Koers

9046819612.01._SX450_SY635_SCLZZZZZZZ_
Om het zwarte gat na de Tour de France enigszins op te vullen, is Uit Koers van Frank Heinen een prima middel. Het is een bundeling van 108 stukken over al die wielrenners die op enig moment excelleerden of veelbelovend waren, maar die weg zijn gezonken in de geschiedenis.

Levert dat een leuk boek op? Ik vind van wel, hoewel er best iets op af te dingen valt. Allereerst is de keuze voor de verhalen arbitrair. Er zijn er nog onnoemelijk veel meer, maar wellicht zijn ze niet allemaal terug te vinden of leefden ze ‘happily ever after’. Dat levert natuurlijk geen smakelijk boek op. Er worden veel aannames gedaan, zoals wat renners dachten of voelden. Maar…dat vind ik weer niet zo’n probleem. Wielrennen staat voor mij gelijk aan heroïek. Hierin ligt alles besloten, van grootse overwinningen tot diepe teleurstellingen. Dat mag best wat aangezet worden voor mij. Meer storend zijn kleine foutjes als de implicatie van een zelfmoord, waar een hartstilstand overal als eerste doodsoorzaak wordt gegeven met ‘geruchten over zelfmoord’ als optie.

Maar goed, we lopen door de wielergeschiedenis en lezen tal van kleurrijke verhalen die ik niet had willen missen. Om u even lekker te maken;

  • Lucien Storme (1916-1945), de Flandrien en Parijs-Roubaix winnaar die werd doodgeschoten tijdens de bevrijding van het Duitse strafkamp waarin hij zat
  • Andrea Carrea (1924-2013), de meesterknecht van Fausto Coppi die in tranen uitbarstte nadat hij de gele trui veroverde die zijn kopman had moeten winnen
  • Thierry Claveyrolat (1959-1999), de Franse renner die zelfmoord pleegde uit schuldgevoel over een door hem veroorzaakte aanrijding
  • Beat Breu (1957), de Zwitserse klimmer die later een (weinig succesvolle) komiek werd én een erotische wildwest bar aan de Bodensee dreef
  • Jure Robič (1965-2010), de extreme duursporter die kort achter elkaar de RAAM (dwars door Amerika) én Le Tour Direct (de complete Tour de France achter elkaar) reed
  • Pascal Lino (1966), de Franse gele truidrager die later Michael Schumacher- imitaties ging doen
  • Pavel Tonkov (1969), de Russische renner in wiens hotel in Córdoba je nog steeds kan boeken
  • Carlos Texeira (1971), de Portugese renner die bankovervaller werd (Zoals wel vaker in zijn leven waren al zijn aanvallen uiteindelijk vergeefs gebleken)
  • Roberto Heras (1974), de Spaanse renner met triomfen in de Ronde van Spanje. Afscheid nam in 2007 en in 2009 wereldkampioen werd. Op de vouwfiets
  • David Clinger (1977), de verslavingsgevoelige Amerikaan die uiteindelijk rond rijdt met een grote Maori-tatoeage in het gezicht

Ik volg het wielrennen al een tijdje en dan is het mooi om bekende namen voorbij te zien komen, waarvan je geen idee had wat er van terecht is gekomen. Daarom doen programma’s als De Reünie het waarschijnlijk ook goed op de televisie.

Maar het boek is meer dan dat. Het geeft wat mee, over de doping-cultuur bijvoorbeeld. Wilde je wat bereiken als renner in Europa in de jaren negentig, dan moest je gebruiken. Anders had het geen zin, dan moet je alleen obscure koersen gaan rijden in het Verre Oosten. Het komt in talloze verhalen terug.

De schrijfstijl is ongedwongen, vaak met een punchline op het eind. Zoals bij het verhaal van Giuseppe Guerini (1970). Die was op weg een Tour-etappe in 1999 te winnen toen hij in botsing kwam met een fotograferende fan. Hij kwam ten val, won alsnog (daar is de heroïek) en zo ga je samen de geschiedenis in;

Ze zijn voor altijd aan elkaar verbonden, de fotograaf en hij. De jongen met het fototoestel heeft hem daadwerkelijk vereeuwigd.

Ik ga toch maar eens naar wat meer wielerboeken op zoek. Tips zijn welkom.

4 reacties
  1. Hoi Bettina, ik ken dat boek niet dus een supertip. Die gaat op de lijst, thanks!

  2. Dat lijkt me inderdaad erg de moeite waard om te lezen, ze gaan op de lijst, bedankt!

Plaats een reactie