Het witte pad

Deel vier van de Charlie Parker-serie van John Connolly is alweer achter de kiezen. Het witte pad sluit zowaar aan op het vorige boek dat ik las van James Baldwin. Diens verontwaardiging is geworteld in de rassenongelijkheid in de Verenigde Staten en die speelt een grote rol in dit boek. Het speelt zich voor een groot deel af in de staat South-Carolina, waarvan wel wordt beweerd dat het na Alabama en Mississippi de meest racistische staat is van de V.S. (ik verzin dit niet, het staat in dit boek).
Eerst terug naar het begin. Dat begint weinig subtiel met de moord op een zwarte man door leden van de Ku Klux Klan. Als u Connolly kent weet u dat de wraak niet lang op zich laat wachten. Detective Parker houdt zich bezig met een niet al te zware klus, de vermissing van een donkere vrouw, Cassie Blythe. Parker doet het rustig aan, hij heeft met zijn zwangere vriendin Rachel net een nieuw huis betrokken.
Dan wordt hij gebeld door een oude vriend, advocaat Elliot Norton. Die verdedigt een donkere jongen, Atys Jones, die beschuldigd wordt van de verkrachting en moord op Marianne Larousse, de dochter van één van de rijkste mannen van de staat. Niemand durft zich hier aan te wagen maar Norton is overtuigd van zijn onschuld en Parker is zo gek niet of hij komt opdagen om zijn tanden erin te zetten.
Wat Connolly altijd heel knap is doet is steeds verschillende personages introduceren waarvan je je afvraagt waar dat heen gaat. Landron bijvoorbeeld die ontslagen is als gevangenbewaarder en die in de moerassen van de Congaree een vreemde figuur in een wit gewaad tegenkomt. Als ik vreemd zeg bedoel ik dat ook, de figuur lijkt vrouwelijk maar is kaal en geschubd en slecht voor de gezondheid bij ontmoetingen.
Dominee Faulkner uit deel drie duikt ook weer op en Parker zoekt hem op in de gevangenis. Tijdens dat bezoek introduceert Connolly subtiel een andere gevangene, de doofstomme Cyrus Nairn die nog een grote rol zal spelen later in het verhaal.
Parker probeert intussen uit te vogelen of Atys Jones inderdaad schuldig is aan de moord op Marianne Larousse. Hij stuit daarbij op een langlopende vete tussen de families Larousse en Jones waarin de verdwijning van de moeder en tante van Atys van belang is. Hij spreekt erover met Tereus, die Atys in de gevangenis opzocht en hem bijstand probeerde te verlenen. Tereus denkt dat Parker’s vriend Norton meer weet;
Tereus probeerde me kennelijk iets duidelijk te maken wat ik niet wist.
‘Welke vragen zou ik moeten stellen?’
‘U zou hem moeten vragen wat er gebeurd is met de moeder en de tante van die jongen.’…
‘Je denkt dat ze dood zijn?’
‘Het is net andersom dan u denkt. Misschien zijn ze wel dood, maar ze zijn niet verdwenen.’
‘Ik snap het niet.’
‘Ze zijn misschien dood,’ herhaalde hij, ‘maar ze zijn niet weg uit Congaree.’
Geesten in het moeras en het is kenmerkend voor de schrijfstijl van Connolly. Een thriller maar met mystieke kanten. Hij ziet soms zaken die anderen niet zien maar het occulte blijft binnen de perken. Soms dacht ik in dit boek dat hij het wat te ver doorvoerde maar dat is niet zo en dat maakt het een prima boek.
Ik had nog niet gemeld dat de gangstervrienden Angel en Louis ook van de partij zijn en die zijn uit op wraak vanwege alle verwikkelingen uit het vorige deel. Dat geeft trouwens aan dat het de voorkeur verdient om de Parker-delen in chronologische volgorde te lezen. Ook de maffia duikt nog even op omdat Parker wat al te ruw te keer gaat in één van hun clubs en de lokale baas maakt hem duidelijk dat hij in de gaten wordt gehouden;
‘Ik weet alles van jou,’ zei hij. ‘Jij zou het paradijs nog in de soep kunnen laten lopen. De enige reden dat je nog leeft is dat zelfs God jou niet in zijn buurt wil hebben.’
Hij heeft een punt; Parker is slecht nieuws voor de lokale misdaadstatistieken. Ze vallen weer bij bosjes en welke rol speelt vriend Elliot Norton toch? Waarom zet hij alles op het spel om Atys te verdedigen?
Niets is uiteindelijk wat het lijkt en er blijkt een goede verklaring voor het feit waarom Parker erbij is gehaald. Norton, de rijke Larousse en zijn zoon Earl junior, de gevangenbewaarder Landron en nog wat vrienden, de lokale nazistische beweging met hun voorman Bowen en moordenaar Kittim; ze hebben allemaal hun rol. Jawel, ook Cassie Blythe uit het begin van dit verhaal en zelfs de Joodse gemeenschap uit het vorige deel.
Zo is de Parker-reeks een aardig leesavontuur geworden. Het zijn verhalen die je achter elkaar wegleest en soms zelfs tot nadenken stemmen want die laag zit er wel degelijk in. Zo is de grens tussen rechtvaardigheid en wraak vaak een dunne lijn en die is hier erg aanwezig.
Vertaling; Irving Pardoen
Ja, ook deze is goed. Ik ben het met je eens dat Connolly heel mooi achtergronden kan geven van allerlei bijpersonages, die later toch belangrijk blijken te zijn. Hij is goed in het neerzetten van personages. In een paar boeken wordt de mystieke/bovennatuurlijke kant nog nadrukkelijker, al blijft er altijd de mogelijkheid om toch een logische verklaring te vinden. Mij stoort dit niet, maar mocht dit voor jou toch iets teveel worden, dan zie je dat in het boek erna het weer anders is, dus geef niet op bij een tegenvallend boek!
Groetjes,
Nee hoor, mij stoort het niet en waar ik dacht dat hij het iets te ver doorvoerde was er ook een verklaring. Ik denk dat Olde Heuvelt misschien nog wat verder gaat in het occulte en daar stoort het me ook niet dus ik ga vrolijk door 😃