

Dit werk bestaat uit drie delen. In het eerste deel geeft Sokrates commentaar op de tegen hem ingediende aanklacht. In het tweede deel stelt hij een alternatieve strafmaat voor nadat de doodstraf tegen hem is geëist. In het derde deel spreekt hij, na ter dood te zijn veroordeeld, een laatste woord uit. U leert overigens door het informatieve nawoord van de vertalers meteen iets bij over de rechtspraak in Athene.

Die rechtspraak was een juryrechtspraak en Sokrates spreekt hen aan met ‘Mannen van Athene’. Hij weerlegt de beschuldiging van Meletos maar weet niet of dit genoeg is. Overigens verdedigt hij niet alleen voor zichzelf maar ook in het belang van de stad;

Wanneer jullie mij doden, zullen jullie moeite hebben weer iemand te vinden die in opdracht van god letterlijk – ook al klinkt het belachelijk – als een stekende horzel de stad boven op het lijf zit. Vergelijk het met een groot en edel paard, dat door zijn formaat wat traag is en ter opwekking de stekende sporen moet voelen. Evenzo heeft denk ik god mij op de stad gezet, als iemand die jullie opwekt, overreedt, ieder afzonderlijk berispt.

Tegelijkertijd vreest hij de dood niet en stelt dat de dood ook een zegen kan zijn. Het kan twee kanten op; ofwel er is een soort niets waarbij de gestorvene geen besef kent, ofwel er is sprake van een bepaalde verandering waarbij de ziel een soort verhuizing kent. In het eerste geval is dit te vergelijken met een diepe slaap en welke nachten zijn mooier als je niet wakker wordt maar lekker blijft doorslapen? De eeuwigheid duurt zo niet langer dan een goede nachtrust. In het andere geval zou je ergens naar toe verhuizen waar alle doden bij elkaar zijn en je zou je gestorven familie en vrienden weerzien. What’s not to like zou je bijna zeggen?

Daar denken de vrienden van Sokrates wat anders over en dat blijkt uit het laatste deel van dit boek. Kriton is een vriend die Sokrates in zijn cel opzoekt. De voltrekking van het doodvonnis is uitgesteld en Kriton ziet hierin een laatste kans om Sokrates te redden. Hij stelt een ontsnapping voor maar Sokrates maakt hem duidelijk, onder meer door de Atheense wetten aan te halen, dat hij daar niets voor voelt;

Bekijk het dan eens zo. Als ik op het punt stond me hier uit de voeten te maken – of hoe men dat ook mag noemen – en de wetten zouden, met de staatsgemeenschap, bij me komen staan en de vraag stellen: ‘Zeg me eens, Sokrates, wat ben jij van plan? Jij kunt toch met hetgeen je nu probeert geen andere bedoeling hebben dan ons wetten te vernietigen, en als het aan jou ligt de hele stad?

Dat is geen logische stap op het aanvaarden van de wetten op het moment dat hij verkoos om in Athene te verblijven dus Sokrates blijft zitten waar hij zit.

Het is geen dik boek, 90 pagina’s leeswerk, maar het verrast mij steeds weer hoeveel er over zo’n deel te vertellen is; de bespreking had ik nog een keer zo lang kunnen maken. Op naar het laatste deel van dit drama.

Vertaling; Hans Warren en Mario Molegraaf

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: